INTERNATIONALE POLITIEK

Commers’ vrijmetselaarsfilosofie en Mozart

Ronald Commers, Tussen de zichtbare en de onzichtbare wereld, Over vrijmetselaarsfilosofie en Mozart, Acco, Leuven, 2008, 336 blz. 32 euro, ISBN 9789033465918

Tussen de zichtbare en onzichtbare wereld kadert in een breder onderzoek van de filosofische vertogen en verhalen van de moderniteit waarmee Ronald Commers in 1991 begon met Het Vrije Denken. Het ongelijk van een humanisme. Met De wijzen en de zotten (1995) zette hij zijn onderzoek van de radicale Verlichting in Centraal- en West-Europa voort en Tussen de zichtbare en onzichtbare wereld is het derde en laatste deel van zijn ontrafeling van de wereldbeschouwelijke ontwikkelingen binnen de westerse wereld.

In dit boek is Commers’ invalshoek een grondige analyse van de vrijmetselaarsfilosofie. Commers schreef Tussen de zichtbare en onzichtbare wereld met twee petjes op: als gewoon hoogleraar bij de vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap van de Gentse universiteit én als vrijmetselaar van een werkplaats, behorend tot de Grootloge van België.

In zijn inleiding waarschuwt de auteur dat dit werk een ideologiekritisch en daardoor ook een strijdvaardig karakter heeft. Commers gaat dadelijk in de aanval. Zijn provocerende stijl liegt er niet om. Volgens Commers zit de vrijmetselarij van het begin van de 21ste eeuw geprangd tussen twee uitersten: “Enerzijds de esoterische fantasieën van mesjoche dwepers met gralen en ridders, anderzijds de sullige verwachtingen van de aanbidders van een zgn. bevrijdende ‘wetenschap’ die een gouden toekomst aan de ‘verspreide’ mensheid belooft als zij tijd van wachten heeft”. (p. 11-12)

De hoofdstelling van dit boek is dat de overgang van ambachtelijke gilden – operatieve loges genoemd – naar speculatieve loges een kwakkel is. De wortels en de stam van de Europese vrijmetselarij zijn filosofisch en spiritueel, en niet anders. In zijn cultuurfilosofische zoektocht naar een spirituele herbronning van de vrijmetselarij komt Commers bij renaissancefilosofen en radicale reformatoren terecht, van wie hij hij het ideeëngoed meevoert naar de 21ste eeuw ter ondersteuning van een ambitieus vrijmetselaarsprogramma, met name “de nooit af te sluiten betrachting om de rechtvaardige samenleving en de vrede op aarde te stichten, om de voluit menselijke menselijkheid te vestigen die de verderfelijke wetten breekt, het verslavende gedrag aanklaagt, de opinies ontmaskert, de individuele waardigheid doet respecteren en van de vervlogen culturele tradities en versleten beschavingen het mom van de ordentelijkheid afneemt.” (p. 16)

Commers benadrukt dat zijn zoektocht niet zozeer op de oorsprong van het fenomeen gericht is, maar wel op de netwerken en de communicatiestromen waarbinnen het fenomeen zich heeft gesitueerd. Hij verwijst dan voornamelijk naar de intellectuele en commerciële netwerken die in continentaal Europa en op de Britse eilanden waren ontstaan tussen late 15de tot het begin van de 18de eeuw.

‘Waarheidsduisternis’

Het boek bestaat uit twee grote delen. Het eerste deel is van algemeen cultuurfilosofische aard en bevat acht hoofdstukken. In de eerste vijf gaat Commers achtereenvolgens in op de maçonnieke ideologie, op riten, ritualen en symbolen, op de tempel van Salomon, op netwerken en genootschappen en op enkele alchemistisch spirituele thema’s en maçonnieke symbolen. De drie laatste hoofdstukken gaan over het werk van enkele filosofen die volgens Commers invloed hebben gehad op de vrijmetselarij. Dat zijn in chronologische volgorde de Italiaanse natuurfilosoof Giordano Bruno, de Boheemse wijze Jan Amos Comenius en de Engelsman John Toland.

