Geachte lezer, bij dezen wil ik graag uw aandacht vragen voor het volgende. Ik lees met enige regelmaat en met grote interesse de commentaren, artikelen cq opmerkingen van mevrouw Herremans [van de Belgische organisatie Actie Platform Palestina en Broederlijk Delen /Pax Christi] tav het Israëlisch-Palestijnse conflict en in de regel ben ik het grotendeels met
haar eens.
Echter, betreffende haar artikel ”Krachtig Europees beleid nodig voor Midden-Oosten”, wil ik nadrukkelijk enkele kanttekeningen maken, met name betr de door haar gemaakte opmerkingen betr het ”veiligheidsrisico” van Hezbollah voor Israël en de door haar voorgestane ”ontwapening”’ van Hezbollah. Ik acht het echter van belang, dat u het artikel eveneens zelf kunt lezen om zo uw eigen oordeel te vormen:
Bij dezen de link: http://www.indymedia.be/en/node/3351
Hoewel ik het geheel met mevrouw Herremans eens ben, dat de EU de morele en
politieke verplichting heeft, bij beide conflictpartijen, te weten Israël en Hezbollah, aan te dringen op naleving van het humanitair oorlogsrecht, dat door hen beiden wordt geschonden met als gevolg het plegen van oorlogsmisdaden [te weten Israël vanwege de willekeurige bombardementen op Libanese woonwijken en dorpen en het gebruik van de internationaal verboden clusterbommen en Hezbollah vanwege haar raketaanvallen op Israëlische steden] wil ik graag enkele kanttekeningen plaatsen tav een door haar onder punt 1 van haar betoog gedane bewering
In punt 1 van haar betoog stelt zij aanvankelijk, en volkomen terecht, dat de Israëlische aanval op Libanon een schending is van het Libanese soevereiniteitsrecht, aangezien Israël niet is aangevallen door het Libanese leger, maar de niet-statelijke strijdgroep Hezbollah. Eveneens ben ik het met haar opmerking eens, dat de Syrische steun aan Hezbollah zorgelijk is, waarbij ik dat overigens bekijk vanuit het risico van de escalatie van het conflict.
Echter, onder punt 1 stelt zij eveneens:
”Met recht en rede beschouwt Israël Hezbollah als een veiligheidsrisico en moet de militie ontwapend worden”. Bij deze door haar gemaakte opmerking wil ik graag enkele kanttekeningen maken.
A Israëlische militaire kracht
In de eerste plaats wil ik er graag op wijzen, dat Hezbollah weliswaar beschikt over een zeker en inderdaad niet te onderschatten wapenarsenaal [gezien de slagkracht van het aantal op Israëlische steden afgevuurde raketten], maar dat het oneigenlijk is, dit wapenarsenaal als serieuze bedreiging voor Israël te beschouwen.
Ik wil mevrouw Herremans er graag op attent maken, dat het Israëlische leger niet alleen een technologisch zeer geavanceerd leger is, maar behoort tot een van de zes sterkste legers ter wereld en eveneens de belangrijkste en wellicht enige nucleaire mogendheid is in het Midden-Oosten, en naar in wetenschappelijke kringen wordt aangenomen, in staat is tot het fabriceren
van 100 tot 200 middelgrote atoombommen. Bovendien krijgt Israël eveneens een jaarlijkse Amerikaanse militaire steun van circa drie miljard. Er is mi dus geen sprake van, dat Hezbollah een serieus veiligheidsrisico voor Israël is.
Naar mijn mening is bovendien niet Hezbollah de militaire factor, waarvan een ernstige bedreiging uitgaat, maar Israël als expansionistische militaire macht. Ik wijs er dienaangaande op, dat deze Israëlische aanval op Libanon, de vijfde is in een reeks, waarvan de grootste en meest vernietigendste in 1982 heeft plaatsgehad.
Zoals mevrouw Herremans zelf terecht heeft gesteld is hier niet alleen sprake van een schending van het Libanese soevereiniteitsrecht, maar eveneens worden deze Israëlische aanvallen niet alleen gekenmerkt door het massale en willekeurige karakter en gebruikt het Israëlische leger daarbij eveneens de internationaal-verboden clusterbommen en naar uw zeggen eveneens fragmentatiebommen. Van Israël gaat dus naar mijn mening de grootste dreiging uit
B Ontwapening van Hezbollah
Omkering van een politiek-militaire realiteit
In de tweede plaats ben ik het geheel niet met haar eens, dat Hezbollah ontwapend zou moeten worden en zie ik al evenmin in, op welke grond zij dit baseert. In de eerste plaats is deze strijd tussen Israël en Hezbollah internationaal-rechtelijk gezien [zie de Conventies van Geneve] een strijd tussen twee conflictpartijen, nog even los van oorzaak en gevolg.
