Als de Corona-epidemie iets heel duidelijk heeft gemaakt, dan is het dat een goed uitgerust gezondheidsapparaat en meer algemeen een sociaal zekerheidssysteem absoluut noodzakelijk is voor een goed functionerende maatschappij. En daar is het de afgelopen jaren behoorlijk fout gelopen. Zeker na de financiële crisis van 2008 kwam de gezondheidszorg onder druk te staan met grote besparingen in een aantal staten. Nu betalen we het gelag van de onderfinanciering ervan en de afwezigheid van een coherent Europees beleid. Een solidaire clausule zoals die bestaat in NAVO-verband, waarbij in oorlogstijd een aangevallen land militair wordt bijgestaan door de andere leden, ontbreekt in de gezondheidszorg. Als het erop aankomt moet Italië het in hoogste nood, in deze oorlog tegen een virus, alleen redden.
Budgettaire normen voor defensie, niet voor gezondheidszorg
EU-staten die het begrotingstekort te hoog laten oplopen, zelfs als dat nodig is om een sociaal beleid uit te stippelen, worden op de vingers getikt en kunnen zelfs gesanctioneerd worden. Een gelijkaardig strikt normeringsbeleid is afwezig in de gezondheidszorg of op vlak van armoede. Het wordt nog absurder als we kijken hoeveel bindende afspraken er de jongste jaren zijn gemaakt op vlak van Gemeenschappelijk Veiligheids- en Defensiebeleid (EU) terwijl de druk ook vanuit de NAVO groeit om alsmaar meer overheidsmiddelen vrij te maken voor het militaire apparaat en voor grote bestellingen bij de wapenindustrie. Tijdens een NAVO-top in 2014 is afgesproken dat de lidstaten er moeten naar streven om tegen 2024 het defensiebudget naar 2% van het BBP op te trekken. Binnen dat budget streven de lidstaten ernaar om 20% te reserveren voor wapenaankopen. Die norm is ook in EU-verband overgenomen. Voor België betekenen deze normen dat jaarlijks enkele miljarden euro extra. Sindsdien zijn de defensiebudgetten van de Europese NAVO-lidstaten en Canada op vijf jaar tijd met 21% gestegen. Alle NAVO-leden samen geven nu al 987 miljard dollar uit. Dat is meer dan de helft (55%) van de mondiale militaire bestedingen die 1.800 miljard dollar bedragen.
Ondanks Corona eist NAVO tientallen miljarden extra voor defensie
Toch is dat volgens de leiders van deze militaire alliantie verre van genoeg. Tijdens de presentatie van het jaarrapport van de NAVO op 19 maart benadrukte Secretaris-Generaal Stoltenberg dat de wereldwijde COVID-19-epidemie geen reden kan zijn om de teugels te vieren. Op pagina 38 van het rapport prijkt een grafiek die behoorlijk doet schrikken en tekenend is voor de mate waarin NAVO-lidstaten ten prooi zijn van een geldverkwistend militarisme. Volgens deze NAVO-projectie, gebaseerd is op de nationale plannen, zouden de Europese lidstaten en Canada tegen 2024 opgeteld 400 miljard meer uitgeven ten opzichte van 2016. Toen waren ze samen goed voor 262 miljard dollar aan militaire uitgaven. Te gek voor woorden en een echt schandaal dat blijkbaar geen politieke verontwaardiging opwekt. De huidige gezondheidscrisis lijkt alleszins weinig vat te hebben op het gezond verstand van de militaire geesten. Nochtans zou het voor Stoltenberg en co nu toch wel duidelijk moeten zijn dat er andere prioriteiten zijn nu de meeste staten onvoldoende budgettair gewapend blijken te zijn om een grote pandemie te lijf te gaan. De Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) voorspelt bijvoorbeeld dat de Corona-crisis tot een verlies van 25 miljoen jobs kan leiden wat meer is dan tijdens de financiële crisis van 2008.
Ludo De Brabander is woordvoerder van Vrede vzw en auteur van o.m. ‘Weg van Oorlog. Over militarisme en antimilitarisme’ (EPO, 2019)