Het is weinig opbeurend nieuws. De afgelopen twaalf maanden zijn in Frankrijk niet minder dan 66.800 bedrijven in ‘défaillance’ gegaan. Die bedrijven zijn nog niet noodzakelijk allemaal failliet maar zitten wel in zware financiële moeilijkheden en hebben een sociaal plan ingediend.
Distributieketen Auchan zet 2389 mensen aan de deur, Michelin sluit twee fabrieken met 1254 banen, toeleverancier Valéo sluit drie vestigingen met 1120 personeelsleden … tientallen kleine toeleveranciers van de auto-industrie snakken naar adem … in de bouwsector gaat het heel slecht, chemie, papier, overal stapelen de problemen zich op. De werkloosheid bedraagt nu 7,4 % en kan tot 8 % of meer oplopen.
De sociale onrust neemt logischerwijs eveneens toe. Er worden stakingen verwacht in december in diverse sectoren, inclusief van het openbaar ambt. Dat laatste heeft dan weinig te maken met de economische toestand, maar met de politieke besluitvorming van een regering die niet weet hoe ze tot een sluitende begroting moet komen.
Het gebrek aan politieke stabiliteit draagt beslist niet bij tot het gerust stellen van de mensen. De rechtse regering weigert te kijken naar hoe de rijken kunnen bijdragen en zoekt naar middelen bij gewone mensen die nu al moeite hebben om de eindjes aan elkaar te knopen. Dat gebeurt vaak op een vrij slinkse manier: arme mensen die hun uitkering plots niet verlengd zien of van wie sommige rechten plots worden afgenomen. De regering denkt er zelfs aan de energieprijzen die nu al bijzonder hoog liggen, nog eens extra te belasten.
Ook elders
Frankrijk staat beslist niet alleen. De sluiting van de Audi-fabriek in Vorst maakt deel uit van dezelfde crisis.
Ook Duitsland zit in zeer zwaar weer met een recessie die al twee jaar duurt. Het BBP zal in 2024 met 0,1 % zakken en voor 2025 wordt een groei van nauwelijks 0,4 % verwacht. Fabrieken gaan dicht (denk aan Volkswagen) en investeringsprojecten worden uit- of afgesteld.
Zowal alle sectoren zijn in crisis, stelt een recent deskundigenverslag. Er wordt veel te weinig strategisch nagedacht en Duitsland is té afhankelijk van het buitenland en dan vooral van China.
Nu met de verkiezing van Trump beslist geen beterschap wordt verwacht, is het tijd geworden voor een ‘schoktherapie’ aldus nog de deskundigen.
De voorstellen liggen klaar, denk aan de rapporten van Mario Draghio en Enrico Letta. Maar de verdeeldheid is bijzonder groot in de EU, zoals nogmaals bleek op de vergadering van de Raad in Budapest op 8 november.
Een beetje goed nieuws komt er wel uit Duitsland. De regering van Olaf Scholz is gevallen en de wellicht toekomstige bondskanselier van de CDU, Friedrich Merz, stelt bereid te zijn om de ‘Schuldbremse’ opnieuw te bekijken. Het gaat dan om de grondwettelijke verplichting van de Duitse regering om het begrotingstekort te beperken tot 0,35 % van het BBP. Dat mag volgens Merz niet om het verbruik of het sociaal beleid op te trekken, maar zou wel kunnen voor meer investeringen in toekomstgerichte sectoren.
Er zijn oplossingen
En voor wie wil, ligt nog veel meer geld voor het grijpen. Ursula von der Leyen wees er al op dat 300 miljard Euro spaargeld van de EU naar het buitenland gaat in plaats van hier geïnvesteerd te worden.
Op de website van de PVDA leest men dat vijf grote oliebedrijven een gezamenlijke winst van 121 miljard US$ hebben gemaakt in 2023. Ook Sophie Binet van de Franse vakbond CGT wees er op dat er vandaag veel te veel geld naar de aandeelhouders gaat en dat de marges van de bedrijven veel te groot zijn.
Tientallen miljarden zijn ook al richting Oekraïne vertrokken, voor een EU in crisis beslist geen evidente keuze.
Gevraagd naar de reden voor de zware crisis, wordt door alle deskundigen steevast gewezen op de veel te hoge energieprijzen, drie keer zo hoog als in de VS, wat de competitiviteit van de ondernemingen zwaar aantast. Daarnaast is er de prijs van de grondstoffen, de achterstand van de EU inzake nieuwe technologieën – waar blijft de Europese cloud? – en het feit dat de leningen die door de overheid werden verstrekt tijdens de COVID-crisis nu moeten terug betaald worden.
Er zijn oplossingen, zeer zeker, en de gemeenschappelijke leningen die ook Mario Draghi voorstelt staan op de eerste plaats. Het is wel bijzonder dringend geworden, want het staat vast dat er weinig goeds te verwachten valt van het nieuwe beleid in de V.S.
De EU staat, na China, op de tweede plaats van landen/regio’s met het grootste handelsoverschot t.a.v. de VS. Maatregelen van Trump kunnen, volgens Goldmann Sachs de EU 0,5 % van het BBP kosten, zo schrijft The Economist.
Een andere, delicate vraag betreft de solidariteit binnen de EU. Zolang het economisch goed gaat en iedereen erop vooruit gaat, zijn er weinig problemen. Nu het voor sommige landen, denk vooral aan Duitsland, moeilijk wordt, kan de interne samenhang danig op de proef worden gesteld…