Terwijl activisten, politici en media professionals de aandacht vestigen op mislukte, lopende en geplande militaire missies van de EU in West-Afrika, de Golf van Guinee, Zuid-Soedan of de Hoorn van Afrika, is één missie op het Afrikaanse continent tot nu toe onopgemerkt gebleven. In 2021 stemde de EU in met een trainingsmissie in Mozambique.
De ‘EU Trainingsmissie in Mozambique’ (EUTM-Mozambique) heeft als doel het versterken van het Mozambikaanse leger in de context van het escalerend conflict in de noordelijke provincie Cabo Delgado, die nog niet gepacificeerd is. De EU stemde niet zo lang geleden in met een verlenging en uitbreiding van de missie. Die verlenging ging in op 1 september 2024.
Complex
Het conflict in Cabo Delgado is gewelddadig en onbekend bij het grote publiek. In oktober 2017 begonnen islamistische commando’s aanvallen uit te voeren op politiebureaus. Later breidden deze aanvallen zich uit. Het conflict is complex en er zijn geen eenvoudige antwoorden wat vaak gesuggereerde oorzaken of reacties betreft. Er zijn tal van onderling verweven oorzaken. Zo is de religieuze radicalisering van delen van de moslimbevolking waarschijnlijk begonnen in het begin van de jaren 2000.
Deze radicalisering is vermengd met etnische spanningen en rivaliteiten, evenals verwaarlozing. Zowel tijdens de Portugese koloniale overheersing als na de Mozambikaanse onafhankelijkheid bleef het noorden van het land gemarginaliseerd en ver verwijderd van het politieke centrum in het zuiden. Maar ondanks zijn perifere ligging staat Cabo Delgado de laatste jaren steeds meer in de belangstelling door de mogelijke winstgevende activiteiten, vooral sinds de ontdekking van aardgasvoorraden. TotalEnergy (Frankrijk), ExxonMobile (VS) en ENI (Italië) zijn er ofwel al begonnen met boren naar gas of zijn dat van plan.
De gevreesde en reële gevolgen hiervan voor de lokale bevolking, zoals de gedwongen ontheemding die plaatsvindt, en het gevoel van marginalisatie dat daarmee gepaard gaat, zijn eveneens drijvers van het geweld.
In juli 2021 lanceerde de Ontwikkelingsgemeenschap van Zuidelijk Afrika (SADC) een missie in Mozambique (SAMIM) om de Mozambikaanse strijdkrachten te helpen bij de bestrijding van islamistische militanten. Tal Afrikaanse landen stuurden soldaten om te participeren aan deze missie, maar verschillende landen trokken die de afgelopen weken opnieuw terug. De meningen over de redenen voor deze terugtrekkingen zijn verdeeld. Sommige commentatoren hebben het over onvoldoende fondsen, terwijl andere suggereren dat SAMIM het land verlaat omdat het zijn taak om de opstandelingen terug te dringen heeft volbracht (gezien de toenemende activiteiten van de opstandelingen sinds januari dit jaar, is dit twijfelachtig).
Rwanda
De aanhoudende spanningen tussen de Mozambikaanse regering en de SADC vormen echter een meer plausibele verklaring. Niet alle staatshoofden van de SADC waren het eens met de inzet van ook Rwandese troepen in Cabo Delgado. Het autocratisch regime van de Rwandese president Paul Kagame probeert zich in de regio te positioneren als een huurlingenstaat die veiligheid verkoopt. Frankrijk heeft Rwanda waarschijnlijk uitgenodigd in Mozambique om de investeringen van Total te beschermen als onderdeel van een sub-imperialistische overeenkomst. Er is onder meer een Rwandees veiligheidsbedrijf betrokken bij het beschermen van de faciliteiten van TotalEnergy in Cabo Dalgo, en Rwandese bouwbedrijven floreren er naar verluidt eveneens dankzij de aanwezigheid van de Franse energiereus.
Daarnaast streeft Rwanda naar een belangrijkere geopolitieke positie in het oosten en het zuiden van Afrika. Critici vermoeden dat Kagama met zijn participatie aan militaire missies in derde landen, de aandacht wil afleiden van zijn betrokkenheid in de oorlog in Oost-Congo.
