Na een pauze van enkele jaren zijn nieuwe gesprekken opgestart in Cyprus, met de Verenigde Naties als bemiddelaar. Komt er eindelijk een doorbraak in het al vijftig jaar durende conflict? Beide partijen zijn weinig optimistisch.
Al meer dan vijftig jaar bezorgt een klein eiland in de Middellandse Zee Europa kopzorgen. In 1974, nadat een Griekse militaire junta de zetelende president (tijdelijk) verjoeg, viel Turkije het noorden van Cyprus binnen en creëerde zo de Groene Lijn door de hoofdstad Nicosia, een grens die Griekse en Turkse Cyprioten van elkaar scheidt. Maar toen de junta in elkaar stuikte en de voormalige president terugkeerde, bleven de Turken op het eiland. Ze creëerden een onafhankelijke overheid voor de zogenaamde Turkse Republiek Noord-Cyprus, die enkel door Turkije wordt erkend. Het Cyprus-probleem was geboren.
Vredesonderhandelingen bleven jarenlang aanslepen en kwamen in 2017 in het Zwitserse Crans-Montana tot stilstand. Een deal bleek onhaalbaar, ondanks druk van de Verenigde Naties. Acht jaar later lijkt er opnieuw schot in de zaak te komen. In februari hielden de leiders van Noord-Cyprus en van de Republiek Cyprus, Ersin Tatar en Nikos Christodoulides, elk individuele gesprekken met VN-Secretaris-Generaal Antonio Guterres om een mogelijke heropstart van de vredesgesprekken voor te bereiden. Halfweg maart kwam het effectief tot onderhandelingen. Naast Griekenland en Turkije schoven ook de voormalige kolonisator, het Verenigd Koninkrijk, en de Europese Unie mee aan tafel.
Secretaris-Generaal Guterres liet op de tweede dag van de onderhandelingen weten dat er een “positieve” atmosfeer heerst en dat er “betekenisvolle vooruitgang” wordt geboekt. “Ik hoop dat de vertrouwenwekkende maatregelen en initiatieven, samen met de beslissing om zeer binnenkort een volgende vergadering te houden en de aanvaarding door iedereen van de benoeming van een speciale gezant op Cyprus om de volgende stappen voor te bereiden, het gevoel van toewijding en het gevoel van urgentie aantonen dat volgens mij uiterst belangrijk was. Het is een nieuwe sfeer.”
Deal buiten handbereik
Guterres wil duidelijk een positief signaal uitsturen. Dat is niet verwonderlijk. Hij trad in 2017 aan en had met de nakende deal in Cyprus bijna zijn eerste echte verwezenlijking beet. Het afspringen van de onderhandelingen was dan ook een grote domper. Ook een poging om beide partijen terug rond de tafel te krijgen in 2021 draaide op niets uit. Met het einde van zijn tweede ambtstermijn in zicht (december 2026) heeft de Portugees nog maar anderhalf jaar om een doorbraak te forceren als hij het einde van het al decennia aanslepende conflict op zijn palmares wil schrijven.
Maar van de “positieve atmosfeer” waar Guterres het over heeft, valt in realiteit nauwelijks iets te merken. Volgens Turkse diplomaten was de ontmoeting vooral bedoeld om “Cyprus’ perspectief op de situatie” te bespreken en niet om onderhandelingen te hervatten of op te starten. Ook de president van de Republiek Cyprus, Nikos Christodoulides, sprak van “beperkte verwachtingen”.
Als het Cypriotisch perspectief het uitgangspunt zal vormen voor mogelijke onderhandelingen, dan staat Guterres er niet al te best voor. De Republiek Cyprus blijft een hereniging van het eiland blijft nastreven, maar de Turkse Cyprioten houden hardnekkig vast aan een tweestatenoplossing. Dat bleek althans uit de mededelingen die voorafgingen aan de nieuwe gesprekken: Christodoulides liet optekenen dat het doel was om de officiële onderhandelingen te hervatten, maar Tatar had het over het “uitdiepen van de coöperatie tussen de twee delen”, waarbij hij de onafhankelijkheid van de Turkse Cyprioten benadrukte.
