Guy Verhofstadt kan je niet meteen van een gebrek aan dadendrang beschuldigen. In verschillende conflictsituatie laat hij zich graag kennen als het Europese democratische geweten. Hij is er de man niet naar om conflicten op zijn beloop te laten. Zijn devies luidt steevast: doe iets. Probleem is alleen dat zijn dadendrang soms groter is dan zijn kennis ter zake. Zelfkritiek zal je bovendien niet in zijn woordenboek terugvinden.
In de aanloop van de oorlog naar Libië was Guy Verhofstadt een van de grootste pleitbezorgers van een militair optreden. Op 18 maart 2011 schreef hij in De Morgen een opiniestuk onder de titel: “We moeten de gek Khadaffi stoppen”. Wat kan het geheugen kort zijn. Deze ‘gek’ mocht in 2004 nog samen met onze voormalige premier over de rode loper in Brussel om vervolgens met hem een feestelijk diner te nuttigen.
Verhofstadt is nu opnieuw in de pen gekropen (De Morgen, 19/02) naar aanleiding van de moord op 21 koptische Christenen door een Libische gewapende groep die zegt tot IS te behoren. Hij stelt daarin dat Europa beschamend weinig heeft gedaan na “de chaos die Khadaffi had achtergelaten”. Die Khadaffi heeft achtergelaten? Verhofstadt heeft zo zijn eigen waarheden.
Hier een andere. Verhofstadt was een van de belangrijkste pleitbezorgers van een militair optreden tegen de Libische leider. Hij behoorde tot het invloedrijke clubje politici en opiniemakers dat vond dat je met zo’n ‘gek’ geen politieke onderhandelingen kon voeren. Khadaffi was plots een ‘genocidair’ die heel Benghazi – de belangrijkste stad in in het oosten van het land – dreigde uit te moorden. Uiteindelijk kwam de NAVO in actie onder het mom van het afdwingen van een no-flyzone.
In werkelijkheid ging het om een operatie die de gewapende rebellen luchtsteun moest leveren om het regime van de macht te verdrijven. Nadenken over ‘wat daarna’, zat er niet in. Een bemiddelingspoging door de Afrikaanse Unie werd – in de woorden van de Zuid-Afrikaanse president Zuma – ‘gesaboteerd’. De baarlijke duivel moest weg, ook al hadden België en andere Europese landen even tevoren nog met plezier wapenlicenties afgeleverd ter waarde van miljoenen euro’s of bleek hij erg geschikt om lucratieve economische deals mee af te sluiten.
Dat ook de NAVO Libië in chaos heeft achtergelaten, is niet de definitie die Verhofstadt hanteert over deze situatie. Dat de warlords die Libië al bijna vier jaar onveilig maken de destijds door onze bondgenoten bewapende opstandelingen waren met inbegrip van al-Qaida-leden, daar hoor je onze voormalige premier ook bitter weinig over zeggen.
Stokebrand
Verhofstadt rolt als een tank door conflicten. Kort na het uitbreken van de opstand in Syrië begon hij te pleiten voor het bewapenen van de ‘gewapende oppositie’ en hij deed dat almaar vuriger. Verhofstadt die Syrië louter van de landkaart en lobbyclubs kent, had blijkbaar niet door dat er niet zoiets als ‘de’ oppositie bestond, dat de invloed van radicale gewelddadige islamisten enorm was en dat de militarisering de democratische revolutie – waaraan hij lippendienst bewees – juist kapot dreigde te maken. De wapens die onze bondgenoten vervolgens – opnieuw – leverden, zijn uiteindelijk grotendeels in handen van gewelddadige jihadisten als Islamic State, Jabhat al Nusra of Ansar al-Asham gevallen.
Verhofstadt vond het ook nodig om stokebrand te spelen op het Onafhankelijkheidsplein in Kiev. In zijn toespraak sprak hij zijn ode uit aan de ‘verdedigers’ “van de Europese waarden, de Europese principes en de democratie”. Hij deed dat voor een behoorlijk gemengd publiek met een notoire vertegenwoordiging van extreemrechtse milities zoals Pravy Sector, Svoboda en Azov Bataljon en in het bijzijn van boegbeelden als Joelija Timosjenko die bezwaarlijk toonbeelden van de democratie kunnen worden genoemd.
Verhofstadt behoort tot het slag politici die niet graag onze eigen rol in het escaleren van conflicten willen erkennen of die domweg niet willen zien. In Oekraïne trapt de EU en vooral de NAVO al jaren op gevoelige Russische tenen. In Syrië voeren onze bondgenoten een koude oorlog warm uit. Het gaat daar al lang niet meer om het lot van de Syrische bevolking, maar om een ‘proxy war’. In Libië is de ‘meest succesvolle operatie in de geschiedenis van de NAVO’ – dixit voormalig NAVO-secretaris-generaal Rasmussen – in een complete chaos uitgemond waarin gewelddadige groepen goed gedijen. Net zoals dat ook het geval was na de invasie van Afghanistan en Irak.
Verhofstadt heeft dringend nood aan een goede adviseur. Een die hem duidelijk maakt dat hij best zijn mond houdt over zaken waar hij geen jota van gesnapt heeft.
Dit stuk verscheen eerder in De Wereld Morgen: http://www.dewereldmorgen.be/artikel/2015/02/19/de-dadendrang-van-guy-verhofstadt