Met zijn 11 miljoen inwoners slaagt Cuba erin een “medische supermacht” te zijn. De manier waarop het Caraïbische eiland gezondheidswerkers naar het door ebola getroffen West-Afrika stuurt, wekt zelfs de bewondering van Amerikaanse kranten op. “Het is niet Sierra Leone dat ons nodig heeft”, zegt Yosvany Vera, Cubaans arts van 36 jaar die zich een weg baant door zijn hotelletje, met een bord rijst en vettig vlees in de hand, “de wéreld heeft ons nodig.” The Wall Street Journal.
De voorbije weken verschenen in de gezaghebbende VS-kranten The Washington Post en The Wall Street Journal bijzonder lovende stukken over de inzet van Cuba tegen ebola. Dat deze kranten überhaupt positieve zaken durven schrijven over Cuba is letterlijk onuitgegeven.
De impliciete boodschap voor binnenlands gebruik is een kritiek op Obama: “Zie eens waartoe dat eilandje van 11 miljoen inwoners in staat is, terwijl het Witte Huis te weinig en te laat optreedt.” Tegelijk past deze berichtgeving in de groeiende stroom vraagtekens die de grote media en – voornamelijk Democratisch – politici steeds vaker zetten bij de vastgeroeste en steriele Cubapolitiek van de Verenigde Staten. Zelfs ex-Buitenlandminister Hillary Clinton sprak zich recent openlijk uit tegen de contraproductieve VS-blokkade. Het team van de gedoodverfde presidentskandidate leest ook de peilingen die aangeven dat de Cubaanse gemeenschap in ‘swingstate’ Florida (waar de Republikeinen en Democraten nek aan nek liggen) zich steeds meer tegen de blokkade, en dus ook tegen de Republikeinen keert.
De invloed van de anti-Castro-krachten op deze groep is sterk aan het afnemen en de commerciële kansen die (Cubano-)Amerikanen mislopen door de blokkade wekken steeds meer ergernis. “Rond de medische aanpak van ebola scoort Cuba ver boven zijn gewichtsklasse”, is de titel boven het stuk in The Washington Post, dat dagelijks op een half miljoen exemplaren wordt verkocht. In The Wall Street Journal staat: “Cuba is het enige land, bij mijn weten, dat medisch personeel stuurt”, zegt Nkosazana Dlamini-Zuma, voorzitster van de Afrikaanse Unie en de ex-vrouw van Zuid-Afrikaans president Jacob Zuma. En terwijl de experts van de VS logeren in het Radisson Blue-hotel voor 200 dollar per nacht, overnachten de 165 Cubanen in een slaapzaal van een goedkoop hotelletje van Freetown. De toiletten zijn er kapot en er hangen zwermen vliegen rond de vuile tafels waaraan de Cubanen hun honger stillen.
Hulp voor de VS
The Washington Post geeft een positieve evaluatie van het systeem van integrale gezondheidszorg op Cuba dat enorme medische vooruitgang heeft mogelijk gemaakt en gezondheidsindicatoren (kindersterfte, levensverwachting…) oplevert die op het niveau liggen van de meest ontwikkelde landen. Verder worden de opleidingssystemen voor artsen en andere gezondheidswerkers vernoemd waarvan honderdduizenden artsen en specialisten van arme landen gebruikmaken.
De krant vermeldt dat Cuba al decennialang solidaire medische assistentie verleent aan vele landen in nood en stipt ook aan dat het eiland zelfs hulp aanbood aan de VS toen orkaan Katrina er lelijk had huisgehouden.
Wat het artikel niet vermeldt, zijn de effecten van de VS-blokkade op het gezondheidssysteem in Cuba en het programma van de VS om Cubanen in het buitenland er toe aan te zetten naar de VS te verhuizen…
Waar blijven de rijke landen?
In eigen land luidde epidemioloog Marc Van Ranst vorige maand nog de alarmbel en riep de regering op het B-Fast-team ter plaatse te sturen. Die reageerden lauwtjes – “niet onze specialiteit” – en de regering houdt het bij wat extra financiële steun. Geld en middelen zijn uiteraard nodig maar het mankeert vooral aan dokters en verpleegkundigen om de kleine ploeg van Artsen Zonder Grenzen te gaan versterken, zo lieten die zelf weten.