In het tweede deel wordt uiteengezet hoe de filosofische inhoud van de speculatieve vrijmetselarij tot uitdrukking komt in het muzikale oeuvre van Mozart. Deze grote componist is dé muzikale vertolker van een filosofie van de vrijmetselarij zoals hij, Commers, ze ook ziet. In vier hoofdstukken beschrijft de auteur niet alleen de figuur van Mozart binnen de vrijmetselarij en zijn radicale verlichtingsdenken, hij brengt ook thema’s uit Mozarts opera’s in verband met Giordano Bruno’s werk en besluit met een merkwaardig hoofdstuk waarin hij verwijst naar de vreemde omstandigheden van Mozarts plotselinge dood. In een laatste hoofdstuk brengt Commers nog een filosofische nabeschouwing die hij samenvat in enkele slotzinnen: “Wij moeten voor de speculatieve vrijmetselarij hopen dat zij – ontwakend uit de dronkenschap van tempeliers- en ridderlegenden, gralen en Schotten, kortom heel het gekrakeel van een valse esoterie – zich in de 21ste eeuw kan richten op dit dynamisch en open humanisme. Misschien wordt zij dan ook, vanuit de ‘nooddruft’ der mensheid, een boodschapper van de lente, naast en samen met de wereldreligies waarvan, zoals geweten, er velen zijn.”

Dat laatste is voor Commers zeer belangrijk want hij constateert al op de eerste bladzijden van dit boek dat in de dialoog van de wereldreligies de vrijmetselarij een grote afwezige is. Hiervoor verwijst hij onder meer naar de katholieke theoloog Hans Küng. Dat Commers niet vies is om over het ‘muurtje’ te kijken illustreert hij door het begrip ‘waarheidsduisternis’, een begrip dat door Joseph Ratzinger, Paus Benedictus XVI, wordt gebruikt ook op de vrijmetselarij toe te passen. (Denn das Wahrheitsdunkel ist die eigentliche Not des Menschen…).

Het onuitsprekelijke

Tussen de zichtbare en onzichtbare wereld is qua stijl een typisch Commers-boek. Terwijl je leest, hoor je de filosoof soms praten. Commers is ongetwijfeld een uitstekend causeur, die tijdens een uiteenzetting zijn luisteraars kan meevoeren naar alle uithoeken van zijn bibliotheek. Dat procédé om de luisteraar mee onder de arm te nemen past hij ook toe wanneer hij schrijft (bijvoorbeeld “het zal de lezer al zijn duidelijk geworden” p. 68), maar dat geeft een onnatuurlijke retorische zwenking aan de tekst. Een lezer leest en moet niet nóg eens extra aangesproken worden.

Commers ontpopt zich in dit boek ook weer tot een cultuurfilosoof met een zeer brede blik, die geen ogenschijnlijk triviale lectuur schuwt. Zo citeert hij een mooie passage uit het jongensboek Toen Dik Trom een jongen was om aan te tonen dat ideeën van Immanuel Kant ook voor kinderen toegankelijk zijn. Op zijn best is Commers wanneer hij te rade kan gaan in de wereld van de literatuur, de film en zoals in de laatste hoofdstukken van dit boek, in de wereld van de muziek. Dat komt zeer goed tot uiting in hoofdstuk negen “Mozart en de vrijmetselarij” waarin Commers een scène beschrijft uit de film Padre Padrone van de gebroeders Taviani waarbij het Adagio weerklinkt uit het wondermooie Klarinetconcerto in A groot van Amadeus Mozart weerklinkt. Dat stelt hem in staat enkele zeer mooie passages te schrijven over de tegenstrijdige gevoelens in de film (de ontvoogding van de zoon en de onderdrukking door de vader) die door Mozarts suggestieve muziek op een hoger niveau worden getild. “Waar woorden, en ritualen falen, daar schiet de muziek als verklanking van het onuitsprekelijke – van het geheim – in het oeuvre van Mozart ter hulp.” (p. 21) Mozart slaagt erin om spiritualiteit in muziek om te zetten.

