In de Indiase deelstaat Gujarat hebben fundamentalisten na een felle haatcampagne de verkiezingen gewonnen. De Bharatiya Janata Party (BJP) haalt er zelfs een twee derde meerderheid in wat al haar belangrijkste bolwerk was. Deze keer zijn de fundamentalisten geen islamisten, maar wel hindoefundamentalisten van wie sommigen in de campagne zelfs opriepen tot moord op de gehate moslims. Deze fundamentalisten tellen enkele vrienden in ons land, namelijk bij het Vlaams Blok.
Gujarat, bij de grens met Pakistan, is een van de rijkere deelstaten van de Indiase Unie. Het is onder meer de thuisstaat van de Indiase diamantwereld die ook in de Antwerpse diamantwijk rijkelijk vertegenwoordigd is. Gujarat, 50 miljoen inwoners, kwam in het nieuws met een moordende aardbeving en in februari 2002 met de aanval van – vermoedelijk – extremistische moslims op een trein vol hindoe “pelgrims” waarbij 58 mensen omkwamen. Echte pelgrims waren het niet, ze hadden deelgenomen aan een actie in Ayodhya, de stad waar tien jaar geleden een hysterische massa hindoefundamentalisten onder leiding van kopstukken van de BJP een moskee neerhaalde omdat daar volgens hen (weer) een hindoetempel moet komen. De daaropvolgende onlusten kostten meer dan 2.000 Indiase moslims het leven.
Na de aanval in Godhra op de trein van februari 2002, lanceerden de meest extremistische Hindoegroepen een moordcampagne tegen moslims – het is belangrijk te zien dat moordoproepen in Gujarat geen ijdele dreigementen zijn, de hindoefundamentalisten voegen de daad bij het woord. Hun campagne kostte vorig jaar in deze deelstaat aan rond 2.000 moslims het leven. Duizenden anderen werden uit hun woningen verdreven. Gepensioneerde rechters van het Indiase Hooggerechtshof zeggen in een recent rapport over de onlusten dat deelstaatpremier Narendra Modi (BJP) rechtstreeks verantwoordelijk is voor de moordpartijen omdat hij elke bescherming aan bedreigde burgers weigerde. Volgens dat rapport ging het om een systematische campagne om de moslimgemeenschap van Gujarat fysiek en moreel te vernietigen. Sinds de onlusten van februari-maart is de segregatie van hindoes en moslims, die al zeer sterk was, alvast nog verder toegenomen. Sommige moslims vrezen dat er nieuwe moordpartijen komen om hen massaal op de vlucht te jagen.
Premier Modi had zijn verkiezingscampagne volledig geaxeerd op de “islamistische dreiging” in deze grensstaat van Pakistan. De ongeveer 6 miljoen moslims in Gujarat werden afgeschilderd als “vreemde luizen”, als een vijfde colonne die haar plaats niet heeft in de hindoestaat die de BJP nastreeft.
De BJP van Gujarat werkt daarbij hand in hand met de fascistische voorposten van de strijd voor de ‘Hindoetva’, een hindoestaat die in de plaats moet komen van de huidige lekenstaat en waarin niet-hindoes tweederangsburgers zijn of gewoon weg moeten. Een van de belangrijkste groepen is de Vishna Hindu Parishad (VHP, Hindoe Wereldraad), met daarnaast de Bajrang Dal, een Hindoemilitie die ook al in andere deelstaten in het nieuws kwam met moorden op christenen. “In Gujarat is geen plaats voor ook maar één moslim”, stond in vlugschriften van de BJP, terwijl ook op T-shirts de uitdrijving van alle moslims werd aanbevolen. Praveen Togadia, een kopstuk van de VHP, noemde Sonia Gandhi, leidster van de Congrespartij die in Gujarat campagne kwam voeren, een “Italiaanse teef”.
Labo
De zege van de BJP in Gujarat is natuurlijk een hart onder de riem van de Hindoenationalisten die het nationaal moeilijk hadden gekregen. Ze hadden verscheidene deelstaatverkiezingen verloren en vandaar al hun hoop gesteld op Gujarat.
Dat een haatcampagne tegen de moslims tot een succes uitgroeide, is koren op de molen van de meest extremistische Hindoestromingen binnen en buiten de BJP die Gujarat als een labo voor hun tactiek beschouwen. De Indiase premier Atal Bihari Vajpayee had de voorbije twee jaar de indruk gewekt dat hij de extremisten in de BJP, aangevoerd door minister van Binnenlandse Zaken Lal Krishna Advani, had bezworen en de BJP in de regering gematigd kon zijn.
Maar de nederlagen in andere deelstaten en het succes in Gujarat geeft de extremisten een flinke lading munitie voor hun stellingen. Giriraj Kishore, een kopstuk van het hindoe-extremisme, vindt dat hij nu openlijk het lynchen van “onaanraakbaren” (nochtans ook hindoes) kan verdedigen. Terwijl de beruchte Bal Thackeray, verantwoordelijk voor anti-moslim pogroms in zijn bolwerk Bombay, pleit voor de vorming van zelfmoordcommando’s tegen die moslims.
Het eerdere succes van de moslimfundamentalisten in de Pakistaanse verkiezingen, sterkt de hindoefundamentalisten in hun ijver om de lekenstaat in India op te doeken. Ook de alliantie tussen de Verenigde Staten en het regime van de Pakistaanse chef Pervez Musharraf, sterkt hen in de overtuiging dat India een sterke militaire macht moet uitbouwen en het been moet stijf houden in Kasjmir. Want Musharraf is, ter wille van zijn Amerikaanse vrienden, wel opgetreden tegen enkele groepen die in de Indiase deelstaat Kasjmir actief zijn. Maar Musharraf is zelf zodanig verweven met die groepen, dat hij daarin niet ver kan of wil gaan.
(Uitpers, nr. 37, 4de jg., januari 2003)
(Zie ook Uitpers februari 2002)