Op 1 juli 2010 neemt het Belgische EU-voorzitterschap een aanvang. De zes daarop volgende maanden bieden aan Belgische beleidsmakers een unieke gelegenheid om enkele cruciale thema’s op de internationale agenda te plaatsen. Een kans voor de Belgische Noord-Zuid beweging om meer druk te zetten op het Europese beleid.
De Europese Unie, als grootste donor wereldwijd – met meer dan de helft van de wereldwijde hulp – en één van de weinigen met een wettelijke verankering van armoede-uitroeiing als voornaamste doelstelling van haar ontwikkelingsbeleid, is een belangrijke speler voor ontwikkeling van het Zuiden. Bovendien is 2010 een belangrijk jaar voor ontwikkeling aangezien er een VN-top plaatsvindt om na 10 jaar de Millenniumdoelstellingen te evalueren, er een opvolging komt van de klimaattop van vorig jaar en dat de EU-Afrika strategie geëvalueerd wordt. Europese politieke wil zal een cruciaal element zijn om beterschap te brengen voor de 1 miljard armen in de wereld.
Nieuwe spelers op het veld
Doch zijn er enkele kanttekeningen die nogmaals het belang van politieke moed onderstrepen. Er verschijnen meer donoren op het toneel die ook iets in de pap te brokken willen hebben. Zo is bv. Brazilië niet alleen een ontwikkelingsland maar geeft het ook hulp. Ook China, Rusland en India eisen hun plaats op. Wel verstrekken deze landen geen officiële gegevens over de ontwikkelingshulp die ze geven. Hun overdrachten aan ontwikkelingslanden blijven dus buiten de statistieken. Bovendien schakelen ze zich vaak niet in in internationaal overeengekomen codes over doeltreffende besteding van hulp. Daarbij komt dat ze bij economische, financiële en klimaatgerichte beslissingen een belangrijkere rol gaan spelen. Europa moet dus nu een voorbeeldrol opnemen -nu het nog kan.
Bovendien was het EU-voorzitterschap tot voor kort belangrijker dan het nu is. Dit heeft alles te maken met de goedkeuring van het Verdrag van Lissabon en de daarmee gepaard gaande instutionele veranderingen. Zo zijn er niet alleen twee nieuwe spelers op het veld voor de buitenlandse vertegenwoordiging, de Voorzitter van de Raad, Herman Van Rompuy, en de Hoge Vertegenwoordiger, Catherine Ashton, maar krijgen die ook meer greep op de besluitvorming. Voortaan is het barones Ashton die de programma’s voor het EU voorzitterschap goedkeurt, én de agenda bepaalt van de Raad Buitenlandse Zaken – ook de jumboraden waarbij de ministers van ontwikkelingssamenwerking samenkomen liggen in haar handen.
Er is geen sprake van een lange transitieperiode want deze regels gelden meteen al voor het Belgische EU voorzitterschap. Ook al is er nog geen overeenkomst over haar ondersteunende Europese Dienst Extern Optreden. Voortaan zullen ook de recent gewijzigde EU-delegaties (ipv delegaties van de Europese Commissie) woordvoerder zijn voor de EU en niet de Belgische ambassade die als voorzitter van de EU deze eer in het verleden zou hebben opgenomen.
Daarbij komt dat de rol van beide nieuwe actoren niet altijd duidelijk is. Zo kondigde Van Rompuy aan een top van regeringsleiders te organiseren over de visie van Europa op het buitenlandse beleid op 16 september, terwijl Catherine Ashton normaal gezien de leiding heeft op het bepalen van de richting van het buitenlandse beleid.
Daartegenover staat wel dat de rol van de parlementen versterkt wordt en dat ze voortaan over 95% een gelijke stem hebben in de besluitvorming in tegenstelling tot 40% vóór het Verdrag van Lissabon. Wat dan weer opportuniteit geeft aan het maatschappelijk middenveld om hun stem te laten horen.
Tot slot heeft België nog geen regering en ziet het er niet naar uit dat deze er zal zijn op 1 juli. België mag dan wel beweren klaar te zijn om Europa te leiden, het blijft een vreemde situatie.
Hoeveel gewicht om druk te maken
Ook al zal het roterende EU-voorzitterschap aan gewicht inboeten, het blijft toch de moeite te blijven investeren. België blijft immers nog een aantal ministerraden voorzitten. Daarenboven zit België tal van voorbereidende werkgroepen voor, zoals voor handel en ontwikkeling. De invloed van België is dus toch een pak groter dan zonder Voorzitterschap.
Belangrijker is dat er meer media en publieke aandacht zal zijn voor het Europees beleid. Een kans die we moeten grijpen om ook de aandachtspunten voor het Zuiden op de agenda te plaatsen.