Rwanda heeft het ook gemunt op Rwandese dissidenten in het buitenland en heeft daarvoor de goodwill nodig van de Mozambikaanse autoriteiten. Eind februari ratificeerde het Mozambikaans parlement een controversieel uitleveringsverdrag met Rwanda, dat bezorgdheid opriep over de mogelijke vervolging van dissidenten in ballingschap.
Trainingsmissie
Grotendeels onopgemerkt besloot de EU drie jaar geleden -in juli 2021 en oktober 2021– om een trainingsmissie te lanceren in Mozambique die oorspronkelijk twee jaar zou duren. EUTM-Mozambique werd opgezet met als doel het trainen en ondersteunen van de Mozambikaanse strijdkrachten bij het bestrijden van de gewelddadige opstand in de provincie Cabo Delgado, in het bijzonder het trainen van eenheden van de nog steeds op te richten ‘Quick Reaction Force’ (QFR).
De missie werd uitgerust zonder uitvoeringsmandaat. Oorspronkelijk werd in de eerste maanden vier miljoen euro voorzien. Dit budget werd al snel uitgebreid met 40 miljoen euro en in april 2022 met een bijkomende 45 miljoen euro afkomstig uit de Europese Vredesfaciliteit (EPF). Elf legercompagnieën, samen meer dan 1700 manschappen omvattend, zijn tot nu toe opgeleid. Eveneens via de EPF, heeft de Europese Unie de Mozambikaanse strijdkrachten gesteund bij de aankoop van “niet-dodelijk materieel” (lichte wapens) voor de eenheden getraind door de EUTM-Mozambique.
De trainingsmissie omvat een groot aantal landen. Het is niet verrassend dat Portugal en Frankrijk zichzelf een leidende rol hebben toebedeeld. Als EU-missie zijn de lidstaten dienovereenkomstig aanwezig (zo ook België), maar Servië -kandidaat voor toetreding tot de EU- en Kaapverdië hebben er ook individuele soldaten ontplooid.
Aan het begin van dit jaar vroeg de Mozambikaanse regering aan de EU om de trainingsmissie te verlengen. Volgens een bericht van ‘Canal de Mocambique’, aarzelde de EU-vertegenwoordiging in Mozambique om zich te engageren. De regering van Portugal -de voormalige kolonisator- stelde niet verrasend in december 2023 al dat de EU-missie verlengd moest worden. In mei besloot de Raad van de EU uiteindelijk om het mandaat van de trainingsmissie effectief te verlengen tot 30 juli 2026. De nieuwe missie zal gefinancierd worden met 14 miljoen euro. Maar de uitbreiding gaat wel gepaard met een verandering in de doelstellingen: de nadruk komt op “ondersteuning” of “bijstand” te liggen, in plaats van op “training”. Die verandering wordt weerspiegeld door een nieuwe naam. EUTM-Mozambique werd afgelopen september de ‘EU Military Assistance Mission Mozambique’ (EUMAM-Mozambique).
Naast lichte wapens wil Mozambique ook ander oorlogsmaterieel van Europa. Dit verzoek -meermaals gedaan en consequent geweigerd- werd laatst herhaald in mei in Brussel door de Mozambikaanse minister van Defensie Cristóvão Chume.
EPF
Het engagement van de EU in Mozambique zit ingebed in het zich ontwikkelende Europees Gemeenschappelijk Veiligheids- en Defensiebeleid (GVDB), dat enige jaren geleden werd gelanceerd en sinds 2022 wordt versterkt door het ‘Strategisch Compas‘ van de EU. Dit actieplan omvat met name de Europese Vredesfaciliteit (EPF) als het nieuwe financieringsinstrument voor alle EU-maatregelen op het gebied van buitenlands beleid met een militaire of defensiedimensie in het kader van het GVDB. Volgens het EU-Verdrag is het echter niet toegestaan om militaire maatregelen te financieren met het EU-budget. Om dit verbod te omzeilen wordt er via de EPF een budget voor militaire financiering gecreëerd buiten het EU-budget om. Voor de periode 2021-2027 wordt daarvoor 17 miljard uitgetrokken (voornamelijk steun aan Oekraïne).
Met de EPF beoogt de EU meer flexibiliteit om de Afrikaanse Unie te omzeilen en rechtstreeks nationale en subregionale militaire initiatieven te financieren. De Hoge Vertegenwoordiger voor Buitenlandse Zaken van de EU, Josep Borrell, verklaarde dat de Vredesfaciliteit van de EU “een nog effectievere wereldwijde veiligheidsleverancier zou maken”. De missie in Mozambique was een van de eerste zichtbare resultaten van deze ontwikkeling. Ze was ook pas de derde ondersteuningsmissie die de Raad goedkeurde sinds de oprichting van de EPF.
