We lazen een artikel op alainet.org over de Top van de Amerikaanse Staten in Panama, geschreven door de Argentijnse politicoloog Juan Manuel Karg van de Universiteit van Buenos Aires: América Latina después de Panamá. Hij meent dat deze top nogmaals aantoont hoe groot de politieke kloof is tussen Noord- en Zuid-Amerika. Je zou zijn vier conclusies als volgt kunnen samenvatten: Zuid-Amerika is één, Cuba blijft rechtlijnig, het VS beleid tegen Venezuela krijgt zware kritiek, de VS staat tegenover een zelfstandig Latijns-Amerika. Hier volgt een licht bewerkte en ingekorte vertaling.(red.)
Eerste conclusie. De 33 landen van Celac -Comunidad de Estados Latinoamericanos y Caribeños- vormen meer dan ooit een eenheid. Het beeld met de Amerikaanse president die eerst de toespraak van Raul Castro beluistert en dan de zaal verlaat vooraleer z’n collega’s van Argentinië en Venezuela aan het woord komen, zou op het eerste zicht het tegenovergestelde kunnen doen vermoeden. Bepaalde waarnemers gaven in ieder geval dergelijke lezing van de feiten. Latijns-Amerika zou zwaar verdeeld zijn. Maar het tegendeel is waar. De VS is niet meer in staat om een instelling die het zelf oprichtte nog langer onder directe controle te houden. Diegene die vroeger de ziel en de leider was van dergelijke bijeenkomsten liep nu weg: een arrogante maar vooral ook een defensieve daad, een teken van onmacht.
Tweede conclusie. Wie een ‘light’ discours van Raul Castro had verwacht als gevolg van het herstel van de diplomatieke relaties tussen Havana en Washington, was eraan voor de moeite. De Cubaanse president sprak in duidelijke taal over het beleid van Washington tegenover het eiland. “In de Cubaanse onafhankelijkheidsoorlog begon de VS als bondgenoot en eindigde als bezetter.” Hij onderstreepte dat de ontberingen als gevolg van de VS blokkade een grotere steun genereerden voor het politiek, economisch en sociaal systeem van Cuba. 77% van de Cubanen werd geboren onder de blokkade, maar de intimidatie bracht meer revolutie, aldus Raul Castro. Hij eindigde met te verwijzen naar het vrijhandelsakkoord van de Amerika’s (ALCA, Areo de Libre Commercio de las Americas) dat schipbreuk leed in 2005 tijdens de Top in Mar del Plata onder leiding van Chavez, Kirchner en Lula.
Derde conclusie. In een goed deel van de presidentiële toespraken klonk er duidelijke kritiek op het Excecutive Order (EO) dat Obama in maart 2015 uitgevaardigd heeft waarin de situatie in Venezuela bestempeld wordt als een bedreiging voor de nationale veiligheid en het buitenlands beleid van de VS. Cristina Fernández de Kirchner was bijzonder duidelijk toen ze stelde dat dit decreet moest worden geseponeerd. De Venezolaanse president Maduro beschouwde dit EO als een inmenging in de binnenlandse politiek van zijn land. Hij pleitte voor een diplomatieke uitweg voor dit probleem met de boodschap: “Ik reik je de hand, president Obama, opdat we het thema aanpakken en oplossen zonder inmenging in mekaars interne aangelegenheden”.
Vierde conclusie. Het feit dat er op deze top geen gezamenlijke eindverklaring is gekomen duidt op de ontevredenheid van de VS en Canada met de centrale assen van de ontmoeting. Dat was ook al het geval in 2012 in Cartagena de Indias, Colombia. Twee topontmoetingen na elkaar zonder gemeenschappelijke eindverklaring tonen de grenzen van een dergelijke uitgebreide instantie, met zeer uiteenlopende landen op vlak van politieke en economische oriëntatie.
Zelfs met een wijziging van de historische vijandigheid tussen de VS en Cuba, blijft het regionaal beeld zeer complex voor Washington. Deze Top van de Amerika’s blijft een erfenis vanuit de tijd van de ‘Washington consensus’ die door de opkomst van nieuwe integratievormen van de Latijns-Amerikaanse landen – Unasur, Celac, Alba/petrocaribe – inderdaad tien jaar geleden in Mar del Plata al werd ten grave gedragen. Als de elite in de VS daar geen rekening mee houdt kunnen er veel vragen gesteld worden over het belang en de overlevingskansen van deze instantie die duidelijk in het verleden is blijven steken.