11.11.11 gaat Europees
Het Europees beleid is van belang voor het Zuiden, en hiermee bedoelen we zeker niet alleen het hulpbeleid. In het verleden is er campagne gevoerd samen met internationale, Europese en zuidelijke netwerken en partners om een halt te roepen aan de Europese Partnerschapsakkoorden (EPA). Al snel bleek dat deze vrijhandelsakkoorden geen regionale integratie zouden teweegbrengen laat staan ontwikkeling voor de landen in het Zuiden, wat aanleiding gaf tot sterke mobilisatie en verontwaardiging hier én in het Zuiden.
Tijdens het vorige Belgische EU-voorzitterschap slaagde de Noord-Zuidbeweging er bovendien in om de Tobintaks op de Europese agenda te plaatsen. Ook werd er een Belgische wet gestemd waarbij de eerste stenen gelegd werden voor de invoering van een dergelijke taks. Nu lijkt het klimaat opnieuw rijp om een financiële transactietaks op de Europese tafel te leggen. We porren de Belgen dan ook aan dit aan te kaarten bij mevrouw Ashton.
De Noord-Zuidbeweging heeft alvast een eisenpakket klaar voor de Belgische overheid om er werk van te maken als voorzitter van de EU. Tijdens het Belgische EU voorzitterschap willen we het tij keren voor de Millenniumdoelstellingen door nadruk te leggen op het belang van financiering van ontwikkeling, waardig werk, landbouw en ontwikkeling en klimaat.
Daarbij komt dat België moet vrijwaren dat de ontwikkelingsdoelstellingen in het hart van alle extern beleid komen te staan. In het Lissabon Verdrag staat immers klaar en duidelijk dat de EU in al haar beleid dat een effect heeft op ontwikkelingslanden, rekening moet houden met de doelstellingen van haar ontwikkelingssamenwerking.
Er moet meer en betere hulp komen. België zou alvast een voorbeeldrol spelen door de beloofde 0,7% te behalen tegen 2010 en andere Europese landen aanzetten hetzelfde te doen. Ook is de tijd rijp om innovatieve mechanismen op te zetten voor financiering van ontwikkeling; Een Europese financiële transactietaks is alvast een stap in de goede richting als deze ook ten goede komt van het Zuiden.
We zullen ook kijken naar de inspanningen die geleverd worden om de verantwoordelijkheden in de productieketen bloot te leggen en de promotie van waardig werk te bevorderen. Landbouw is een van dé katalysatoren voor ontwikkeling. Opnieuw kan Europa hier een cruciale rol in spelen door eigen beleid aan te passen en door meer te investeren in landbouw in het Zuiden.
Bovendien moet België ervoor zorgen dat Europa eindelijk leiderschap toont tijdens de internationale klimaatonderhandelingen in Cancun (Mexico, 29 november tot 10 december). Indien ze beweren het meest vooruitgang te boeken in de maatregelen om klimaatverandering aan te pakken; dan moet zich dat ook politiek laten voelen. Vorige klimaattop slaagden ze er niet in deze rol te verzilveren, we hopen dat ze deze keer een betere strategie klaar hebben en één duidelijke Europees lijn verdedigen. België kan alvast zelf ambitieuze doelstellingen nastreven voor 2020. Door zelf een verregaande reductie van uitstootgassen vast te leggen van 40% tegen 2020 kan de EU andere landen in de wereld aanzetten om ook actie te ondernemen. Bovendien moet vooruitgang geboekt worden inzake financiering voor klimaatbeleid in ontwikkelingslanden.
De prioriteiten werden gebundeld in een memorandum, waarbij negen eisen centraal werden geplaatst.
Brede steun.
Uiteraard doet 11.11.11 dit als Vlaamse Koepel voor de Noord-Zuidbeweging niet alleen en werkt ze samen met de Waalse koepel en federatie in een nationaal samenwerkingsverband. Dit alles gebeurt onder de vleugels van Concord, de Europese Koepel van ngo’s, die meer dan 1600 ngo’s vertegenwoordigd, in 22 nationale platformen en 18 netwerken. Daarnaast zijn we actief in vele gespecialiseerde netwerken zoals Eurodad, Eurostep, en Seattle to Brussels.
Samen met onze Waalse tegenhanger trekken we gezamenlijke het voorzitterschapprogramma van ngo’s en zetten we gezamenlijke lobbystrategieën op. Ook binnen Concord nemen we een centrale coördinerende rol op voor onze Europese collega’s de komende maanden.
(Uitpers nr. 122, 11de jg., juli-augustus 2010)