INTERNATIONALE POLITIEK

Commers’ Kritiek van het ethisch bewustzijn

Ronald Commers, Kritiek van het ethisch bewustzijn, van liefde met recht en rede, deel 1, Acco, Leuven, 2009,511 blz. ISBN 9789033475573

Ethiek of moraalfilosofie is de discipline waarin filosofen kritisch reflecteren over het goede leven en de goede samenleving. Dat doet een productieve Ronald Commers al levenslang via een vrij groot aantal publicaties. Commers (°1946) is gewoon hoogleraar ethiek en wijsbegeerte en al heel zijn academische carrière verbonden aan de Gentse Universiteit, waar hij vanaf 1978 axiologie doceerde in de dienst van Jaap Kruithof, die hij ook later zou opvolgen.

Nu hij zelf voor zijn emeritaat staat, brengt hij in Kritiek van het ethisch bewustzijn een résumé van zijn jarenlange colleges over wijsgerige ethiek. Het is niet een zoveelste studentencursus geworden met een zoveelste ideeëngeschiedenis over ethische stelsels. Commers legt de lat veel hoger. Kritiek van het ethisch bewustzijn is een zeer persoonlijk en ambitieus werk waarin zijn moraalfilosofische interpretatie voorop staat.

‘De taal van de ethiek’

Deze kanjer van meer dan 500 bladzijden is slechts een eerste deel, waarin de auteur nadenkt over wat hij ‘ de taal van de ethiek’ noemt. Commers kondigt ook al een tweede volume aan waarin hij de methodische basis zal leveren van zijn moraalfilosofische posities. Zijn kritische reflecties over het ethisch bewustzijn worden het best weergegeven door de metafoor ‘de taal van de ethiek’. Voor Commers is die taal niet, omdat zij nooit af is. Een taal is levend en dynamisch. Een taal wordt in de eerste plaats omdat zij wordt gesproken. Zij is parole naast langue en langage. Die westerse ‘taal van de ethiek’ is dus voor hem het nooit te beëindigen proces van het menselijke ‘zeggen’ of ‘spreken’, waarin drie grondinspiraties aanwezig moeten zijn. Vandaar de ondertitel van dit werk ‘Van liefde met recht en rede’. Samengevat gaat het over de verstandige levenskunst, steunend op bezonnenheid en persoonlijke vervolmaking. Dat noemt Commers de eerste ethische cultuur en daarvoor verwijst hij naar de Griekse filosofen. Daarnaast onderscheidt hij als de tweede ethische cultuur de naastenliefde vanuit het besef van de menselijke existentiële kwetsbaarheid en het onafwendbare lijden, zoals ze tot uiting komt in de christelijke verkondiging. De derde ethische cultuur is de gerechtigheid in het licht van de menselijke waardigheid en de bevrijding uit ellende en knechtschap, zoals beschreven in de Joodse profetieën. Die bevrijding is voor Commers zowel individueel als collectief te begrijpen. De idee van ‘de uittocht uit Egypte’ verwijst dan in zijn interpretatie naar het zich vrij maken van politieke en sociaaleconomische structuren, die een mens gevangen houden. Het gaat dus, anders gezegd, om zowel individuele als collectieve emancipatie. Die drie inspiraties uit Hellas, de christelijke verkondiging en Israël leiden hem tot de centrale stelling dat ‘de taal van de ethiek’ steeds in ontwikkeling is: “Zij is zonder onderbreking in proces in en door het levende spreken van mensen. Daardoor blijft de ultieme en afsluitende inhoud van de ethiek altijd buiten hun bereik”. (p. 34)