Onderweg

Commers heeft met Tussen de zichtbare en de onzichtbare wereld andermaal een boek geschreven dat uitnodigt tot polemiek in eigen kringen. Het is een erudiete en eigenzinnige steen in de maçonnieke kikkerpoel geworden. Hopelijk zorgt hij voor heel wat deining, niet alleen in de beslotenheid van de eigen werkplaats maar ook op het publieke forum.

Je moet immers geen vrijmetselaar zijn om geboeid te raken door een thema dat door zijn ambitieuze en universalistische benadering van mens en wereld de besloten grenzen van de maçonnerie ver overstijgt. Commers zet zich in sterke mate af tegen de hogere graden in de voornamelijk Schotse strekking van de vrijmetselarij. Dat noemt hij een gevaarlijke deviatie. “De verticaliteit die in de verschillende graden van verbetering wordt verondersteld, blijft door de onvolmaaktheid van de kennis en van streven altijd onderworpen aan de horizontaliteit van het ootmoedige verzet.”

Het deemoedig erkennen van de menselijke onvolmaaktheid is een zeer belangrijk thema dat in alle werken van Commers sterk aanwezig is. Het niet voltooide, het voortdurend onderweg zijn is een leidmotief bij hem. “Als Leo Ferré zingt: “même un drapeau noir est encore un drapeau,” dan heeft hij in één zin samengevat wat de boodschap moet zijn aan de dwalende mens die zich optrekt aan de zekerheid van de onzekerheid.” (p. 82)

Commers gebruikt op verschillende plaatsen de metafoor van de reis. Zijn vrijmetselarij is een louterende reis op de oneindige weg van het licht dat ‘daar’, in het licht van de arbeid en de mensenliefde, wordt geëvoceerd. Vaak verwijst Commers ook met instemming naar de Franse filosoof Vlademir Jankélévitch over wie hij Het onzegbare en het onuitsprekelijke schreef: “De reis die het lot mij doet gaan, een tocht van zeventig, misschien tachtig jaar, onder de sterrenhemel van het lot, wat betekent zij? Wat betekent het anders dan dat ik werd geboren, zal hebben geleefd, zal zijn gestorven en zal zijn verdwenen. Is dit ales duidelijk en helder verlicht? Welaan dan als u er zo over denkt. Ik denk anders. Voor mij is daar precies de hoop gehuisvest, zij heeft daar een tempel. Het bovennatuurlijke van de boodschap: het feit te zullen hebben geleefd. Die tocht, die reis in de lotsbestemming is mij een diep raadsel. Het is een geheim dat mij vertroosting schenkt. Het is een geheim dat voor mij een beginsel is van hoop.” (p.299-300) En dat beginsel van Blochiaanse hoop draagt Commers al levenslang hoog in het vaandel.

(Uitpers, nr 104, 10de jg., december 2008)

U kunt dit boek via de link hieronder rechtstreeks bestellen bij:

en wie via Uitpers bestelt, helpt Uitpers!

De link:

http://www.groenewaterman.be/anne/index.dll?webpage=index.htm&inpartcode=730764&refsource=uitpers

Laatste bijdrages

Wat wil BRICS?

Sinds de 16de vergadering van de BRICS-landen (Brazilië, Rusland, Indië, China en Zuid-Afrika) in het Russische Kazan heeft deze groep een ietwat aparte plaats ingenomen als multilaterale organisatie. Het…

Argentinië. In gesprek met Atilio Boron

FM: Verkozenen van uiterst rechts zijn al lang geen uitzondering meer. Toch blijft het voor veel buitenstaanders moeilijk te begrijpen dat iemand als Javier Milei kon verkozen worden als…

Barnier op de schopstoel. Macron ook.

Veel ministers van de Franse regering Barnier zullen een zeer korte carrière hebben gekend nu Marine Le Pen meedeelde dat ze een motie van wantrouwen indient, zoals links dat…

Van Moddergat tot Wondermond

You May Also Like

×