Turkije buigt niet
Turkije toont zo opnieuw haar tanden, net als in 2017. Tatar, een aanhanger van Turkse president Erdogan, blijft een schikking gebaseerd op VN-parameters voor een bizonale en bicommunale federatie verwerpen. Hij blijft in plaats daarvan vasthouden aan een versteviging van de verdeling van het eiland. Hij aapt zo Ankara na: ook minister van Buitenlandse Zaken Mehmet Kemal Bozay dringt aan op soevereine gelijkheid en internationale erkenning van het afgescheiden Noorden.
Turkije en de Turks-Cypriotische leiding houden overigens vol dat het de Grieks-Cyprioten zijn die eerdere VN-vredesplannen hebben verworpen. Ze verwijzen daarmee vooral naar het Annan-plan van 2004, dat door de Griekse Cyprioten in datzelfde jaar in een referendum werd verworpen. Volgens Mehmet Ali Talat, de voorganger van Tatar, kunnen “de Turkse Cyprioten niet langer als separatisten of onverzettelijk” worden gezien omdat zij wel volmondig “ja” stemden en zich zo aan de kant van vrede zouden hebben geschaard.
Hoewel het klopt dat het de Griekse kant was die het vredesplan – overigens een van de meest gedetailleerde in de geschiedenis van de Verenigde Naties – blokkeerde, is het niet onwil die aan de basis ligt. De reden van de verwerping was het feit dat de resoluties nauwelijks de grieven aan de kern van het Cyprus-probleem aanpakten. Zo was er geen tijdlijn voor de terugtrekking van Turkse troepen, behield Turkije (net als Griekenland) het recht op eenzijdige interventie in Cyprus en werd überhaupt niet verwezen naar de oorzaak van de crisis: de Turkse invasie en decennialange bezetting. Dat was een doorn in het oog voor zowat alle Griekse Cyprioten. Het Annan-plan was, met andere woorden, een compromis zonder principes.
Uitzichtloos
Betere perspectieven zijn er vandaag niet. Griekse Cyprioten tonen zich achterdochtig over de nieuwe gesprekken en willen eerst zien alvorens ze geloven. Aan de andere kant van de Groene Lijn is het geloof in vrede evenzeer zoek. Dat Turkije steeds meer expansionistisch en dictatorisch wordt en inzet op dreigende taal en nationalisme, helpt daarbij alvast niet. De “tweestatenoplossing” is voor Griekse Cyprioten onverteerbaar, maar is sinds 2020 zowat de enige oplossing voor Turkse en Turks-Cypriotische diplomaten, ondanks het feit dat de internationale gemeenschap blijft aansturen op een federatie. In 2022 riep Erdogan de internationale gemeenschap voor de eerste keer zelfs op om de Turkse Republiek Noord-Cyprus te erkennen.
Zo lijkt zich een uitzichtloze situatie te ontluiken: willen de Cyprioten vrede, dan moet de Griekse kant akkoord gaan met opgelegde resoluties en gewoon verdergaan met het leven. Dat zou betekenen dat de Turkse militaire bezetting zou doorgaan, en dat kunnen weinigen verkroppen. Het alternatief is dat Turkije toegevingen doet en zich terug, zoals voor het afspringen van de onderhandelingen in 2017, toespitst op een federale oplossing in plaats van een tweestatenresolutie. Met een steeds dictatoriale Erdogan aan het roer lijkt ook dat scenario steeds onwaarschijnlijker.
Nieuwe gesprekken zullen in elk geval plaatsvinden tegen het einde van juli. Veel wordt er alvast niet van verwacht – internationaal en bij de Cypriotische gemeenschap.