De Hel van Bagram, het andere Guantanàmo

Ten noorden van Kaboel worden meer dan 600 mensen arbitrair en in grootste rechtsonzekerheid gevangen gehouden op de Amerikaanse militaire basis Bagram. Anders dan in Guantanàmo blijven de gevangenen verstoken van alle rechten en zijn er geen plannen bekendgemaakt om het detentiecentrum te sluiten. Integendeel, in Bagram zal de gevangeniscapaciteit tegen eind dit jaar fors zijn uitgebreid.

Kort na zijn aantreden tekende VS-president Obama een reeks decreten waarin hij de sluiting van Guantanàmo aankondigde en een halt toeriep aan folterpraktijken zoals ‘water boarding’. De sluiting van Guantanàmo is voorzien voor januari 2010. Voortaan zou het verhoor van gevangenen zich baseren op de richtlijnen van de ‘Army Field Manual’ dat de menselijke behandeling voorschrijft met respect voor de Conventies van Genève. Obama maakte ook komaf met een decreet van zijn voorganger, George W. Bush, waarin gesteld werd dat “leden van Al Qaida, de Taliban en daarmee geassocieerde troepen onwettige vijandelijke strijders zijn op wie de Derde Conventie van Genève over de bescherming van krijgsgevangenen niet van toepassing is”.(1)

De aangekondigde sluiting van Guantanàmo en het gewijzigde gevangenenbeleid konden genieten van grote media-aandacht. Het andere Guantanàmo, het detentiecentrum op de Amerikaanse luchtmachtbasis van Bagram, was naar de achtergrond van het wereldnieuws verdrongen. De jongste weken lijkt de aandacht voor Bagram toegenomen.

In april van dit jaar kwam Bagram opnieuw in de aandacht als gevolg van een gerechtelijk oordeel. De Amerikaanse rechter John Bates stelde in een zaak van drie buitenlandse Bagram-gevangenen dat hun situatie dezelfde was als die van de Guantanàmo-gevangenen. Bijgevolg beschikten ze over dezelfde grondrechten. Het gaat hier meer bepaald over het zogenaamde ‘Habeas Corpus’-principe waarbij iemand alleen maar in hechtenis mag worden genomen als dat gebeurt op basis van een gerechtelijk bevel na een formele gegronde aanklacht. Dat impliceert meteen ook dat de gevangene zijn hechtenis kan aanvechten. De Amerikaanse regering ging meteen in beroep tegen de uitspraak van Bates en leek daarmee aan te tonen voorlopig althans haar Bagram-beleid niet te willen wijzigen. De regering beriep zich op het argument dat het de eerste keer in de Amerikaanse geschiedenis zou zijn dat het habeas corpus voor niet-Amerikaanse burgers uitgebreid wordt naar een oorlogszone op vreemd grondgebied. Guantanàmo ligt anders dan Bagram op de facto Amerikaans grondgebied, sinds Washington er de controle over verwierf in 1903.

Eerlijk rechtssysteem, maar niet in Bagram

Op 21 mei hield Obama een opvallende toespraak over nationale veiligheid waarin hij uitgebreid inging op het belang van rechten en elementaire waarden om vervolgens lang uit te wijden over Guantanàmo. “We zijn inderdaad in oorlog met Al Qaida en de daarmee verbonden organisaties. We moeten onze instellingen aanpassen om met deze dreiging om te gaan. Maar we moeten dat doen met een aanvaard vertrouwen in het rechtssysteem dat in evenwicht moet zijn en waarbinnen verantwoording wordt afgelegd. Omwille van redenen die ik zal uitleggen, installeerden de beslissingen die we de afgelopen acht jaar hebben genomen een ad hoc legaal systeem in de strijd tegen het terrorisme dat doeltreffend noch duurzaam was. We slaagden er niet in om terug te vallen op de tradities van ons rechtssysteem en van de rechtspraak en dat een mislukking is gebleken in het respecteren van onze waarden. Het is daarom dat ik bij mijn aantreden een aantal maatregelen heb genomen om het Amerikaanse volk te beschermen.”(2) Hij vervolgde met een belangrijk argument voor de sluiting van Guantanàmo: “in plaats van een instrument te zijn in de strijd tegen het terrorisme, werd Guantanàmo een symbool dat Al Qaida hielp bij het rekruteren van terroristen. Het bestaan van Guantanàmo heeft wellicht meer terroristen gecreëerd dan dat er ooit in werden gedetineerd”.

