Als CENI, de Congolese verkiezingscommissie, verleden week Félix Tshisekedi aanwijst tot winnaar van de presidentsverkiezingen en dus de opvolger van Joseph Kabila, zijn de verrassing en de verontwaardiging groot. Het is immers een uitgemaakte zaak dat niet Tshisekedi maar een andere opposant, Martin Fayulu, het grootste aantal stemmen achter zijn naam gekregen heeft. Maar 100% zeker dat Tshisekedi één dezer, vermoedelijk de 22e de eed aflegt, is het nog niet. Hij moet nog enkele hindernissen nemen.
Zo moet het Grondwettelijke Hof zich uitspreken over de klacht, die Fayulu ingediend heeft. Dat kàn een formaliteit zijn, want Kabila heeft tijdens zijn langgerekte ambtstermijn van achttien jaar met de benoeming van de juiste rechters het Hof naar zijn hand gezet. In 2016 bewijzen ze hun aanhankelijkheid met een vonnis dat aangeeft dat de zittende president aanblijft, zo lang nieuwe verkiezingen uitblijven. Dat kwam Kabila, die geen enkel initiatief nam om de kiezers hun stem uit te laten brengen, prima uit. Het kan het Hof geen moeite kosten om Fayulu’s bezwaren van de mat te vegen, denk je dan.
Maar toch. Er waren luide stemmen te horen, die openlijk aangaven dat het door de CENI bekendgemaakte resultaat niet overeenstemt met de werkelijkheid. Die van de katholieke bisschoppen b.v., die met hun 40.000 uitgestuurde waarnemers perfect weten welke richting de stemming uitgegaan is en op hertelling aandringen. De Franse minister van Buitenlandse Zaken Le Drian sluit zich daarbij aan, Duitsland ook. Bij monde van minister Reynders vraagt België dat de CENI de resultaten per kiesbureau bekendmaakt. De Europese Unie wil de uitslagen per centre de compilation gepubliceerd zien. Het geeft aan dat het vermoeden bestaat dat de manipulatie van de cijfers ook deze keer, net als in 2011, in die centra gebeurd is, waar de kiesbrieven vanuit de kiesbureaus samengebracht worden.
Ach, het kan de Congolese machthebbers waarschijnlijk niet deren, Kabila is niet te beroerd geweest om zelfs een na lange onderhandelingen de door zijn raadgevers gesloten overeenkomst met de Kerk over de verkiezingen als een vodje papier te behandelen, en kritiek vanuit Europa, die is al lang niet meer welkom.
Andere koek is dat ook SADC op hertelling aandringt, het economische samenwerkingsverband van de landen van Zuidelijk-Afrika, waarvan ook Congo lid is. Kabila’s belangrijkste bondgenoten, zoals Angola en Zuid-Afrika, maken er de dienst uit. Onder hun druk heeft Kabila uiteindelijk besloten om toch maar verkiezingen uit te schrijven en door zelf niet meer op te komen de grondwet te eerbiedigen. De Zuid-Afrikaanse president Ramaphosa en zijn collega Lourenço van Angola hebben naast economische hefbomen doorslaggevende politieke argumenten. Ze zijn n.l. begonnen met een schoonmaakoperatie in eigen rangen, om er paal en perk te stellen aan de corrupte praktijken en de persoonlijke verrijking van hun voorgangers. Kabila kan een lesje van hen leren. Neen, Cyril Ramaphosa en Joao Lourenço, die wegen zwaarder door dan Didier Reynders.
Het is dus niet uit te sluiten dat het Grondwettelijke Hof gehoor geeft aan de klacht van Fayulu en de verzuchtingen van SADC. Het kan dan de verkiezingen ongeldig verklaren en decreteren dat ze overgedaan moeten worden. Een soort van reddingsboei voor Kabila, want in dat geval blijft hij, op basis van het Hof zijn besluit van 2016, gewoon op zijn stoel zitten. Nog even. Stel je voor.
