Mark Ooms. De Palestijnse Staat. De geboorte van een eeuwenoud land. Uitgeverij Van Halewyck. 184 blz., 598 BEF
Het conflict tussen Palestijnen en Joden blijft maar aanslepen. Van de weeromstuit krijgen we er brokken nieuws van voorgeschoteld: momenteel zijn dat vooral stenengooiende Palestijnen en schietgrage Israëlische soldaten. Als gewone kijker of lezer moet je het conflict nog maar eens proberen te snappen. Gelukkig kunnen we dan een beroep doen op journalisten die de moeite nemen om de eigen kennis, verslaggeving en ervaringen te ordenen tot een overzichtelijk geheel. Zo ook het boek De Palestijnse Staat, een geslaagde schets van een volk dat al decennialang strijdt voor zijn bestaansrecht.
VRT-journalist Mark Ooms doet dat in drie stukken. Het eerste deel beschrijft de geschiedenis en vertrekt van de fameuze Balfour-verklaring (1917) over een ???joods nationaal huis??? en de botsingen tussen de plaatselijke Palestijnse bevolking met de eerste joodse migranten. De Palestijnen zagen met lede ogen hoe de Britten steeds nadrukkelijker het mandaatgebied overdroegen aan de snel toegenomen joodse populatie. Het uitroepen van de staat Israël in 1948 leidde tot de eerste open oorlog. Vierhonderd Palestijnse nederzettingen verdwenen en 700.000 vluchtelingen zochten hun heil in het buitenland. Het duurde even vooraleer de Arabische hoofdrolspelers Israël erkenden, maar ook de Israëlische premier Golda Meir zei in 1969: "Het is niet zo dat er een Palestijns volk bestond en dat wij toen gekomen zijn en ze verjaagd hebben en hun land ingepikt. Ze bestonden gewoon niet".
Israël zou zich, zeker na de zesdaagse oorlog van 1967, onwrikbaar en arrogant opstellen. Er is stellig geen enkel land dat weigert zoveel VN-resoluties en akkoorden uit te voeren en zo lang ongestraft vreemd territorium bezet kan houden. Het boek, dat zeker niet pamflettistisch is opgesteld, laat in het tweede deel onder de tittel, ???Rechtvaardigheid en vrede???, goed voelen hoe gefrustreerd en hopeloos veel Palestijnen geworden zijn. De Palestijnse vluchtelingen bijvoorbeeld, van wie de terugkeer en/of schadevergoeding (VN-resolutie 194) maar niet uitgevoerd geraakt, "omdat Israël telkens weer bezwaren aanvoert als het op de toepassing aankomt".
De Palestijnse grieven zijn niet meer te tellen. In het boek vertellen Palestijnen zelf over de economische achteruitstelling en werkloosheid, de discriminerende waterdistributie, de gewapende Joodse kolonisten, de reisbeperkingen, de verwaarlozing van de infrastructuur, de talrijke administratieve pesterijen… een oneindige weg naar vrede dus. In het derde en laatste gunt de auteur ons een interessante blik op de Palestijnse identiteit en cultuur (kunst en onderwijs), maar ook over de interne geschillen tussen man en vrouw, volk en leiders en de vele geboorteweeën van een natie op weg naar democratie.
(Uitpers, december 2000)