Nergens echter wordt in het oorlogsrecht gewag gemaakt van de ontwapening van een specifieke partij, wanneer beide conflictpartijen zijn. Uiteraard is militaire strijd tussen partijen, nog los van de oorzaak daarvan, nooit wenselijk te noemen [ik zeg altijd, in een oorlog is iedere dode een teveel, militair of burger], maar er is geen enkele grond aan te
voeren, waarom, in een strijd tussen twee conflictpartijen, de ene partij zou ontwapenen en de ander niet.
Tenslotte zou het in geen enkel opzicht hout snijden, wanneer Hezbollah zou ontwapenen, terwijl het Israëlische leger met zijn enorme militaire overwicht in de regio, gehandhaafd zou blijven.
C Israëlische bezetting
Crucialer echter dan een referentie aan het oorlogsrecht acht ik de politiek-historische ontwikkelingen in dezen. Het verbaast mij enigszins, dat mevrouw Herremans, die in de regel [en eveneens in dit artikel] zo onverbloemd en principieel stelling neemt tegen de Israëlische bezetting [een van de redenen, dat ik haar artikelen en commentaren zo waardeer] juist de crux van de politiek-historische ontwikkelingen, met name ook ivm de aanvallen op Libanon, die aanvankelijk waren aangevangen vanwege Israëls streven de bevrijdingsbeweging de PLO
”uit te schakelen” , uit het oog verliest.
En die crux, is hier de reeds 39 jaar durende Israëlische bezetting van de Palestijnse gebieden [het Gaza-gebied, De Westelijke Jordaanoever en Oost-Jeruzalem] ondanks de in november 1967 aangenomen VN-Veiligheidsresolutie 242, waarin Israël werd opgeroepen, zich uit de in
de juni-oorlog veroverde gebieden, waaronder de Palestijnse gebieden, terug te trekken. Zelf wijst mevrouw Herremans overigens in dit artikel op de ontstaanswijze van Hezbollah, namelijk als guerrillabeweging tegen het Israëlische bezettingsleger in Libanon.
Het is immers voor een belangrijk deel aan Hezbollah te danken, dat Israël zich uiteindelijk in 2000 definitief heeft teruggetrokken uit het Zuiden van Libanon.
C1 Shebaa Farms
Alvorens verder in te gaan op de rol van Hezbollah wil ik op een cruciaal twistpunt tussen Hezbollah en Israël wijzen, namelijk de Israëlische bezetting van Shebaa Farms. Ik zal het neutraler stellen: Shebaa Farms wordt door Israël beschouwd als horende bij haar grondgebied, hetgeen door Hezbollah wordt bestreden. Jarenlang zijn er reeds wederzijdse grensschermutselingen over dit gebied tussen Israël en Hezbollah, vandaar dat het mij ook hogelijk verbaasd heeft, dat Israël dit zeer beperkte militaire conflict met Hezbollah heeft
aangegrepen om een grootschalige militaire aanval op Libanon te doen. Ik kan mij dan ook niet aan de indruk onttrekken, dat op de een of andere wijze expansionistische belangen hierbij een rol kunnen spelen, maar dat is nu voor mij secundair. Wat ik wil aantonen is, dat Hezbollah zich verzet tegen de Israëlische militaire aanwezigheid in Shebaa Farms en dat een dergelijk verzet internationaal-rechtelijk gelegitimeerd is.
C2 Israëlische bezetting van de Palestijnse gebieden
Echter, crucialer is mi het feit, dat Hezbollah de Palestijnse militante verzetsbewegingen Hamas, Jihad en eveneens het Volksfront voor de Bevrijding van Palestina wil steunen in hun internationaal-rechtelijk gelegitimeerde strijd tegen de Israëlische bezetting, waarop mevrouw Herremans zelf altijd terecht nadrukkelijk wijst. Ik denk dan ook, dat zij met haar opmerking tav de wenselijkheid van de ontwapening van Hezbollah de politieke realiteit heeft omgedraaid en waarschijnlijk onbedoeld een impliciet betoog houdt voor de handhaving van
de status quo, namelijk de Israëlische bezetting.
Immers, de ontwapening van Hezbollah zou een belangrijke angel halen uit de militaire strijd tegen de Israëlische bezetting en een nog grotere teruggang betekenen voor het legitieme Palestijnse recht op een levensvatbare en onafhankelijke Staat, nu er met de voortbouw van de Israëlische Muur door bezet Palestijns gebied en de snelgroeiende uitbreiding van de
nederzettingen in de Westelijke Jordaanoever al zovele ”feiten aan de grond” zijn geschapen, dat iedere diplomatieke weg ter naleving van de VN-resoluties betr het Midden-Oostenconflict zijn uitgeput. Van de VS is het niet te verwachten, maar zelfs in EU -kringen wordt niet serieus meer aangedrongen op de terugtrekking van Israël uit de in 1967
bezette Palestijnse gebieden.
