Wapenfabrikanten houden van media. Dat kunnen we beslist afleiden uit de ijver waarmee kapitaalgroepen met belangen in de wapenindustrie media opkopen. Dat dit ernstige gevolgen kan hebben op de berichtgeving, ondervond Peter Arnett – op missie in Bagdad – een jaar geleden toen NBC hem onder druk van de Amerikaanse regering aan de deur zette wegens te kritisch.
NBC zelf was sinds kort eigendom van General Electric dat grote contracten heeft met het Pentagon. In Frankrijk heeft Serge Dassault, zeer actief in de wapenindustrie, in maart de hand gelegd op Socpresse met meer dan 70 publicaties, waaronder Le Figaro, La Voix du Nord… en met een groot belang in Le Soir en compagnie.
De personeelsleden van Socpresse, de redactieleden voorop, zijn er niet gerust in. Niet dat al die publicaties nu zo onafhankelijk waren tegenover overheden en zakenwereld, maar met Dassault zal het hoogstwaarschijnlijk niet verbeteren.
Serge Dassault, 79, is de zoon van Marcel Dassault voor wie ‘Jours de France’ het speelgoed was. Voor vader Dassault telde bijna alleen de fabricatie van vliegtuigen voor militaire doeleinden, zijn belangstelling voor de media beperkte zich tot zijn mondaine Jours waarin hij erg paternalistische editorialen schreef. Bij ons werd Dassault vooral bekend van het gelijknamige omkoopschandaal waarvoor zoon Serge Dassault tot twee jaar voorwaardelijk werd veroordeeld.
Marcel Dassault was parlementslid voor de gaullisten en had persoonlijk zeer nauwe banden met Jacques Chirac. Hij was een gulle financier van Chiracs RPR, al onderstreepte Dassault dat hij alle partijen – en dus de democratie – financierde. Chirac en Dassault werkten bij voorbeeld nauw samen in het verlenen van alle mogelijke steun aan Saddam Hoessein met wie ze samen aan tafel zaten. Hij hielp zijn rivaal Robert Hersant (in 1947 tot tien jaar gevangenisstraf veroordeeld wegens collaboratie met de nazi’s maar in 1950 al in de perswereld met ‘L’Auto-Journal) om in 1975 de krant le Figaro te verwerven, want zo beletten ze dat die krant in handen kwam van de vrienden van Giscard d’Estaing, rivaal van Chirac.
Serge, die zijn vader in 1986 opvolgde, breidde het imperium uit tot jets voor zakenlui, elektronica, vastgoed, wijnbouw. En tot de media.
Na een mislukte poging om in 1997 het weekblad L’Express in handen te krijgen, verklaarde Dassault dat een belangrijke groep als de zijne "een blad moet hebben om zijn opinies bekend te maken en om te reageren op sommige journalisten die onprettige dingen over de groep hebben geschreven…Ik heb er genoeg van dat sommige bladen mij beledigen, er zijn al te veel onbekwame lieden die de problemen niet kennen. Ik wil daar dus kunnen op antwoorden".
Met een dergelijke uitspraak maakte Serge Dassault erg duidelijk waarom hij eigenaar van media wil zijn: als zijn spreekbuizen. Om daarover geen twijfel te laten bestaan, voegde hij er trouwens aan toe dat de aankoop van L’Express misschien toch niet zo interessant was daar hij niet mocht tussenkomen in het werk van de redactie. "Ik wou niet alle dagen tussenkomen, maar ik wil wel een liberaal blad maken".
In 1998 verwierf hij met dat doel twee weekbladen, ‘Valeurs actuelles’ en ‘Le Journal des finances’. In 1999 liet hij zijn oog vallen op de conservatieve krant Le Figaro, nog altijd gecontroleerd door Socpresse, 65% eigendom van de familie Hersant, 30% reeds sinds 2002 in handen van Dassault. Hij moest met dertien erfgenamen van Hersant onderhandelen, van wie de meesten oor hadden naar het aanbod van Dasault. Een klein detail: tien van die erfgenamen van patriot Hersant leven, om fiscale redenen, buiten Frankrijk.
Socpresse is wel meer dan alleen Le Figaro. In september 2002 kocht het de groep Express-Expansion over van Vivendi. Dassault zorgde toen mee voor de financiering (230 miljoen euro). Die groep heeft een belang van 50% in Le Vif L’Express. Verder vinden we in die portefeuille 40% van de groep Rossel (met Le Soir), 30 procent van de regionale krantenmarkt met onder meer de volledige eigendom van Le Progrès (Lyon), Le Dauphiné Libéré, TV Magazine, Paris-Turf, de bijna volledige eigendom van de voetbalploeg FC Nantes en tientallen andere activiteiten.
Dynastieën
De westerse perswereld kent al langer het verschijnsel van de dynastieën. Die tendens lijkt wel sterker en sterker te worden. Serge Dassault heeft eerder al een deel van zijn persimperium toevertrouwd aan zoon Olivier, parlementslid voor Chiracs UMP. In die hoedanigheid diende hij een voorstel in om de belasting op de grote fortuinen af te schaffen. Silvio Berlusconi maakt school. Berlusconi heeft trouwens zijn zoon Pier Silvio al tot ondervoorzitter van zijn imperium Mediaset benoemd, zijn dochter Marina is voorzitster van de uitgeverij Mondadori die een zeer groot deel van de tijdschriftenmarkt heeft. Rupert Murdoch heeft ook een dauphin, zijn zoon Lachlan is directeur-generaal van News Corporation. Vader André Leysen vertrouwde jaren geleden zijn VUM-imperium toe aan zoon Thomas, van Umicore (ex Union Minière).
Wapenhandelaars en media zijn ook geen nieuw verschijnsel. Zeker niet in Frankrijk waar de familie Lagardère de scepter zwaait over wapenfabrieken en media. De in 2003 overleden Jean-Luc Lagardère nam in 1962 de leiding van de wapenfabriek Matra en verwierf grote belangen in EADS, de fabrikant van Airbus en een van de groten in de wereld van de wapenindustrie. Hij ontpopte zich tegelijk, met de hulp van de opeenvolgende bewoners van het Elysée, tot een van de grootste uitgevers van tijdschriften via Hachette Filipacchi Médias (met onder meer Elle, Paris Match, Journal du Dimanche). Vorig jaar nam zoon Arnaud, die al een tijd de uitgeverijen onder zich had, de groep over. Hij wil zo snel mogelijk een grote tv-zender in handen krijgen "om te kunnen meetellen".
De media worden er alleszins niet vrijer op. Serge Dassault windt er geen doekjes rond, hij wil redacties die op zijn minst loyaal zijn. Dit betekent onder meer dat ze wel rekening zullen houden met de belangen van wapenfabrikant en handelaar Dassault, met mogelijke bestellingen van klanten als bij voorbeeld Saudi-Arabië.
(Uitpers, nr. 52, 5de jg., april 2004)