Helaas is België niet de slechte uitzondering, maar eerder in lijn met de rest van de wereld. Margaret Chan, directeur-generaal van de Wereldgezondheidsorganisatie WHO, zei begin september al dat bij deze “grootste en meest complexe” uitbraak van het virus ooit, “het aantal patiënten veel sneller stijgt dan de capaciteit om ze te behandelen (…) als we de oorlog tegen ebola willen winnen hebben we 5 à 600 extra artsen en minstens 1.000 gezondheidswerkers uit het buitenland nodig”.
Chan was dan ook enorm blij met het Cubaanse engagement. Ze hoopt dat het andere landen ertoe zal bewegen om meer vakmensen naar West-Afrika te sturen. “Geld en materiaal zijn belangrijk, maar zullen de ebola-epidemie niet stoppen”, zei ze. Begin september waren volgens Chan circa 170 buitenlandse artsen en experten in de bijzonder zwaar getroffen landen Guinee, Liberia en Sierra Leone actief. De Cubaanse hulpverleners zullen ongeveer een half jaar blijven. Robert Morales Ojeda, de Cubaanse minister van volksgezondheid, heeft andere landen opgeroepen om ook hulp te sturen.
Medische supermacht
Dezelfde Chan was in juli nog te gast in Havana waar ze onder meer zei: “Cuba is het enige land ter wereld dat over een gezondheidssysteem beschikt dat nauw en circulair verbonden is met onderzoek en ontwikkeling van nieuwe behandelwijzen. Dat is de te volgen weg, want de menselijke gezondheid kan maar vooruit gaan dankzij innovatie.”
Met zijn 11 miljoen inwoners – ongeveer zoveel als België dus, maar met een zes keer kleiner bbp – slaagt Cuba erin een ‘medische supermacht’ te zijn. Op dit moment opereren er ongeveer 50.000 Cubaanse gezondheidswerkers van wie de helft artsen in meer dan 90 landen en werden sinds 1998 al 20.000 dokters uit 123 landen gratis opgeleid. Momenteel studeren er aan de ELAM, de artsenopleiding voor buitenlanders, 11.000 studenten uit 120 landen. Ter vergelijking: in België werken er 47.000 artsen, dat is 4,2 op duizend inwoners. In Cuba zelf zijn nog 4,1 artsen per 1000 inwoners werkzaam, naast de 25.000 die elders werken. Daarbovenop zijn er nog minstens 25.000 gezondheidswerkers die in Cuba of door Cubanen in hun eigen land werden opgeleid.
Terwijl er in vele ontwikkelingslanden een “gezondheidswerkercrisis” heerst, met schrijnende tekorten aan geschoolde mensen, ligt de Cubaanse dokter-patiënt ratio met 6,7 dokters per 1000 inwoners ver boven het door de WHO vereiste minimum van 2,28 promille artsen, vroedvrouwen en verpleegsters.
“Een model voor vele landen”
De laatste tien jaar hebben Cubanen 3,5 miljoen blinden genezen in Latijns-Amerika. Niet voor niets omschrijft Ignacio Ramonet, voormalig hoofdredacteur van Le Monde Diplomatique, Cuba als een medische supermacht. Indien de VS en Europa dezelfde inspanning zouden leveren als Cuba, dan zouden ze samen 2 miljoen artsen uitsturen in de wereld en er nog eens meer dan een miljoen hebben opgeleid de afgelopen 15 jaar. Het Zuiden zou dan geen medisch probleem meer kennen.
Ban Ki-moon, secretaris-generaal van de Verenigde Naties, noemt de ELAM, de faculteit in Havana waar buitenlandse studenten gratis geneeskunde studeren, “de meest geavanceerde medische school ter wereld” en prijst de Cubaanse artsen in het buitenland, meer bepaald in Haïti: “Het zijn altijd de eersten die aankomen en de laatsten om weg te gaan. Ze blijven ter plaatse, ook lang na de crisis. Cuba mag fier zijn op zijn medisch systeem, een model voor vele landen.”
Bronnen: Salim Lamrani, Financial Times, Granma, Washington Post, The Walstreet Journal
met dank overgenomen van cubanisimo.net