Messias voor de deur

Bij de wijsgerig-antropologische en geschiedenisfilosofische excursies van de oude Grieken tot Levinas – en nog recentere filosofen- , die Commers in zes lijvige hoofdstukken maakt, wordt hij vaak vergezeld door filosofen als Martin Buber, Erich Fromm, Ernst Bloch, Vladimir Jankélévitch, Emmanuel Levinas en Herman Cohen. Zij hebben een niet geringe invloed gehad op zijn denken. Daarnaast moeten ook de veelvuldige verwijzingen naar werken uit de wereldliteratuur vermeld worden, die het boek nog een extra culturele dimensie geven. In plaats van een poging te doen om dit vuistdikke boek samen te vatten – dat laat ik aan de lezende studax over – probeer ik een stukje van het denken van Commers te belichten aan de hand van een recent uitvoerig gesprek dat ik met hem had naar aanleiding van mijn boek “Het vacuüm van de kosmopoliet”. (1) Commers is zeker geen doemdenker. Ook in dit werk is er plaats voor optimisme. Daarvoor verwijst hij onder meer naar wat de filosoof van de hoop, Ernst Bloch, ‘het anticiperend bewustzijn’ noemt. Dit bewustzijn is transindividueel en loopt vooruit op een verwachte samenlevingstoestand waarin het goede altijd kans maakt om tot ontwikkeling te komen. Commers vermeldt de Duitse neokantiaanse filosoof Hermann Cohen die – Mozes Maimon, Maimonides, volgend – op de vraag of hij in de Messias geloofde, repliceerde: “‘Wel zeker, hij staat alle dagen aan de deur, als de gastvriend of de vreemdeling aanklopt’. Dat is de ‘messiaanse’ opdracht van de mens. Het goede, aldus Cohen, dient zich te verwerkelijken in de wereld van het hier en nu. Het is de mens aan wie de messiaanse opdracht is meegegeven om het goede te realiseren.”

Wandelen over het levenspad

Ook in de studie van het marxisme tekent er zich volgens Commers een stroming af waarin Marx als een ethicus en messianist wordt beschouwd. Dat verdedigt onder meer de Oostenrijkse auteur Albert Massiczek in zijn boek waarin Marx als een ethisch bewogen messiaanse auteur wordt voorgesteld. (2)

“Voor het geheel van onze levenstijd zijn wij als mensen Ich en Du en misschien gaat die verbondenheid ook op voor de niet-mensen. Die totaalvisie overstijgt het primaat van de culturele identiteit en zelfs van de sociaaleconomische verhoudingen. Om volledig mens te kunnen worden, moeten we daar allemaal aan voorbij kunnen gaan. Voor Marx situeert die toestand zich in een eindtijd, een eschaton, die door mensen kan worden bewerkstelligd. Daarin volg ik hem niet. Op dat vlak beschouw ik mij niet als een marxist. Niet de geëmancipeerde, maar de zich emanciperende samenleving dient nagestreefd. Laten wij een socialisme verdedigen dat bevrijd wordt van het eschaton. Laat ons uit naam van het socialisme de emanciperende, ontvoogdende en bevrijdende praxis plaatsen tegen het eschaton. De wereld is zwanger van een toekomst, die nog niet werd vervuld, zegt Ernst Bloch, maar die gelukzalige toestand moet niet in de toekomst worden geprojecteerd. ‘En wij dan?’ vragen miljoenen arme mensen in de wereld zich terecht af. Wat moet er intussen met ons gebeuren? Kan men niet op weg zijn en zoeken om het beste te maken van de wandeling over het pad zonder een beloofd land als fata morgana aan de horizon te zien?”

Commers voegt er nog aan toe: “Als vrijmetselaar ben ik natuurlijk wel gevoelig voor de verheven, maar toch zo utopische doelstellingen van de loge: uit de ontmoeting met de andere komt het wonder van de ‘verlossing’ van sociaaleconomische en culturele beperkingen. Dat is het wonder van de openheid, van de ander als doel en slechts als doel om het Kantiaans te zeggen.”

Compassie

Commers beperkt zich in zijn activiteiten niet tot filosofische beschouwingen maar mengt zich ook in het maatschappelijke debat rond hete hangijzers. Dat blijkt onder meer uit “Het Belgische asielbeleid”. Dit boek, dat hij samen met Jan Blommaert editte, werd samengesteld door leden van de onderzoekseenheid ‘Asiel en uitwijzing’ van het Centrum voor Ethiek en Waardeonderzoek. Daarin wordt forse kritiek geleverd op het asielbeleid te lande.

