Men kan er niet omheen: president Barack Obama’s toespraak over de olieramp van British Petroleum (BP) was een enorme ontgoocheling. Ondanks de bevestiging van zijn steun voor strengere reglementering voor olieboringen in zee en de voor een agenda voor propere energie, slaagde Obama er niet in enige politiek aan te brengen ter voorkoming van het soort catastrofes zoals er een aan de gang is in de Golf van Mexico.
Hij weigerde ook zich vast te leggen op specifieke maatregelen om de VS los te maken van fossiele brandstoffen. Het is duidelijk dat Obama gelooft dat vergaande verandering noodzakelijk is. Maar het is even duidelijk dat hij niet bereid is te vechten voor die verandering.
Obama herhaalde wel zijn steun voor een zes maanden durend moratorium op nieuwe toelatingen voor het boren naar olie in diepe waters, maar hij deed geen voorstellen voor de aanpak van boringen in ondiepe wateren. Evenmin gaf hij oplossingen aan voor boringen om het even waar. De president gaf ook toe dat het fiasco met het boorplatform Deepwater Horizon een direct gevolg was van het Amerikaanse falen om een politiek op lange termijn voor propere energie uit te stippeln. Hij drong er sterk op aan bij het Congres om de huidige politiek te herzien. Het beste moment van de toespraak kwam toen die al voor twee derden was uitgesproken:
“Hoe we onze reglementering van de industrie ook mogen verbeteren, boren naar olie brengt tegenwoordig grotere risico’s mee. En uiteindelijk is olie een niet onuitputtelijke grondstof. We consumeren meer dan 20 percent van de olie van de wereld, maar beschikken maar over minder dan twee percent van de wereldwijde oliereserves. En dat is er deels de oorzaak van dat oliemaatschappijen anderhalve kilometer diep boren in de oceaan. We beschikken immers bijna over geen bijkomende sites te land en in ondiep water meer.”
Het leek er een moment op dat de zaken van de grond zouden komen. Maar dat gebeurde niet. Obama onderstreepte hoe hoog de inzet was voor de energiepolitiek van de VS, maar op geen enkel moment zei hij exact wat de VS zouden moeten doen om het probleem op te lossen.
“Ik zal graag kennis nemen van andere ideeën en benaderingen, van om het even welke partij, als ze maar onze verslaving van fossiele brandstoffen aanpakken … de enige aanpak die ik niet zal aanvaarden is gebrek aan actie.”
In vertaling: geef mij een wet, en ik zal die ondertekenen.
Wat zou er moeten gedaan worden? Laten we beginnen met een terugblik op Obama’s eerdere uitbreiding van booroperaties in zee en met het heroriënteren van de 39 miljard $ subsidies voor de olie-industrie naar investeringen in propere energie. Er zijn heel wat problemen met het plan voor emissierechten dat vorig jaar door het Huis van Afgevaardigden werd goedgekeurd, maar er staan heel wat goede bepalingen in, waaraan Obama zijn goedkeuring had kunnen geven tijdens zijn toespraak. Het is immer niet zo dat klimaatsverandering een nieuwe kwestie is voor deze regering. Die heeft er al meer dan een jaar aan gewerkt.
De toespraak, kort gezegd, schoot jammerlijk tekort als antwoord op de meest ernstige milieucatastrofe ooit in de geschiedenis. Maar het zou een vergissing zijn de tekortkomingen in de BP-toespraak te beschouwen als een geïsoleerde mislukking. De toespraak is kenschetsend voor een nu al bekend patroon in de regeringsstrategie van de president. Obama spreekt zich niet uit voor hervormingen, hij is voor consensus. Zijn retorische nadruk op het herstellen van een “gebroken” Washington en op het begin van een nieuw “bipartisaan” tijdperk – van samenwerking van Republikeinen en Democraten – verhindert dat hij de problemen kan aanpakken.
Als we zeggen dat Washington “gebroken” is, dan bedoelen we vele dingen, maar de kernvraag is of de top van beleidsmensen er nog toe in staat is om politiek te bedrijven in het algemeen belang. Obama heeft steevast geweigerd zijn nek uit te steken voor om het even welk politiek probleem tijdens zijn presidentschap. Een ziekteverzekeringswet erdoor krijgen was het doel, niet het beheersen, op lange termijn, van de kosten van de gezondheidszorg. Een stimulans voor de economie erdoor krijgen was het doel, niet een die ruim genoeg was om de recessie te doorbreken. Na zijn BP-speech is het niet duidelijk waarvoor Obama vecht inzake de klimaatsverandering, maar hij blijft hardnekkig weigeren één van de partijen voor het hoofd te stoten.