Nog één bedenking. In Béni, Butembo en Yumbi brengen de 1,2 miljoen kiezers pas in maart hun stem uit. Stel dat zij het verschil tussen Tshisekedi en de nummer twee, Fayulu, op wie er officieel 684.000 stemmen minder uitgebracht zijn, ongedaan maken, wat dan ? Het lijkt een onwaarschijnlijk scenario maar niet helemaal onmogelijk, gezien Fayulu’s populariteit in het noordoosten.
Tshisekedi, president zonder macht
Als geen van die hypotheses werkelijkheid wordt en Tshisekedi ongeschonden door dat mijnenveld komt, dan wacht hem een reusachtige taak. Kabila en zijn omgeving beschikken n.l. over een uitgebreid aantal instrumenten om hun macht te consolideren. Eerst en vooral weten we niet welke afspraken er tussen de twee gemaakt zijn. Wel dàt ze gemaakt zijn maar niet wat ze inhouden en hoe ver ze strekken. De eerste antwoorden zullen we de eerstkomende weken krijgen en dat zal ons een idee geven welke kant het opgaat.
Ten eerste, ernstige aanwijzing krijgen we bij de aanstelling van de eerste minister. Toen medekandidaat Vital Kamerhe zich terugtrok, was hém kennelijk die functie beloofd. Maar blijft die toezegging overeind, nu Tshisekedi zo goed als zeker moet besturen met een parlement dat Kabila gunstig gezind is ? Het is niet eenvoudig om op alle verkozen 485 Kamerleden een precies etiket te kleven maar volgens een woordvoerder van Kabila’s coalitie rekenen ze op tussen 250 en 300 stemmen. Als dat klopt, hebben ze de volstrekte meerderheid. Tshisekedi’s coalitie, Cap pour le changement, strandt op rond 50. Uiteraard rijst ook hier de vraag of die uitslag overeenstemt met de wil van kiezer, dan wel gefabriceerd is ten voordele van de president zijn kandidaten. Maar met een dergelijke samenstelling is het voor Kabila’s Front commun pour le Congo een koud kunstje om iemand van de hunnen als premier aan te stellen. Waarom niet Josephs tweelingzus Jaynet ? Stel je voor, dan zou het meteen duidelijk zijn waar we naartoe gaan. Tenzij de deal met Kamerhe toch doorgaat. Dan bevestigt dat het gerucht dat de dissident Kamerhe van zijn oude netwerk rond Kabila, waarvan de oud-Kamervoorzitter jaren geleden afstand genomen heeft, gebruik gemaakt heeft om de afspraak tussen de oude en de nieuwe president te smeden.
Ook de senaat komt in handen van de Kabila-aanhang. Volgens diezelfde woordvoerder van het Front commun pour le Congo hebben ze in 22 van de 26 provincieraden de meerderheid. Die raden wijzen de senatoren aan en dus staat ook in dat orgaan is Tshisekedi in de minderheid. Een toemaatje: Joseph Kabila is van rechtswege senator en kan zich tot voorzitter laten verkiezen. Een doemscenario dat de ronde doet: als de president overlijdt of ontslag neemt, dan volgt… de senaatsvoorzitter hem op. Om maar te zeggen dat Tshisekedi op politiek vlak vrijwel voor de onmogelijke opdracht staat om zijn macht te vestigen.
De Kabilaclan heeft nog andere troeven. Ze controleren de legertop en de veiligheidsdiensten en ze hebben een economisch imperium opgericht, waarmee ze de ontginning van strategische grondstoffen als goud, koper, kobalt en coltan controleren. Alweer, er is voor Tshisekedi nauwelijks enig beginnen aan. Willen of niet, hij moet naar het pijpen dansen van wie er aan de touwtjes van de werkelijke macht trekt.