Des te verwonderlijker was het dan ook dat de Amerikaanse president geen antwoord gaf op de vraag of de gevangenen die de VS hadden verscheept naar Bagram over hetzelfde grondwettelijke recht beschikken om hun detentie voor het gerecht aan te vechten, zoals dat inmiddels het geval was met de gevangenen van Guantanàmo. Obama mocht dan wel een vurig pleidooi houden over waarden en een eerlijk rechtssysteem, over Bagram zei hij geen woord.

Folteringen

Een maand na zijn toespraak zou de BBC uitpakken met ophefmakende getuigenissen van 27 ex-gedetineerden die in uiteenlopende periodes tussen 2002 en 2008 op de Amerikaanse luchtmachtbasis hebben vastgezeten. De Britse openbare omroep had ze afzonderlijk en onafhankelijk van elkaar geïnterviewd op twee maanden tijd. Tegen geen enkel van hen was er een officiële aanklacht geformuleerd, noch werden ze voor een rechtbank gedaagd. Uit de interviews bleek dat er in Bagram systematisch mishandelingen plaatsvonden, zoals fysiek geweld, het gebruik van ‘stress-posities’, overdreven hitte of koude, ondraaglijk lawaai of het verplicht ontkleden voor vrouwelijke soldaten. In vier gevallen werden de gedetineerden met een vuurwapen bedreigd. Volgens de Franse krant Libération (23/07/2009) was er minstens tot 2003 sprake van zware folterpraktijken waaronder het gebruik van elektrische shocks. In 2002 bezweken twee Afghanen aan de folteringen,

Op 27 mei schreef de Britse krant The Times in zijn editoriaal dat Bagram het onderbelichte verhaal is van een Amerikaanse gevangenis die Obama zo ver mogelijk van de mondiale publieke aandacht wil houden.(3) Volgens de krant zijn de omstandigheden in Bagram veel erger dan op Guantanàmo. Tina Foster, de advocate van International Justice Network, de organisatie die de zaak van de drie gedetineerden in Bagram voor de rechtbank inleidde dat tot het Guantanàmo-Bagram-vonnis leidde van rechter Bates, zei zelfs dat Obama “het beleid van Bush heeft overgenomen, wat de president de mogelijkheid geeft om een compleet wetteloze enclave in stand te houden op gelijk welke plaats in de wereld buiten de VS en Guantanàmo Bay. De Amerikaanse regering wil het Amerikaanse volk doen geloven dat het probleem is opgelost nadat Guantanàmo is gesloten.”(4)

De onbekende 600 ‘vijandelijke strijders’ van Bagram

In de laatste acht jaar hebben duizenden mensen gevangen gezeten in Bagram, dat op 40 km ten noorden van Kaboel ligt en in de jaren ‘80 gebouwd werd door het Sovjetleger nadat het Afghanistan was binnengevallen. Het doet nu dienst als de belangrijkste militaire basis van het Amerikaanse leger in het land. Op dit ogenblik zijn in het militaire kamp de werken aan de gang voor de uitbreiding van de gevangeniscapaciteit met nog eens 1.100 plaatsen. Een aantal van de gevangenen is in het buitenland opgepakt, meestal in Pakistan maar er zitten bijvoorbeeld ook twee Britten (van Pakistaanse afkomst) vast. Deze zomer is de Britse regering daarvoor overigens voor de rechter gedaagd. Beide gevangenen zijn in 2004 door het Britse leger in Irak opgepakt en zitten sindsdien zonder enige aanklacht al vijf jaar vast in Bagram. De Britse regering weigert hun namen vrij te geven op grond van het cynische argument dat ze daarmee de privacy-wetgeving zou schenden. Tot begin dit jaar hield de Britse regering vol dat beiden – die na veel moeite door een Britse NGO konden worden getraceerd en geïdentificeerd – nog steeds in Irak vastzaten, maar moest dan toegeven dat ze het parlement ‘inaccurate informatie’ had bezorgd. De Amerikaanse regering weigert voorlopig om de identiteit en het juiste aantal gedetineerden vrij te geven. Een Amerikaanse organisatie, de American Civil Liberties Union (ACLU), wilde die informatie bekomen op basis van de Freedom of Information Act. Maar in juni antwoordde het ministerie van Defensie dat het weliswaar over de volledige gegevens van de gevangenen beschikt, maar dat ze die niet kon vrijgeven in het belang van de nationale veiligheid.