Obama’s tegenstanders hebben duidelijk hun les geleerd. Al wat ze moeten doen om de president te dwarsbomen is gewoonweg weigeren mee te spelen. Hoe onredelijker ze zich gedragen, hoe meer hij zal toegeven in zijn zoektocht naar bipartisane steun. Vandaar de absurde beschuldigingen dat de wet op de gezondheidszorg neerkomt op “doodscommissies”. En dat de maatregelen ten gunste van Wall Straat neerkomen op een permanente redding van Wall Street.
Meer dan een maand na de ontploffing op Deepwater Horizon, blijf de verantwoordelijkheid van BP voor de economische schade ten gevolge van het olielek nog altijd beperkt. De enige manier om partisane scherpslijterij te beëindigen, is ervoor zorgen dat het politieke debat over iets anders gaat dan over partijdige onderhandelingen. Het is te zeggen, dat er gedebatteerd wordt over een politiek en dat de mensen gedwongen worden daarover ter goeder trouw te praten. Door zijn aandacht erop toe te spitsen dat Republikeinen en Democraten op dezelfde lijn zouden geraken, heeft Obama een politiek klimaat gecreëerd dat gaat over Republikeinen en Democraten in plaats van over burgers en oplossingen.
Leiders bouwen een duidelijke en overtuigende zaak op voor hun politiek. Als iemand zich tegen die politiek verzet met irrationele of absurde argumenten, dan legt de leider aan de wereld uit waarom dat verzet ongegrond is. Obama is altijd weinig geneigd geweest de confrontatie aan te gaan met zijn tegenstanders. Zijn weigering sterk op te komen voor een degelijke milieupolitiek in de zaak van de oliecatastrofe van BP laat hem zien als een leider zonder politieke standpunten. Met andere woorden: hij is verworden tot wat zijn tegenkandidaat John McCain hem bestempelde tijdens de laatste wanhopige weken in 2008 van de campagne van de presidentsverkiezingen: enkel een beroemdheid.
Er zijn beperkingen op wat een Amerikaanse president kan realiseren, in het bijzonder wanneer een politieke partij zich erop toelegt zijn agenda te blokkeren zonder daarbij aandacht te schenken aan de gevolgen daarvan voor het welzijn van de burgers. Maar een leider weigert het gevecht niet, ook niet als zijn kansen moeilijk liggen. Ondanks de kleine hervormingen die werden voorgesteld in de BP-toespraak – een nieuwe baas voor het bureau dat toeziet op Deepwater Horizon – nam Obama expliciet afstand van iets dat ook maar op een gevecht over energie of over milieupolitiek zou kunnen lijken.
Dit antwoord op de miskleun van BP zou te vergeven zijn geweest moest het Obama’s eerste capitulatie zijn geweest in de naam van politiek opportunisme – een milieuramp of niet, hij zou met enige geloofwaardigheid hebben kunnen beweren dat hij politiek kapitaal achterhield voor andere problemen. Maar we hebben al gezien dat Obama grote toegevingen deed inzake de stimulering van de economie, de hervorming van de gezondheidszorg, de hervorming van Wall Street, op het gebied van de klimaatsverandering en zelfs bij de wetgevende inspanningen om jobs te scheppen. Er is geen reden meer om nog excuses te maken voor hem. Steeds weer heeft deze president gewoonweg geweigerd te vechten voor enige controversiële wetgeving. Dit lijkt niet op een inspanning om groter politiek gewicht in de schaal te kunnen leggen. Het is Obama’s “leiderschapsstrategie”. De BP-speech was een kolossale leiderschapsmislukking.
(Uitpers nr. 122, 11de jg., juli-augustus 2010)
:Zach Carter is economisch redacteur van AlterNet. Hij schrijft een wekelijkse blog over economie voor het Media Consortium en werk van hem is ook gepubliceerd in de Nation, Mother Jones, the American Prospect and Salon.
Originele tekst:
http://www.alternet.org/story/147222/the_bp_speech%3A_obama_still_refuses_to_lead?page=entire