INTERNATIONALE POLITIEK

De 18de Brumaire van Pervez Musharraf

Op zaterdag 3 november kondigde Pervez Musharraf een virtuele staat van beleg af, door de noodtoestand uit te roepen in Pakistan, de grondwet op te heffen en de hogere gerechtshoven te vervangen. Dit is zijn tweede staatsgreep nadat hij al 12 oktober 1999 de macht greep. Deze wanhoopsdaad toont het extreem onstabiele karakter van zijn regime, dat met de dag steun verliest.

Terwijl hij de noodtoestand uitriep, schreef de generaal het toenemend geweld toe aan militanten en aan het gerecht, dat volgens hem tegenovergestelde belangen verdedigt dan die van zijn regering en legislatuur. Het gaat hier om een gok die de politieke toekomst van het land in chaos kan storten.

Dit is niet in het belang van het Amerikaanse imperialisme, waarvoor Pakistan een strategische sleutelpositie inneemt bij de strijd in buurland Afghanistan. Washington heeft druk uitgeoefend op Musharraf voor een harde aanpak van de pro-Talibankrachten die de grens oversteken om coalitietroepen te bestrijden in zuidelijk Afghanistan. Deze druk heeft Musharraf ondermijnd. Zijn leger heeft zware verliezen geleden in gebieden onder de controle van stammen, waar men zonder succes heeft gepoogd de militanten uit te roeien. Er is nog steeds een machtige vleugel van het leger en bovenal van de veiligheidsdienst (ISI) die de Taliban en Al Qaeda steunt en beschermt. Musharraf staat machteloos. Het leger is zijn enige basis, en deze is erg onstabiel. Vandaar dat de strategen van het VS-imperialisme tot de conclusie zijn gekomen dat Musharraf niet langer nuttig is voor hen, en dus vervangbaar. Zij kijken nu naar Benazir Bhutto om de zaak over te nemen.

Benazir heeft elke gelegenheid gegrepen om zich als pro-westers ‘gematigd’ voor te stellen. Maar achter Benazir en de PPP staan de massa’s die verlangen naar verandering. Ze zijn trouw aan de oorspronkelijk socialistische aspiraties van de PPP en vragen ‘roti, kapra aur makan’ (brood, kleding en huisvesting). De houding van de massa’s werd duidelijk toen Benazir terugkeerde naar Pakistan: minstens twee miljoen mensen kwamen de straat op. De overweldigende meerderheid waren arbeiders, boeren en armen.

Om ordeverstoring te vermijden en de hoop van de massa’s in de kiem te smoren, dwongen ze de generaal tot een overeenkomst met Benazir. Maar dit is gemakkelijker gezegd dan gedaan. De generaal staat weigerachtig tegenover ontslag als hoofd van het leger en deelname aan verkiezingen als burgerlijk politicus. Zijn militair uniform afleggen zoals de ‘democratische’ oppositie vraagt, komt overeen met het eigen hoofd door de strop steken. Het persoonlijk lot van Musharraf is onbelangrijk voor Washington, maar is voor de generaal uiterst belangrijk. Hij wil, zoals de meeste mensen, nog een oude dag beleven. Hij heeft herhaaldelijk gezegd dat zijn legeruniform als ‘een tweede huid’ is voor hem. Juister gesteld is dat hij hoopt dat dit uniform zijn huid kan redden, door het te dragen. Maar dit is verre van zeker.

Pakistan heeft een stormachtige geschiedenis gehad sinds zijn formele onafhankelijkheid, samen met India, in 1947. Sindsdien bleek de zwakke Pakistaanse burgerij allesbehalve in staat om het enorme land te ontwikkelen. Het blijft ondergedompeld in armoe en feodale achterlijkheid. De economie is een puinhoop en het land gaat eerder achteruit dan vooruit. De zwakte van het Pakistaanse kapitalisme heeft zich getoond in uiterste politieke onstabiliteit. Zwakke ‘democratische’ regimes hebben elkaar opgevolgd met regelmatige intervals van een of ander soort militaire dictatuur. De laatste dictator, Zia al Huq werd vermoord (waarschijnlijk door de CIA). Musharraf vreest hetzelfde lot, en klampt zich vast aan de macht. Maar zijn macht sijpelt weg tussen zijn vingers.

