Barack Obama kreeg de gebruikelijke lof toegezwaaid voor zijn toespraak aan de moslimwereld begin juni vanuit Cairo. Op het eerste zicht lijkt de Amerikaanse president een definitieve streep te trekken onder het catastrofale Bush-beleid in de regio, dat een mislukking was over de hele lijn, diplomatiek en militair.
Obama hanteerde alvast een heel andere stijl dan zijn voorganger: verzoenend en begripsvol. Hij bevestigde ook zijn oratorisch talent. De cruciale vraag is echter: in welke mate kan Obama oprecht zijn in wat hij zegt? En hoe groot is (zal) de kloof (zijn) tussen retoriek en praktijk. Hoewel zijn toespraak bij velen in de smaak viel, was niet iedereen onverdeeld positief. Kritiek kwam er van zowel Arabische als westerse intellectuelen. We belichten even de achterzijde na het applaus.
In een tribune in de Britse krant The Guardian (4 juni) hekelt Ali Abunimah, medeoprichter van de website The Electronic Intifada de manier waarop hij met de tweedeling tussen ‘Amerika en de Islam’ eigenlijk een heikel punt probeert te omzeilen, namelijk dat er in heel wat landen met een moslimmeerderheid een overweldigende populaire oppositie bestaat tegen de gewelddadige Amerikaanse militaire, politieke en economische interventies in hun land. « Deze tegenstand staat voor de voorstanders van deze interventies gelijk aan ’de islam’. » De Australische journalist en documentairemaker John Pilger schrijft in de New Statesman (11 juni) dat de VS-president niet de minste erkenning over had voor het feit dat moslims het vaakst slachtoffer zijn van terrorisme, « een terrorisme van westers origine ». Hij citeert John Whitbeck, een Amerikaanse specialist internationaal recht, dat Obama behalve wat goedklinkende paragrafen en citaten van de heilige Koran, geen verandering, geen plan had, alleen « een vermoeid, moreel failliete mantra dat in essentie stelt dat alleen de rijken en de sterken (…) het recht hebben om geweld te gebruiken terwijl de armen, de zwakken en de onderdrukten (…) » zich daarbij moeten neerleggen.
Democratie
Van de zeven thema’s die de Amerikaanse president aansneed ging er een over het belang van de democratie. Dat is geen overbodig onderwerp in een regio waar het wemelt van de autoritaire regimes en mensenrechtenschendingen. De toon in zijn speech ging niet langer gepaard met de voor Bush zo typerende belerende vinger, maar klonk als een genuanceerd pleidooi voor democratie met respect voor de lokale invulling ervan.
Maar toch, hoe gemeend kan zijn boodschap zijn, als hij enkele dagen voor zijn komst naar Cairo in een interview met BBC, de Egyptische president een ‘kracht voor stabiliteit en welzijn’ noemt. De populaire Egyptische linkse journalist Hossam El-Hamalawy herinnert er ons op zijn website aan dat diezelfde president Moebarak de jongste maanden zeer repressief tekeer is gegaan tegen de oppositie in zijn land. Vakbondsbetogingen of manifestaties voor hervormingen werden uit elkaar geslagen, arrestanten vlogen soms wekenlang in de gevangenis en werden zwaar mishandeld. El-Hamalawy: « Ik wil niet dat hij naar Egypte komt. Ik wil dat hij alle banden met Moebaraks dictatuur doorknipt, onmiddellijk alle troepen uit elk Arabisch en moslimland terugtrekt en onmiddellijk alle hulp aan Israël stopzet. Allemaal zaken die hij nooit zal uitvoeren. »
Voor de komst van Obama haalde het Egyptische regime opnieuw het zwaar geschut boven. Cairo leek een bezette stad, met een golf van arrestaties. 200 buitenlandse studenten vlogen zonder enige vorm van aanklacht achter de tralies. De 81-jarige Moebarak krijgt elk jaar voor meer dan 1 miljard dollar VS-steun en wapens toegestopt, broodnodig om hem in het zadel te houden en elke democratische hervorming tegen te gaan.
Een dag voor zijn ‘historische toespraak’ had de Amerikaanse president een ontmoeting met de al even autoritaire Saoedische Koning Abdullah. In zijn verklaring zei Obama dat hij zich getroffen voelde door diens “wijsheid en barmhartigheid.”