Tshisekedi, de lame duck
Wat kan Félix Tshisekedi daar tegenover zetten, tegenover die moloch met zijn tentakels, waarmee hij een akkoord gesloten heeft om officieel de presidentsverkiezingen te mogen winnen ? Op de keper beschouwd niet zo veel. Politieke ervaring heeft hij nauwelijks. Twee jaar terug heeft hij het partijvoorzitterschap van zijn overleden vader, Etienne, overgenomen en hij teert op diens naam en faam. Hij heeft van hem een partij geërfd, die in de loop der jaren flink wat dissidenties gekend heeft en van aardig wat topfiguren beroofd is. Al in Mobutu’s tijd slaagde de maréchal erin om belangrijke figuren uit Etienne’s omgeving weg te lokken en zo de slagkracht van de UDPS te verzwakken.
Joseph Kabila is op dat spoor doorgegaan. De laatste twee premiers die hij aangesteld heeft, Bruno Tshibala en Samy Badibanga, komen allebei uit de rangen van de UDPS. Félix moet het doen met wie er overgebleven is en dat is niet de crème de la crème. Zijn vader had tenminste een ploeg klaar toen de Nationale Conferentie hem in 1991 tot eerste minister uitriep, met competente mensen die hem op economisch vlak ondersteunden. Desondanks kon hij niet op tegen het apparaat van Mobutu.
Opvallend toen was ook hoe snel de buitenwereld Etienne als onbekwaam afschilderde en hem als een baksteen liet vallen, in schril contrast tot hoe ze corrupte Mobutugetrouwen die hem voorgingen de hand boven het hoofd hielden. Dat heeft zeker te maken met Etiennes karakter – hij was nogal gewoon om altijd en overal eigenzinnig de lakens uit te delen – maar toch. Het is meer dan onwaarschijnlijk dat Félix op grote tegemoetkomingen mag rekenen, hij die op een dubieuze manier het hoogste ambt in de wacht gesleept heeft en niet zoals zijn vader op rechtmatige wijze verkozen is door een orgaan dat de prille democratie vorm probeerde te geven.
Slotbedenking
Het grote plaatje in het postelectorale Congo oogt somber, dat is zeker. Toch zijn er lichtpunten. De voorbije jaren hebben we gemerkt dat er in sommige lagen van de bevolking, bij stedelingen en jongeren o.a., een politiek bewustzijn gegroeid is, dat de elite stokken in de wielen gestoken heeft bij hun pogingen om alles bij het oude te laten. De niet aflatende inzet van de Kerk om het democratische proces te ondersteunen en op koers te zetten, in een in hoge mate gepolitiseerde omgeving, is ook bijzonder geweest. Het is beslist niet alleen de internationale druk die Kabila ertoe verplicht heeft om een stap opzij te zetten.
Dàt de president dat gedaan heeft en dat er, zij het met twee jaar vertraging, verkiezingen gehouden zijn, met het oog op een vreedzame overgang, de eerste in Congo’s geschiedenis, ook dat is niet te onderschatten. Op het einde van de rit hebben de oude demonen weer de kop opgestoken en is het tot een koehandel gekomen die geen rekening houden met wat de Congolezen willen, met name wezenlijke veranderingen, die een punt zetten achter de door Kabila en de zijnen voortgezette traditie van kleptocratie, die Mobutu in het leven geroepen heeft. Maar dat die afspraken het houden, is zelfs nog niet zeker, dat moeten we nog enkele dagen afwachten.
Het is nergens in de wereld een makkie geweest om van vandaag op morgen over te stappen van een decennialange dictatuur naar een perfecte democratie. In Zuid-Afrika hebben het ANC en Inkatha in 1994 in de provincie KwaZulu-Natal een overeenkomst gesloten over de uitslag, omdat het geweld een degelijke stembusslag onmogelijk gemaakt had. Dat gefabriceerde resultaat heeft zijn vruchten afgeworpen. Waarmee ik niet wil zeggen dat de Congolezen zich neer moeten leggen bij de achterkamerpolitiek van hun leiders.