Deze staatsgreep kwam na slechts 12 dagen voor de afloop van generaal Musharrafs presidentschap en het huidige parlement, en terwijl een raad van elf rechters van het Hoogste Gerechtshof in een weekendreces was van zijn zitting over de vraag naar een nieuwe verkiezing voor een presidentiële termijn van vijf jaar, vooral in het licht van zijn militaire functie.

Tijdens de recente periode waren er tekenen van desintegratie van de staat zelf. Scheuringen worden zichtbaar op elk niveau. Het duidelijkste teken hiervan was de rebellie van het gerecht, dat nu is opgeheven. Haar laatste wapenfeit was de daden van de president als ongrondwettelijk te veroordelen. Maar de klassenstrijd kan niet bepaald worden door grondwettelijk gekonkelfoes. De generaal antwoordde door de grondwet en de wetten van het land op te heffen. De ‘tijdelijke grondwettelijke orde’ (PCO) heeft de grondwet ‘opgeschort’. Bedoeling is de pil te vergulden door te stellen dat het land zal “geregeerd worden, in de mate van het mogelijke, overeenkomstig met de grondwet”. Dit betekent in die mate dat het de generaal uitkomt. Zeven van wetsartikelen met betrekking tot de mensenrechten blijven opgeheven en de president heeft de macht om het document te amenderen ‘daar waar nodig’ – nodig, voor Musharraf.

Maar Musharraf heeft niet veel opties meer. In deze laatste gok heeft hij niet enkel de grondwet opzij geschoven, maar ook zijn eigen macht als president, die reeds aanzienlijk was. In de plaats daarvan verkiest hij op te treden als hoofd van het leger. In de plaats van een dictatuur onder het vijgenblad van een grondwettelijk presidentschap, hebben we een open dictatuur van het leger: de heerschappij van het zwaard.

Zoals Trotski echter uitlegde, volstaan leger en politie nooit om een maatschappij te regeren. Een regime zonder basis in de maatschappij wordt onstabiel – een crisisregime. Naar alle waarschijnlijkheid zal dit niet lang overleven. In de realiteit is het regime van Musharraf altijd zwak geweest. Zijn belangrijkste kracht zat in de zwakte van de oppositie.

De acties van de generaal werden “verwelkomd met een onmiddellijke veroordeling thuis door oppositiepartijen, advocaten en mensenrechtengroeperingen, evenals ongerustheid van bondgenoten in de ‘oorlog tegen terrorisme’, zoals de Verenigde Staten en Groot-Brittannië” zegt de krant Dawn. Maar dit is niet meer dan blabla. De zogenaamde ‘democratische’ oppositie heeft zichzelf impotent en tandeloos getoond, totaal niet in staat om een serieuze strijd te voeren tegen de dictatuur. Wat de klachten van de ‘democratische’ Verenigde Staten en Groot-Brittannië betreft; deze hebben weinig of geen gewicht. Londen en Washington hebben de andere kant uitgekeken zolang de dictatuur van Musharraf hun belangen diende.

De afkondiging van de noodtoestand stelde dat een situatie was ontstaan waarin de “regering van het land niet kan worden uitgevoerd in overeenstemming met de grondwet” en “de grondwet geen oplossing biedt voor dit soort situatie”. In feite klopt dit ook. De tegenstellingen binnen de Pakistaanse maatschappij zijn te diep en onverzoenlijk om door advocaten en grondwetten te worden bemiddeld. Door de grondwet op te heffen, geeft Musharraf dit alleen maar toe. Hij erkent het feit dat de klassenstrijd een onhoudbaar punt bereikt heeft, dat niet langer kan worden bedwongen via formele regels.