In tegenstelling tot de gevangenen van Guantanàmo hebben de Bagram-gedetineerden geen toegang tot een advocaat en kunnen ze hun gevangenschap ook niet aanvechten voor de rechtbank. De gevangenen kunnen ook niet rekenen op een militaire vertegenwoordiger ter vervanging van een advocaat. Het enige wat ze kunnen doen is een schrijven richten aan het zogenaamde Unlawful Enemy Combatant Review Board (UECRB) ook al weten ze niet op grond van welke feiten ze het statuut van ‘vijandelijke strijder’ hebben gekregen. Volgens verschillende getuigenissen zouden de omstandigheden van de gevangenen er de jongste maanden op vooruit zijn gegaan en bestaat de belangrijkste foltering nu uit de maanden tot jarenlange rechtsonzekerheid.

Inmiddels heeft Doug Stone, een Amerikaanse generaal, in opdracht van het militaire opperbevel een 700 pagina’s tellend rapport opgesteld waarin hij toegeeft dat naar schatting 400 van de 600 gedetineerden gewoon kunnen worden vrijgelaten omdat ze geen enkele bedreiging vormen en weinig of geen connecties hebben met de opstandelingen. De Amerikaanse officier wil over 12 tot 18 maanden heel het detentiewezen in Afghanistan overdragen aan de lokale autoriteiten. Verwacht wordt dat de opperbevelhebber in Afghanistan, Stanley McChrystal, nog dit najaar uitspraken zal doen over de Afghaanse detentiefaciliteiten. In tussentijd zit Bagram in een ‘gerechtelijk zwart gat’.

(Uitpers, nr. 112, 11de jg., september 2009)

Voetnoten:

(1) Worthington, Andy. Bagram isn’t the New Guantanamo, it’s the old Guantanamo. 17 augustus 2009 – http://www.counterpunch.org/worthington08172009.html

(2) Remarks by the president on national security, 21 mei 2009 – http://www.whitehouse.gov/the_press_office/Remarks-by-the-President-On-National-Security-5-21-09

(3) Reid, Tim. Guantanamo is not the hell-hole we imagine. The Times, 27 mei – http://www.timesonline.co.uk/tol/comment/columnists/guest_contributors/article6367697.ece

(4) Curry, Tom. Bagram : is it Obama’s new Guantanamo ? 3 juni 2009 – http://www.msnbc.msn.com/id/31046933

Print Friendly, PDF & Email

Visited 185 Times, 1 Visit today

Tags :
Ludo De Brabander

Ludo De Brabander is redactielid en medeoprichter van Uitpers. Hij is tevens woordvoerder van Vrede vzw. De meeste van zijn geschreven bijdrages gaan over militarisme en conflict (NAVO, bewapening, wapenhandel, militaire interventies,...) en de regio van het Midden-Oosten. Hij is auteur of co-auteur van 'Als de NAVO de passie preekt' (EPO, 2009) en auteur van 'Oorlog zonder Grenzen' (EPO, 2016), 'Het Koerdisch Utopia' (EPO, 2018), 'Weg van Oorlog. Over militarisme en antimilitarisme' (EPO, 2019), 'Voordat de bom valt' (2022) en 'Oorlogskoorts' (2022).

zie ook