“Onze initiële houding moet er één van compassion zijn. Medelijden is allesbehalve verwerpelijk. In het medelijden verdwijnt de afstandelijkheid – in termen van stand en afkomst – tussen afzonderlijke mensen abrupt. De vervreemding, de mensonwaardige situatie waarin de ‘andere’ zich bevindt, wordt als een vreemdheid en een tekort in onszelf ervaren – de lijdende ‘andere’, dat ben ik. Het medelijden wijst ons niet alleen op die ellende, maar vraagt ons om er iets aan te doen, om dingen ten goede te keren. Medelijden is niet louter reactie maar spoort aan tot actie. Het medelijden doorbreekt de bestaande orde en vraagt om een alternatief. Het is een subversieve kracht – wat meteen ook de vele inspanningen verklaart die het beleid zich klaarblijkelijk getroost om het leed te verbergen of op afstand te houden, eerst achter beton en prikkeldraad, daarna in ‘chartervliegtuigen’.”

De ‘verbeterde’ marxist Commers kijkt dus niet alleen naar het structurele plaatje. Hij laat ruimte open voor caritas, maar dan niet in de betekenis van een Moeder Teresa of vanuit een of andere negentiende-eeuwse liberale ‘caritas’-idee. Hij verzet zich tegen een herleiding van het begrip tot pure naastenliefde, tot een soort ‘werken van barmhartigheid’.

In de authentieke betekenis van naasten-liefde weegt het directe eigenbelang minder zwaar dan het belang van de andere waarvoor men zich medeverantwoordelijk weet. In die betekenis moet caritas (dat wat carus of waardevol is in het Latijn), helemaal niet betuttelend zijn, maar verwijst het juist naar het respect voor de ander als gelijkwaardige persoon. In tegenstelling tot het begrip solidariteit heeft caritas een andere spirituele achtergrond. Solidariteit verwijst meer naar een gemeenschappelijk belang, terwijl caritas verwijst naar het belang van de ander. Caritas is actief en betrokken op een daadwerkelijke en verplichte taak die de mens, geconfronteerd met het aangezicht van de andere, in zijn individuele levenstijd op zich neemt. C’est un devoir sans expectation de récompensation. »  

       

De toren van Babel

Het is niet toevallig dat de cover van het boek een verwijzing is naar de mythe van de toren van Babel uit het Oude Testament (Genesis 11,1-9), waarnaar ook de Mexicaanse regisseur Alejandro González Iñárritu verwijst in zijn film met de gelijknamige titel. In het Oude Testament wordt verteld dat Jahwe bang is dat de mensen te machtig zullen worden. Hun toren van Babel, een toren die tot de hemel reikt, is teken van die macht. Door een echte verdeel-en-heers-politiek verstrooit Jahwe de mensen over heel de aarde en laat hij ze verschillende talen spreken, die leiden tot de Babylonische spraakverwarring. Bestaat er zoiets als een universele rationaliteit? Dat is de vraag die Alejandro González zich stelt.

Voor Commers staat Babel voor de onbereikbare eenheid van alle zingevend en betekenend spreken en hij benadrukt ook dat deze metafoor vandaag meer dan ooit staat voor de door de globalisering verscherpte en geografische verscheidenheid der mensen. Moeten wij op zoek naar een (absolutistisch) universalisme of eerder naar een (relativistisch) particularisme? Het zijn de grote vragen die Commers zich ook stelt via het Center for Ethics and Value Inquiry in Gent en via de International Global Ethics Association.

“De almaar uitbreidende literatuur over global ethics wijst op de bekommernis om de verscheidenheid van de zingeving te verbinden met een algemeen en universeel kader,” schrijft hij in zijn boek. (p. 32)

“De ultieme en totale inhoud van de mensheid, om het nogmaals met Bloch te zeggen, kan door geen enkele particuliere cultuur en door geen enkele plaatselijke wereldbeschouwelijke zingeving geformuleerd en uitgesproken worden. De universaliteit ligt in de beweging van de vele, vaak tegenstrijdige formuleringen. Het is daarop dat wij – geconfronteerd met de globalisering – moeten gericht blijven. Zoals de ethicus Marcus Singer het ooit formuleerde: ‘De vraagstukken zijn vaak zo complex en moeilijk en geen van ons heeft de algehele wijsheid. En toch is dat geen reden voor wanhoop of scepticisme. In de redelijke meningsverschillen van redelijke mensen kunnen wij, voor zover wij redelijk zijn, hoop en verlichting vinden’.” (3)