De afkondiging van de noodtoestand werd onmiddellijk gevolgd door een wissel aan de top van het Hoogste Gerechtshof evenals veranderingen in provinciale hoge gerechtshoven en verpletterde zo enige indruk van een onafhankelijke rechterlijke macht. De fundamentele rechten opgeheven door de PCO gaan over de veiligheid van personen (artikel 9), vrijwaring van arrestatie en gevangenneming (artikel 10), bewegingsvrijheid (artikel 15), vrijheid van samenkomst (artikel 16), vrijheid van vereniging (artikel 17), vrijheid van meningsuiting (artikel 19) en gelijkheid van burgers (artikel 25). De PCO stelde dat het Hoogste Gerechtshof of een hooggerechtshof of eender welk ander hof “de macht niet zal hebben om een bevel te geven aan de president of de eerste minister of eender wie macht of rechtspraak uitoefent onder hun autoriteit”.

Zelfs op het moment van de waarheid heeft de hand van de generaal echter gebeefd. Hij heeft de huidige federale en provinciale regeringen niet afgeschaft en de twee kamers van het parlement en de provincieraden zijn intact. Dit kan je amper beschouwen als daden van een man die zeker is van zijn stuk.

In de verantwoording voor zijn daden verwees de generaal naar de “zichtbare toename van acties van extremisten en incidenten van terroristische aanvallen”. Zijn afkondiging bevatte ook een lange lijst met beschuldigingen tegen de top van het rechtswezen, waarvan sommige leden, zo werd gesteld, “tegengestelde belangen hebben met die van de uitvoerende en wetgevende macht in de strijd tegen terrorisme en extremisme, waardoor ze de regering en de vastberadenheid van de staat verzwakken, evenals de efficiëntie van zijn acties om deze bedreiging te controleren. (…) Er is toenemende inmenging geweest door leden van het gerecht in regeringsbeleid, waardoor ze een negatieve invloed hadden op economische groei in het bijzonder,” stelde ze, daaraan toevoegend dat er een “constante verstoring was van uitvoerende functies.” Ze beschuldigde de tussenkomst van het gerecht er tevens van “het gezag van de regering te hebben ondermijnd, de politiemacht (…) volledig gedemoraliseerd en snelle afname van de efficiëntie in de strijd tegen terrorisme, en veiligheidsdiensten (…) verijdeld in hun activiteiten en gehinderd in de vervolging van terroristen”. Verder zei ze dat “sommige militanten van de harde kern, extremisten, terroristen en zelfmoordcommando’s, die gearresteerd waren en ondervraagd, vervolgens moesten vrijgelaten worden,” en vervolgde: “de personen die vrijgelaten zijn hebben nadien deelgenomen aan afschuwelijke terroristische activiteiten, resulterend in het verlies van mensenlevens en eigendommen. Militanten in het gehele land zijn zodoende aangemoedigd terwijl ordediensten werden gesaboteerd.”

Het meest opvallende deel van deze verklaring is de openlijke toegeving dat delen van de staat “volledig gedemoraliseerd” zijn. Dit toont de inherente zwakte van de staat zelf – inclusief leger, politie en veiligheidsdiensten. De echte reden hiervoor is dat de Pakistaanse staat van top tot teen verdeeld is, en dit al gedurende een hele tijd. Musharraf poogt deze verdeeldheid te verbergen door zijn legerschoenen op tafel te zetten. Maar hij leunt op een gebroken strohalm.

Lenin legde lang geleden uit dat elke revolutie aan de top begint, met splitsingen in het oude regime. Deze eerste voorwaarde bestaat reeds in Pakistan. De tweede voorwaarde is dat de middenklasse zich in een toestand van sociale onrust moet bevinden en schommelen tussen revolutie en contrarevolutie. In Pakistan is de middenklasse volkomen vervreemd van de heersende kliek. Dit wordt deels weerspiegeld in de protesten van de advocaten, hoewel de beweging tegenstrijdige elementen bevat. De andere factor is dat de werkende klasse klaar moet zijn voor de strijd en om de grootste opofferingen te maken om de maatschappij te veranderen. Gedurende de laatste jaren is er een opstoot geweest van klassenstrijd in Pakistan, met belangrijke stakingen zoals die van de telecommunicatiewerkers en Pakistan Steel. De laatste dagen was er een nationale staking van PIA (Pakistan Airways). Deze stakingen zijn amper vermeld door de media buiten Pakistan maar zijn van groot symptomatisch belang. Ze tonen het ontwaken van het machtige Pakistaanse proletariaat.

