“Laat mij eerst en vooral verduidelijken wat ik bedoel met ‘de crisis’. Het is mijn overtuiging dat we niet alleen in een financiële, economische, sociale en milieucrisis zitten, maar dat we ook en misschien vooral geconfronteerd worden met een zeer ernstige crisis van de linkerzijde. Dat de linkerzijde op dit ogenblik geen voordeel haalt uit de crisis en geen aantrekkelijke boodschap heeft voor de mensen, is daar het beste bewijs van. Begin jaren ’90 waren er nog 15 regeringen in de EU met een sociaal-democratische participatie. Vandaag zijn ze op de vingers van één hand te tellen. En het lijkt me even duidelijk dat, zolang we die crisis van de linkerzijde niet oplossen, we ook geen oplossing kunnen bieden voor die andere crises. Integendeel, er is een risico dat de linkerzijde buiten spel wordt gezet.” (Uitpers nr 123 van september 2010, www.uitpers.be/index.php/archief-199-2012)
Vier jaar geleden dus. De boodschap werd me niet in dank afgenomen. Maar is er iets veranderd?
Resultaten van de progressieve partijen in België in de Europese verkiezingen van 2009 en 2014 (in %)
2009 2014
PS 10,88 PS 10,77
SPA 8,21 SPA 8,28
Subtotaal 19,09 Subtotaal 19,05
Ecolo 8,55 Ecolo 4,3
Groen 4,90 Groen 6,62
Subtotaal 13,45 Subtotaal 10,92
PVDA 0,61 PVDA+ 1,51
PTB+ 0,43 PTB-GO 2,02
Subtotaal 1,04 Subtotaal
3,53
Andere: Andere:
LCR/PSL 0,12 Vega 0,23
D’Orazio 0,12 Stand Up 0,12
CAP 0,10 MG 0,7
Ecolo(G) 0,09
LSP 0,14
PC-GE 0,11
Subtotaal 0,68 Subtotaal 1,05
Totaal 34,26 % Totaal 34,55 %
Het is best mogelijk dat de resultaten van de federale en de regionale verkiezingen lichtjes verschillende resultaten laten zien. En het is eveneens duidelijk dat de PVDA+ en PTB-GO een schitterende campagne hebben gevoerd en behoorlijk vooruitgang hebben geboekt. Maar het blijft 3,53 %, ondanks sommige goede locale resultaten.
Het eindresultaat is inderdaad niet veranderd: de linkerzijde spint geen garen bij deze crisis, niet in België en ook niet in de andere landen van de Europese Unie, tenminste voor zover de voorlopige resultaten van die andere landen bekend zijn.
Een ernstige analyse kan m.i. niet langer uitblijven. Over enkele dagen volgt een uitgebreidere analyse van de Europese verkiezingen vanuit een Europees perspectief.
Vandaag wil ik een aanzet geven voor een grondig onderzoek naar wat de linkerzijde kan doen om op termijn nog relevant te zijn. De resultaten ervan zullen verschillend zijn voor de drie ‘grote’ partijen die nochtans op termijn toenadering tot elkaar zullen moeten zoeken.
De grote vraag is: heeft de linkerzijde een toekomstgericht antwoord op de crisis? Enkele elementen van het antwoord op die vraag kan men lezen in mijn artikel van 2010. Twee dingen staan voor mij als een paal boven water.
Eén, het heeft weinig zin om te blijven stellen dat de mensen niet begrijpen wie hun belangen ‘echt’ verdedigt. Mensen zijn rationele wezens die weten wat ze doen. Wel is het mogelijk dat ze over te weinig informatie beschikken of de korte op de lange termijn verkiezen.
Twee, de linkerzijde, in al haar componenten, heeft een nieuw, positief, aantrekkelijk en geloofwaardig verhaal nodig. Dat heeft ze vandaag niet. Ze kan de mensen niet langer overtuigen en mobiliseren.
Wat op het spel staat is niet een electorale overweging of een hang naar macht. Het gaat wel over de toekomst, over de vraag hoe we kunnen vermijden dat de verrechtsing zich doorzet met voor alle landen rampzalige gevolgen. Wat op het spel staat is de toekomst van de democratie en, waarom niet eens grote woorden gebruiken, de toekomst zelf.
Geen enkele progressieve partij kan vandaag victorie kraaien. In België is er een stagnatie. In Europa heeft het absenteïsme en het succes van de eurosceptische partijen de legitimiteit van de enige democratische instelling van de EU sterk aangetast. Het is vijf voor twaalf.