Praxis tegen eschaton

Kritiek van het ethisch bewustzijn is meer dan een overzicht van de belangrijkste stromingen in de wijsgerige ethiek. Het is teven een hoogtepunt in het oeuvre van Commers, omdat hij zijn wijsgerig-antropologische en geschiedenisfilosofische excursies maakt vanuit een zeer eigen perspectief. In ‘de taal van de ethiek’ brengt deze creatieve denker alle filosofische inzichten samen, die hij in de loop van zijn academische carrière heeft verworven. De jonge trotskist die Commers ooit was, is niet blijven hangen aan de ‘revolutionaire’ jaren zestig en zeventig. Ook toen al liet hij zijn dissidente stem horen. In een essaybundel over de filosofie van Ernst Bloch formuleerde hij in 1980 de uitdagende vraag: “Hoe dan dat socialisme herbronnen los van de ficties van de negentiende-eeuwse visie van het ‘wetenschappelijk socialisme’? Hoe dat socialisme , waarin emanciperende, ontvoogdende en bevrijdende praxis resoluut wordt gekeerd tegen gelijk welk schimmig maar immer onvruchtbaar blijvend eschaton, vooruit helpen door vernieuwende analyses van tijdperken en samenlevingen in hun voortdurende socio-economische en politiek-structurele veranderingen?”(4)

Dat moeilijke, eindeloze, maar boeiende pad van de praxis is Commers als ‘verbeterde marxist’ tot vandaag blijven bewandelen. Hij eindigt zijn boek niet toevallig met een beschouwing over een citaat van Ernst Bloch uit Das Prinzip Hoffnung: “De aspiratie van universaliteit en van oneindigheid – het naar waarheid antwoord geven zonder op te houden – is de grond van het ethische, maar dan altijd als ‘ de taak die eindeloos is en als het werk daarvoor nodig, dat voortdurend wacht. De grond van het ethische draagt het oneindige in zich: klaarheid brengen, vastberaden zijn, recht doen, het goede beogen, zonder dat hij en zij, dat wil zeggen ‘Ik en U’ die het op zich nemen, ooit de uitbetaalde en dus vergoede vennoot zullen zijn van die naar zijn einde strevende synthese.”

(Uitpers nr. 122, 11de jg., juli-augustus 2010)

U kunt dit boek via de link hieronder rechtstreeks bestellen bij:

en wie via Uitpers bestelt, helpt Uitpers!

De link:

http://www.groenewaterman.be/anne/index.dll?webpage=index.htm&inpartcode=925709&refsource=uitpers

 

Noten:

(1) Walter Lotens, Het vacuüm van de kosmopoliet, stemmen over vermenging, Uitgeverij Pelckmans, 2008, p. 198-210

(2) Der menschliche Mensch. Karl Marx’ jüdischer Humanismus, Wien, Europa

Verlag, 1968.

(3) Marcus Singer, Generalization in Ethics, London, Eyre& Spottiswoode, 1963

(4) Ronald Commers, Praxis tegen eschaton. In: Hugo Van den Enden (ed), Marxisme van de hoop- hoop van het marxisme, Het Wereldvenster, Bussum, 1980

Laatste bijdrages

Barnier op de schopstoel. Macron ook.

Veel ministers van de Franse regering Barnier zullen een zeer korte carrière hebben gekend nu Marine Le Pen meedeelde dat ze een motie van wantrouwen indient, zoals links dat…

Wapenproducenten vergroten hun omzet door oorlog en regionale spanningen

In 2023 stegen de inkomsten van de wereldwijde top 100 wapenbedrijven naar 623 miljard dollar in reële cijfers. Volgens het Zweeds Vredesonderzoeksinstituut SIPRI, dat een jaarlijks rapport maakt over…

Aleppo. Het einde voor Assad?

Hayat Tahrir Al-Sham (HTS) is Aleppo binnengewandeld, het Syrische regeringsleger leek nergens te bekennen. Het was al eerder het gebied tussen zijn bolwerk Idlib en Aleppo doorgetrokken als door…

Van Moddergat tot Wondermond

You May Also Like

×