‘Zonder ons zou het nog erger zijn’. Dat is keer op keer het sociaal-democratische antwoord als wordt gepraat over de afbouw van sociale en economische rechten.
En het klopt. Zonder Vooruit zou de sociale bescherming nog zwaarder worden aangepakt dan nu al het geval is. Maar op welke vraag is die uitspraak een antwoord?
Wat is de functie van sociale bescherming? Hoe ziet haar toekomst er uit? Waar moet er bespaard worden? Is er een andere oplossing om de begroting in evenwicht te brengen? Waarom dragen de rijken niet meer bij? Wat is de bestaansreden van de sociaal-democratie?
Hoe meer je nadenkt over de vragen, hoe duidelijker het wordt dat het antwoord misschien klopt maar verre van voldoende, laat staan relevant is.
De Arizona-regering is aan een zware oefening van hervorming-besparing van de verzorgingsstaat bezig. Dat wordt verantwoord met de stelling dat de Staat zijn zaken ‘op orde’ moet zetten: het begrotingstekort verminderen, de staatsschuld afbouwen.
Hetzelfde gebeurt in onze buurlanden – denk aan Frankrijk of het Verenigd Koninkrijk – en eigenlijk wereldwijd. De ‘structurele aanpassingen’ waarmee in de jaren ’80 werd uitgepakt in de landen van het Zuiden zijn via de Europese verdragen ook hier van toepassing. Overheidsdiensten worden geprivatiseerd en het arbeidsrecht wordt samen met de sociale zekerheid gedelegitimeerd. Ons sociaal model bestaat zelfs niet langer in documenten van internationale instellingen.
Uiteraard verschillen de precieze maatregelen van land tot land, afhankelijk van wat nog bestaat of van wat werd opgebouwd, maar de logica is telkens identiek.
Wat vandaag in Europa gebeurt gaat gepaard met een tweede nog belangrijker trend. De militarisering wordt verantwoord met de invasie van Oekraïne door Rusland en wat daaropvolgend de ‘Russische bedreiging’ wordt genoemd. Tel daarbij dat het transatlantisch bondgenootschap niet langer dezelfde garanties biedt als vroeger en het besluit ligt voor de hand: Europa moet herbewapenen.
In ons land gaat daar dit jaar al meer dan 4 miljard Euro naar toe, voor de komende vijf jaar wordt daar telkens gemiddeld 5,7 miljard bijgeteld in vergelijking met 2024. Er kan ernstig getwijfeld worden aan de doeltreffendheid van die zware uitgaven, want van enige coördinatie op Europees vlak is nog geen sprake. De zo bejubelde interne markt van de EU geldt niet voor de defensie-industrie en vooralsnog volgen alle Lidstaten hun eigen beleid.
Het kan niet anders dan dat bij een streven naar begrotingsevenwicht uitgaven aan de ene kant gepaard gaan met besparingen aan de andere kant. Of met andere woorden, kiezen voor herbewapening is besparen op sociale zekerheid. Het is een politieke keuze.
Het is een wet van Meden en Perzen dat een bevolking waar ook en wanneer ook bescherming behoeft. Dat kan slechts op twee manieren: met sociaal-economische rechten of met ‘meer blauw – en kaki – op straat’, d.i. interne repressie en militairen aan de grens.
We leven vandaag in een periode waarin de politieke macht bewust kiest voor de tweede oplossing. Dit sluit volledig aan bij het falen van een neoliberaal model dat wordt vervangen door rechts-conservatisme waarin de elites enkel misprijzen hebben voor de onderkant van de maatschappij.
Merkwaardig daarbij is dat de sociaal-democratie daar nagenoeg overal ijverig – en onbewust? -aan meewerkt. En ja, er wordt afgeremd, maar wordt er ook tegen gehouden? Met andere woorden, kan de sociaal-democratie meer dan dat afremmen? Kan ze de evolutie ook ombuigen? Is er enige politieke wil aanwezig om opnieuw de voorkeur te geven aan een degelijke verzorgingsstaat?
Benno Barnard schreef enkele weken geleden dat niemand nog bereid is met vlag en wimpel voor die verzorgingsstaat te strijden, maar is dat wel zo? Er kan zwaar aan getwijfeld worden of jongeren vandaag de dag bereid zijn om achter een vlag naar de loopgraven te trekken. Maar hun uitkering afpakken? Hun studiebeurs? Hun vakantiegeld? Hen veroordelen tot ‘stages’ en nepstatuten?
Jongeren kijken beslist anders naar politiek dan oudere generaties. Het duidelijkst wordt dat in Italië waar ze nog nauwelijks naar de stembus gaan maar wel met twee miljoen de straat opkomen uit solidariteit met Palestina. Het vertrouwen in het politieke systeem is danig aangetast, maar ze staan wel op de eerste rij om solidariteit, mensenrechten en ja, democratie te verdedigen. De vele protesten van Gen Z in tientallen landen bewijzen het.
Dat is een les die niemand mag negeren. Een stabiele samenleving is onmogelijk met in een stad als Brussel meer dan tienduizend daklozen, migranten, inclusief vrouwen en kinderen aan wie opvang wordt geweigerd, werklozen die hun uitkering verliezen en bouwvakkers en poetsvrouwen die zich moeten krom werken.
In onze samenleving wordt armoede dag na dag aangemaakt. De dag van verzet tegen armoede, 17 oktober, herinnert ons er aan dat armoede moet voorkomen worden en in onze rijke samenleving geen enkel bestaansrecht heeft. Armoede voorkomen doe je met zorg voor mensen, met werkbaar werk en solidariteit voor wie in de marge blijft hangen, om welke reden ook. Of m.a.w. een goede verzorgingsstaat.
Dat is de hoofdopdracht van progressieve partijen wiens taak het nooit kan zijn om het verarmingsproces enkel te vertragen.