D Internationaalrechtelijke verplichtingen Hezbollah
Overigens verbaast het mij zeer, dat mevrouw Herremans voorstander is van de ontwapening van Hezbollah, aangezien juist Hezbollah over het algemeen haar acties uitsluitend beperkte tot het Israëlische leger, hetgeen internationaal-rechtelijk is gelegitimeerd en niet tegen Israëlische burgers en burgerdoelen.
De huidige Hezbollah-raketaanvallen op Israëlische steden zijn een breuk met dat principe en ik ben met mevrouw Herremans eens, dat dit ten zeerste dient te worden veroordeeld, evenals de Israëlische willekeurige aanvallen op woonwijken en dorpen in Libanon.
Ik denk, dat mevrouw Herremans de politieke realiteit niet uit het oog dient te verliezen, dat zolang er sprake is van een Israëlische bezetting van de Palestijnse gebieden en de nederzettingen in de Westelijke Jordaanoever en Oost-Jeruzalem niet ontmanteld zijn, er niet alleen een ”veiligheidsrisico” voor Israël zal zijn, maar dat de tegen het Israëlische bezettingsleger gerichte actie, ook van de kant van Hezbollah, volledig gerechtvaardigd is.
Wat NIET gerechtvaardigd is en een oorlogsmisdaad, dat zijn de aanvallen op Israëlische burgers en burgerdoelen, of het nu van de kant van Hezbollah, Hamas en Jihad geschiedt.
Ontwapening van Hezbollah snijdt echter niet alleen mi geen enkel hout, maar gaat eveneens voorbij aan de werkelijke problematiek, de Israëlische bezetting, de gecontinueerde Muurbouw en de nederzettingenpolitiek.
E Tav het krachtiger Europees Midden-Oostenbeleid:
Ik ben het met mevrouw Herremans eens, dat de EU inderdaad moet aandringen op een onmiddellijk staakt het vuren, het naleven door beide conflictpartijen van het humanitair oorlogsrecht en het voorzien in de behoeften van het door de Israëlische aanvallen veroorzaakte grote stroom Libanese vluchtelingen. Echter, ik ben eveneens van mening, dat er door de Europese mogendheden meer gedaan dient te worden.
Het wordt nu eindelijk eens hoog tijd, druk op Israël uit te oefenen, niet alleen tot naleving van het humanitair oorlogsrecht, maar tot de uitvoering van VN-Veiligheidsraadsresolutie 242 tot terugtrekking uit de Palestijnse bezette gebieden, tot ontmanteling van de nederzettingen, die illegaal zijn volgens het Internationaal Recht [zie twee VN-resoluties dd 1979] en het
afbreken van de Muur in bezet gebied [zie uitspraak ICJ dd 9-7-2004]. Hiervoor kan de EU een signaal afgeven door het opschorten van het Associatieakkoord met Israël, dat immers eveneens een clausule heeft ingebouwd, dat beide contractspartijen de mensenrechten dienen na te leven. Het lijkt mij in het geval van Israël niet erg moeilijk aan te tonen, dat hier sprake is van schending van de mensenrechten. Daartoe behoeft slechts de rapportages van Amnesty International [www.amnesty.org] en Human Rights Watch [www.hrw.org]. Het lijkt mij eveneens in Europees verband belangrijk, de oproep van Amnesty International hard te maken en een wapenembargo tegen zowel Israël als Hezbollah af te kondigen. Aan wie het humanitair oorlogsrecht niet respecteert en getuigt van een elementair gebrek aan respect voor de rechten van de burgerbevolking, aan welke kant van de conflictpartij ook, dient geen wapens meer geleverd te worden.
Ik hoop met dit betoog enigszins te hebben aangetoond, dat hoezeer mensenrechtenschendingen van Hezbollah, Hamas en Jihad ook te veroordelen zijn, er geen sprake kan zijn van ontwapening, terwijl de Israëlische bezetting nog onverminderd voortgaat en Israël, ondanks tijdens de Roadmap gemaakte afspraken, gewoon doorgaat met de uitbreiding van de nederzettingen.
Tav Europese politieke en morele medeverantwoordelijkheid voor Israëlische
oorlogsmisdaden:
Europa vergeet, dat zolang zij niet alleen impliciet deze nederzettingenpolitiek gedoogt en maar eveneens impliciet de Israëlische bezetting faciliteert, door VN Veiligheidsraadsresolutie 242 niet principieel te stellen, zij politiek en moreel mede-verantwoordelijk is voor de door Israël gepleegde oorlogsmisdaden en mensenrechtenschendingen. Hier moet steeds weer opnieuw op gewezen worden, zodat Europa, als latere generaties haar hierover ter verantwoording roepen, niet kan zeggen ”Wir haben ess nicht gewusst”.
Astrid Essed.
(Uitpers, nr. 79, 8ste jg., oktober 2006)