Vooreerst moet ik wellicht zeggen dat ik volop de analyse deel dat er geen eengemaakte, gecentraliseerde Al-Qaeda-beweging bestaat. Wel bestaan er op zovele plaatsen groepen die menen hun specifieke maatschappijvizie gebaseerd op hun conservatieve interpretatie van geloofsgeschriften, aan iedereen met geweld te moeten opdringen in functie van eigen belangen. Ze situeren zichzelf binnen Al-Qaeda om het lokale niveau te overstijgen en grotere uitstraling te verwerven in eigen streek maar ook in het buitenland. Daar waar ze politiek, economisch en strategisch interessant zijn krijgen ze steun van bepaalde conservatieve elites uit de Arabische wereld.
Libië
Het Westen trad op als de luchtmacht van de Libische rebellen die kolonel Gadafi wilden omverwerpen. De westerse internationale gemeenschap steunde volop het zogenaamde verenigd front van de opstandelingen, en bakte zoete broodjes met een islamistisch leider die ze even voordien nog hadden helpen opsluiten. De nadrukkelijke aanwezigheid van Al-Qaeda-gelieerde groepen in het verzet lijkt niemand echt te deren. Enkele rapporten over grove mensenrechtenschendingen vanwege deze verzetsgroepen lijken onze leiders niet tot nadenken te stemmen. Niemand maakt zich verder zorgen over de uitgebreide steun die Qatar aan de anti-Gadafisten, en de Al-Qaeda-groepen verleende. De Europese Unie werkte gretig mee aan het politiek installeren van bevriende leiders van deze conservatieve monarchieën van de Golfstaten.
Syrië
Het Westen is de politieke beschermheer, mede-leverancier van wapens, mede-financier van het verenigd front van Syrische opstandelingen. Ergens zegt de Amerikaanse minister van buitenlandse zaken wel dat ze zich zorgen maakt over de samenstelling van het front en de nadrukkelijke aanwezigheid van Al-Qaeda daarin. Ook hier verschijnen er sporadisch rapporten over de gruwelijkheden van bepaalde verzetsgroepen. Maar kennelijk maakt dit geen fundamenteel probleem uit om verder het regime van Assad te bekampen, te destabiliseren, te demoniseren en de steun aan de opstandelingen ongemoeid verder te zetten. De uitgebreide openlijke financiële en gewapende steun van Saoedi-Arabië en Qatar aan bepaalde groepen opstandelingen springen daarbij in het oog.
Mali
Het Westen, hierin gevolgd door de voltallig VN Veiligheidsraad, gaat onder leiding van Frankrijk over tot een militaire interventie in Mali met de duidelijke doelstelling om het terrorisme te bestrijden. Eerst was afgesproken dat de Afrikaanse landen troepen zouden sturen, maar Parijs achtte dat een en ander sneller moest gebeuren. Het gaat om de oprukkende islamistische Touaregrebellen die de territoriale eenheid van het land danig in gevaar brengen. Naar verluidt treden ze zeer wreedaardig op in de gebieden die ze veroveren. De rebellie van de Touaregs verwierf enorme militaire slagkracht dank zij de ineenstorting van Gadafi’s Libië en de grote hoeveelheden wapens die daardoor naar Mali konden versluisd worden. Er zijn nationalistische tendensen bij de rebellie, actieve smokkelaars, en verschillende islamistische groepen. Die laatsten hebben de bovenhand kunnen nemen op de seculiere organisaties. Hoe dit precies is kunnen gebeuren is nog niet duidelijk. De steun van opnieuw de conservatie elites in bepaalde Arabische landen lijkt hier niet vreemd aan te zijn?
Eigenaardig, toch? Het islamistisch terrorisme is kennelijk soms de vriend van de westerse leiders, soms de vijand. Op basis van welke analyse? We krijgen in elk geval geen verdere uitleg: “De strijd tegen de terreur is een prioriteit”. Zou het kunnen zijn dat van de ‘publieke opinie’ verwacht wordt dat ze zich zorgen maakt over groepen die de ‘Al Qaeda’-stempel krijgen, maar dat de ware achtergrond van de buitenlandse politiek door andere criteria wordt bepaald?
Bevlogen?
Frankrijk is de laatste tijd bijzonder militair actief in Noord- en West-Afrka. Eerst was er de Franse minister van defensie die hulp aanbood aan de bedreigde Tunesische president Ben Ali. Er was de dominante Franse activiteit in de militaire operaties tegen het Libië van Gadafi. Er was de Franse militaire steun om bij betwiste presidentsverkiezingen in Ivoorkust Ouattara in het zadel te helpen. Ook in de strijd tussen de oprukkende rebellen uit het noorden van de Centraal-Afrikaanse Republiek naar de hoofdstad Bangui koos Parijs duidelijk kant om de zittende president te steunen. En nu Mali. Zou de grote humanitaire bevlogenheid van de verschillende Franse presidenten geen andere beweegredenen verdoezelen? Zich toegang blijven verzekeren tot grondstoffen en de concurrentiepositie voor Afrikaanse rijkdommen verstevigen tegenover bijvoorbeeld China en de VS, staan dan wellicht bovenaan het lijstje.