De laatste en belangrijkste voorwaarde is het bestaan van een revolutionaire organisatie en leiding. Bestaat die werkelijk in Pakistan? Ja, wel degelijk! De Pakistaanse marxisten vertegenwoordigd door The Struggle hebben de laatste jaren aan kracht en invloed gewonnen. Ze hebben de ene na de andere positie veroverd en zijn erin geslaagd de grote meerderheid van strijdbare jongeren en arbeidersactivisten rond hen te verenigen. Ze hebben een sterke en groeiende aanwezigheid in elke streek, elke nationaliteit en elke belangrijke stad. In de arbeidersstrijd hebben ze een buitengewone rol gespeeld. Samen met de PTUDC (Pakistan Trade Union Defence Campaign), de belangrijkste militante vakbondsorganisatie in Pakistan, hebben ze aanzienlijke overwinningen behaald zoals de overwinning op de poging om Pakistan Steel te privatiseren. In Kasjmir hebben ze de meerderheid van de studentenbeweging overtuigd van het marxisme en in Karachi en Pukhtunhua (de noordwestelijke grens) hebben ze veel aanhangers van de voormalige communistische partij gewonnen.

De toekomst van Pakistan zal niet beslecht worden door papieren grondwetten of advocatenlisten, door hypocriete verklaringen over ‘vrijheid’ en ‘democratie’ van mensen die daar geen echt belang bij hebben. Ze zal evenmin beslist worden door intriges en manoeuvres van de burgerlijke politici en imperialisten. Enkel de arbeiders en boeren hebben ernstige belangen bij het bekomen van echte democratie. De arbeidersklasse zal van nature vechten voor democratie. Maar de arbeiders zullen voor democratie vechten met hun eigen middelen, met hun eigen slogans en onder hun eigen vlag. Enkel op deze manier kan de beweging zijn doelstellingen verwezenlijken. Enkel de massale revolutionaire beweging van Pakistaanse arbeiders en boeren kan de dictatuur bestrijden en een echte democratie opbouwen, die noodzakelijkerwijze moeten leiden tot de omverwerping van de dictaturen van de corrupte Pakistaanse grootgrondbezitters en kapitalisten.

(Uitpers, nr. 92, 9de jg., december 2007)

Bron: www.vonk.org

Relevant

Pakistan: geen aandacht voor wie werkt

Op 8 februari 2024 zijn er verkiezingen in Pakistan, maar bij de arbeiders valt er voorlopig niet veel enthousiasme te bespeuren. Dit heeft deels te maken met de onzekerheid…

China weegt voorzichtig de kansen af in het Afghanistan van de Taliban

Twee decennia geleden werd het Taliban-regime in Afghanistan omvergeworpen. De Taliban zijn sinds augustus terug aan de macht in Kaboel. De Verenigde Staten en hun NAVO-partners zijn afgedropen en…

Uit Afghanistan (en Irak) vertrekken om er te blijven

Afghanistan is het zoveelste ‘gewapend conflict’ dat de Verenigde Staten in een ontwikkelingsland voerden en uiteindelijk verloren hebben. Na het fiasco in Vietnam en nadat ze konden toezien op…

Laatste bijdrages

Waarom laait het geweld terug op in Syrië?

Een fors offensief van de Syrische gewapende oppositie doet de burgeroorlog die het land al 13 jaar in zijn greep heeft, terug oplaaien en brengt het conflict opnieuw onder…

Wat wil BRICS?

Sinds de 16de vergadering van de BRICS-landen (Brazilië, Rusland, Indië, China en Zuid-Afrika) in het Russische Kazan heeft deze groep een ietwat aparte plaats ingenomen als multilaterale organisatie. Het…

Argentinië. In gesprek met Atilio Boron

FM: Verkozenen van uiterst rechts zijn al lang geen uitzondering meer. Toch blijft het voor veel buitenstaanders moeilijk te begrijpen dat iemand als Javier Milei kon verkozen worden als…

Straatnamen: een brok geschiedenis

You May Also Like

×