De EU wil de EPF ook gebruiken om wapenleveringen aan crisisregio’s te faciliteren en rechtstreeks training en materieel voor nationale legers te financieren. Volgens de ‘International Crisis Group’ en andere organisaties, zou dit de gespannen situatie in fragiele staten kunnen verergeren. Hoewel de verzoeken van de Mozambikaanse regering voor wapenleveringen tot nu toe werden afgewezen, heeft haar favoriete partner en actor Rwanda wel profijt kunnen slaan uit de EU.
Het is niet alleen de trainings- of ondersteuningsmissie van de EU die onder de Vredesfaciliteit valt, er werd in 2022 een ander precedent geschapen in deze context. Voor het eerst kreeg een leger, dat van Rwanda, voor zijn interventie in Cabo Delgado rechtstreekse Europese financiële steun via de Faciliteit: 20 miljoen euro. Volgens Bloomberg is de EU zelfs aan het overwegen om die steun aanzienlijk te verhogen, maar voorlopig werd dit afgewezen. Ook SAMIM werd gesteund met EPF-fondsen: bijna 17 miljoen euro aan materieel, zoals voertuigen.
Wat tot nu toe ontbreekt is een kritische beoordeling van de EU-missie in Mozambique en haar effect op de Quick Reaction Forces. Bij het beëindigen van EUTM-Mozambique focusten de verwachte succesverhalen van de EU eerder op kwantiteit (bijv. het aantal getrainde soldaten) dan op kwaliteit. Volgens een rapport van de International Crisis Group verlenen de Mozambikaanse autoriteiten de militaire trainers van de EU geen toegang tot Cabo Delgado. En over het algemeen blijft de dreiging van militanten in de regio groot.
Een bijkomende geopolitieke dimensie zou de EU-missie nog interessanter kunnen maken. Tot nu leverde China alleen wapens aan Mozambique, maar de Mozambikaanse president Filipe Nyusi heeft nu aangekondigd dat China de training van Mozambikaans militair personeel zou kunnen ondersteunen.
Nood aan dialoog
Het is zo dat de bescherming van de bevolking -inclusief door de Mozambikaanse strijdkrachten te versterken- onontbeerlijk is. De EU-missie geeft evenwel de indruk dat het leger politiek belangrijker geacht wordt dan de burgers (een nieuw opgezette civiele conflictoplossing zou dit kunnen ontkrachten). Dit conflict zal echter nooit effectief worden beëindigd zonder dat er een kanaal voor dialoog wordt geopend, met de rol van de lokale gemeenschap op de voorgrond. Lokale initiatieven hebben al resultaten opgeleverd. Zo resulteerden ze in augustus in de vrijlating van 60 vissers die gekidnapt en drie dagen vastgehouden werden door de islamistische groep.
Daarbovenop moeten er sociaal-economische maatregelen worden genomen die verder gaan dan “ontwikkelingsprojecten”. Door dit te verzuimen, ontkent de EU ook de sociale en economische oorzaken van de oorlog in Cabo Delgado, versterkt ze de marginalisatie van gemeenschappen en steunt ze de controversiële positie van het leger en de veiligheidstroepen, alsook van de Mozambikaanse elite. Het is onduidelijk hoe ‘peace enforcing’ (vrede afdwingen, ook door middel van geweld), moet overgaan in ‘peace keeping’ (vredeshandhaving). Zelfs als ze niet rechtstreeks betrokken zijn, toch maakt de EU deel uit van de toenemende militarisering.
Maar de beoordeling van de EU-missie mag daar niet stoppen. De missie moet gecategoriseerd worden in een driehoek van ‘veiligheid, bescherming van investeringen en toegang tot hulpbronnen’, zelfs al wordt dit niet expliciet zo vermeld. Terwijl de retoriek van de EU-diplomatie de defensieve houding van de EU neigt te benadrukken, suggereren de missies zelf een veel offensiever karakter. Het gaat om de militaire verdediging van een extractivistisch project en van eerdere investeringen, alsook om de Europese veiligstelling van de gasvoorziening.
Dit artikel verscheen in Vrede en komt uit Africa is a Country.