In zijn toespraak een dag later benadrukte Obama nochtans het belang van de mensenrechten. Hij moet natuurlijk diplomaat blijven, maar zijn eerdere uitlatingen gecombineerd met uitstekende diplomatieke en militaire relaties met het vrouwonvriendelijk autocratische koningshuis konden rekenen op stevige kritiek in de Arabische wereld. De Amerikaans/Libanese academicus As’ad AbuKhalil reageerde op zijn blog ‘the Angry Arab‘: « Wat daarna? Zal hij de publieke onthoofdingen in het koninkrijk voorstellen als een voorbeeld van ideale rechtvaardigheid? »
Een verklaring voor het stilzwijgen over deze autoritaire regimes? Saoedi-Arabië is een superbelangrijke energieleverancier en de Egyptische steun wordt afgekocht ter wille van Israël. Dat zijn de feiten die we moeten lezen naast de PR van zijn speech.
Palestina, Israël en geweld
Een andere tegenstrijdigheid dook op toen de Amerikaanse leider over het Israëlisch-Palestijns conflict begon waarbij hij de Palestijnen opriep om het geweld te bannen. “Verzet via geweld en doden is verkeerd en zal niet slagen”, zo luidde het en “geweld is een doodlopend straatje”. In The Guardian reageerde Ali Abunimah: « Zou Obama echt geloven dat dergelijke woorden indruk maken op het Arabische publiek dat met gruwel moest aanzien hoe Israël [in Gaza, nvdr] 1.400 mensen afslachtte? » Hij merkte verder op dat het aantal Palestijnse en Libanese dodelijke slachtoffers veruit de Israëlische slachtoffers door Arabisch geweld oversteeg. Toch besteedde Obama geen woord aan het Israëlische geweld.
Zijn boodschap aan de Palestijnen boette bovendien aan geloofwaardigheid in, in het licht van de Amerikaanse oorlog in Afghanistan en Pakistan. In Afghanistan maakten Amerikaanse bombardementen ten westen van de Afghaanse hoofdstad Kaboel begin mei 2009 tussen de 100 en 140 burgerdoden, van wie het merendeel kinderen.
Toch ontsnapte ook Israël niet aan de kritiek. De Israëlische regering kreeg van Obama een veeg uit de pan toen deze opnieuw de bouwactiviteiten van joodse nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever op de korrel nam. John Pilger merkt evenwel op dat hij daarbij vergat iets te zeggen over de reeds bestaande nederzettingen die een onafhankelijke Palestijnse staat onmogelijk maken. «Elk jaar, en dat al meer dan een generatie lang, roepen de VN Israël op een einde te maken aan de illegale en gewelddadige bezetting van post-1967 Palestina en stemt het voor ’het recht van het Palestijnse volk voor zelfbeschikking’. Elk jaar zijn het Israël en de VS en een of twee van hun vazallen in de Stille Zuidzee die tegen deze resoluties stemmen. Afgelopen jaar vervoegde Robert Mugabe van Zimbabwe hen», aldus het harde oordeel van Pilger.
De vraag hoe ernstig de Amerikaanse president het meent met zijn bekommernis tot een rechtvaardige vrede en een tweestatenoplossing, blijft vooralsnog onbeantwoord. Of toch? Op 4 juni 2008, exact een jaar voor zijn ‘historische’ Cairo-speech, sprak toen nog senator Obama op een conferentie van AIPAC (dat de machtige pro-Israëlische lobby in de VS verenigt) even overtuigend over zijn verbintenis ten aanzien van de veiligheid van Israël met de volgende woorden: “Dat start bij het garanderen van Israëls kwalitatief militair voordeel. (…) Als president zal ik een akkoord (memorandum of understanding, nvda.) sluiten dat voorziet in 30 miljard aan hulp voor Israël in het komende decennium, investeringen in de veiligheid van Israël zoals die aan geen ander land worden gegund. (…) We zouden onze bondgenoot Israël militaire uitrusting moeten leveren onder dezelfde regels als de NAVO. En ik zal altijd klaar staan voor het Israëlische recht om zichzelf te verdedigen in de Verenigde Naties en de hele wereld.”
John Pilger besluit: « Deze slimme jonge politicus speelt het deel waarvoor hij is ontworpen en gepromoot. Hij moet een goedaardig, verleidelijk en zelfs gevierd gezicht presenteren van de Amerikaanse macht, om vervolgens haar strategisch doel van dominantie voort te zetteen, zonder rekening te houden met de wensen van de rest van de mensheid en de rechten en levens van onze kinderen. »
(Uitpers, nr. 111, 10de jg., juli-augustus 2009)
Meer lezen?
U kan de toespraak hier bekijken en lezen: