Op 2 oktober wordt in Colombia een volksraadpleging gehouden over het vredesakkoord dat met de FARC-guerrilla werd gesloten. Na vijftig jaar oorlog kan er vrede komen, en toch staat het lang niet vast dat het akkoord wordt goedgekeurd. Om dat te begrijpen moet men iets van de geschiedenis van het land kennen.
Hoe komt het dat een groot deel van de bevolking vrij sceptisch staat tegenover dit akkoord? Auteur William Ospina kent het antwoord: iedereen weet dat er aan de oorzaken van deze oorlog niets is veranderd. De FARC is de enige guerrillabeweging in Latijns Amerika die los staat van de koude oorlog, maar voortkomt uit het geweld van de jaren ’40. Linkse krachten hebben decennialang een strijd gevoerd tegen onrecht en voor een landhervorming. De armoede op het platteland is nog steeds erg groot en coca is zowat het enige product waar de boeren een eerlijke prijs voor krijgen. Wie dit niet begrijpt, kan zeuren over de strijd tegen de drugshandel maar zal nooit enig resultaat kunnen bereiken.
Een tweede reden waarom deze volksraadpleging hoe dan ook moeilijk ligt, is dat de bourgeoisie goed heeft verdiend tijdens de oorlog. Doodseskaders en paramilitairen konden straffeloos worden ingezet om te moorden en grond te roven. Ondanks alle conflicten was Colombia het enige land in Latijns Amerika dat in de jaren ’80 en ’90 een formele democratie bleef behouden, groei optekende en lang uit de greep van Wereldbank en IMF kon blijven. De winsthonger van de grootgrondbezitters was onmetelijk groot en het risico bestaat dat de vrede dit noodgedwongen zal moeten temperen.
Ten derde is er de redelijk vuile campagne die voor een ‘neen’ wordt gevoerd, aangeleid door voormalig president Uribe. Uribe en Santos, de huidige president, zijn als water en vuur. Er wordt nu verteld dat er met de ex-guerrilleros in het parlement een ‘castro-chavismo’ zal komen in het land. En dat de kinderen op school – oh ramp! – seksuele opvoeding zullen krijgen! Ondanks het feit dat Paus Franciscus zich voor de vrede heeft uitgesproken, blijft de katholieke kerk in Colombia neutraal omdat ze de bourgeoisie niet voor het hoofd wil stoten. De evangelisten zijn eveneens tegen het vredesakkoord.
Op het platteland, waar de mensen wonen die het zwaarst hebben geleden onder het conflict is men meestal voor de vrede, alleen in de steden wordt hard getwijfeld. Men vindt dat de voorwaarden die de FARC heeft gekregen veel te positief zijn. Men wil onderhandelen over een nieuw akkoord.
Vrede opbouwen
Een vredesakkoord tekenen is één ding. Als dat is gebeurd kan men pas beginnen aan het opbouwen van de vrede. En dat zal gegarandeerd niet van een leien dakje lopen.
In eerste instantie omdat er nog steeds één kleinere guerrillagroep overblijft die ongetwijfeld de vruchten zal willen plukken van wat de FARC nu opgeeft. De ELN is een klassieke guerrillagroep die zich liet inspireren door de Cubaanse revolutie. Er wordt gevreesd dat heel wat FARC-guerrilleros die de vrede niet zien zitten of die na enige tijd geen uitweg meer zien, zullen overlopen naar de ELN. Dat zou geen goed nieuws zijn, maar men moet beseffen dat oorlog ook een manier van leven is en veel guerrilleros nooit iets anders hebben gekend..
Ten tweede is er een triest en bloedig verleden: de FARC onderhandelde al eerder over vrede en aanvaardde in de jaren ’80 om de weg van democratie en politiek te bewandelen. Ze stichtte een politieke partij, de Unión Patriótica, maar na één jaar waren al 500 van haar leden vermoord, waaronder vier parlementsleden. Niet één van die moorden is opgelost en het juiste aantal slachtoffers is onbekend, maar het zijn er duizenden geweest.
Tenslotte zal echte vrede pas het gevolg kunnen zijn van een echte hervorming, van een nieuw land dat wordt opgebouwd. De FARC wilde geen genoegen nemen met enkel wetgeving, maar wil ook grondwettelijk vastgelegde garanties, zoals subsidies voor de boeren en voor coöperaties.
En uiteraard moet het akkoord ook correct worden nageleefd: de guerrilla moet onder VN-toezicht de wapens inleveren, de regering moet zorgen voor een landhervorming en een gerechtelijk apparaat dat de misdaden en de mensenrechtenschendingen kan beoordelen. ‘Niemand gaat onderhandelen om in de gevangenis terecht te komen’, aldus Rodrigo Londono, alias Timochenko herhaaldelijk. Dit aartsmoeilijke punt van de onderhandelingen heeft ertoe geleid dat diegenen die worden beschuldigd van misdaden tegen de mensheid voor een bijzonder vredestribunaal moeten terecht staan. Wie bekent, zal zijn vrijheid beperkt zien, wie ontkent kan wel degelijk naar de gevangenis gaan. Het tribunaal zal ook de misdaden van het leger en van de paramilitairen beoordelen. Die laatste groep bestaat nog steeds uit een paar duizend gewapende misdadigers.
Hoop
De onderhandelingen hebben vier jaar geduurd. Het was allesbehalve makkelijk en het heeft ontzettend veel geduld en goede wil gevergd. Cuba heeft een fantastische diplomatieke rol als facilitator en bemiddelaar gespeeld.
Bij een positief resultaat op 2 oktober komt het conflict definitief ten einde. Op drie oktober kan de vrede langzaam aan beginnen.
Dit vraagt van iedereen een andere ‘mindset’, van de guerrilleros zowel als van de regering en niet het minst van de bevolking. Zal men er in slagen evenveel geduld en goede wil op te brengen als tijdens de onderhandelingen? Zonder twijfel zullen er momenten komen van conflict en ontgoocheling, maar nu dit proces is begonnen, moet alles op alles worden gezet om het tot een goed einde te brengen.
Piedad Cordoba, het parlementslid dat een grote rol heeft gespeeld bij het op gang trekken van de onderhandelingen en de FARC altijd is blijven steunen en aanmoedigen, hoopt dat de linkerzijde in Latijns Amerika en in de rest van de wereld nu haar blijvende solidariteit zal willen tonen met het land.
Het staat vast dat de politieke krachten in Colombia hoe dan ook grondig door elkaar geschud worden. De politieke partij die door de FARC wordt opgericht, zal kunnen deelnemen aan verkiezingen maar krijgt hoe dan ook vijf zetels in de Tweede en vijf zetels in de Eerste Kamer toebedeeld. Er komt wellicht opnieuw een scherper onderscheid tussen links en rechts.
Het klinkt ietwat vreemd om de woorden vrede, democratie, verkiezingen, participatie, burgerschap uit de mond van een guerrillero te horen komen. En het is meer dan ironisch dat dit gebeurt op een ogenblik dat de waarden van rechtvaardigheid en emancipatie in de rest van Latijns Amerika weer ernstig worden bedreigd. Het conflict in Colombia heeft meer dan 200.000 doden gevergd. Meer dan vijf miljoen mensen zijn ontheemd of gevlucht. Vrede, hoe moeilijk en onvolmaakt ook, is zeker een betere oplossing dan eindeloze oorlog.
De linkse krachten in Colombia zullen op onze solidariteit moeten kunnen rekenen.