19 jaar na zijn laatste passage in Brussel, in de VUB, was Noam Chomsky er weer op 16 maart ll., ditmaal bij de Franstalige tegenhanger ULB. Hij was zoals je kon verwachten. Een vlotte spreker is hij nooit geweest, eerder een monotone verteller. Maar wàt de man te vertellen heeft is dan ook beresterk.
De geïnteresseerde Chomsky-adepten kregen reeds een voorproefje met de lezing van 13 maart in Amsterdam die een dag later reeds op internet te bekijken was. Zijn lezing in Brussel kwam er in grote lijnen mee overeen, zei het dat de volgorde wat veranderde. Chomsky is er ook de man niet naar om letterlijk van zijn papier af te lezen. Hij ging in Brussel zelfs in op de actualiteit van de laatste dagen na 13 maart. Zo kwamen we te weten dat Frankrijk, de VS én Nederland verhinderd hebben dat Kadhafi zou aangeklaagd worden op het proces in Den Haag van de Liberiaanse ex-president Charles Taylor voor zijn betrokkenheid bij de oorlog daar. Kadhafi leverde Taylor immers de nodige fondsen. Hij deed dat echter met medeweten van Frankrijk en de VS. Dit alles terwijl de massamedia de man aanvallen voor zijn dictatoriaal gedrag tegen zijn eigen bevolking. Ook op tournee blijft Chomsky dus het nieuws volgen. Een driedelige samenvatting van zijn lezing in Brussel vind je hier: deel 1; deel 2; deel 3.
De organisatie van de lezing was in handen van het Brusselse www.aden.be die alles nogal chaotisch organiseerde met anderhalf uur vertraging als gevolg. In de hallen achter de aula werd ondertussen een ruim assortiment aan Nederlandstalige en Franstalige versies van zijn boeken te koop aangeboden.
Niet dat Chomsky het aan zijn hart liet komen. Na een korte introductie ging hij meteen van start. Ook hij had de recente revoltes in de Arabische landen niet zien aankomen maar dat vond hij ook van de sociale acties in zijn eigen land, meer bepaald in de staat Wisconsin. Chomsky is altijd zeer kritisch geweest voor de vakbonden in zijn eigen land en daarbuiten maar blijft hen toch zien als een van de historisch belangrijkste krachten voor ‘authentieke democratie waarin mensen vrij zijn en gelijke deelnemers in de controle van de instellingen waarin ze leven en werken’. Er is een verschil: in Egypte vecht men voor het bekomen van die rechten, in Wisconsin vecht men om die rechten te behouden.
Volgens hem begint de huidige toestand van de wereld in 1939, toen het voor de VS duidelijk werd dat zij uit de oorlog zouden komen met overweldigende overmacht over de rest van de wereld. De adviseurs van Roosevelt en Truman legden toen een Grand Area doctrine vast die volgens Chomsky nog steeds stand houdt, zij het dat de macht van de VS om die doctrine op te leggen aan het tanen is. Die doctrine bestaat er uit dat de VS “onbetwistbare macht met militaire en economische suprematie” behoudt, terwijl het land er voor zorgt dat “eender welke uitoefening van soevereiniteit door andere landen” niet in strijd is met de geopolitieke plannen van de VS.
Een van de eerste gevaren voor die Grand Area was de mogelijke evolutie van Europa naar een onafhankelijke koers, los van de VS. Daarom werd de NATO opgericht om Europa militair aan de VS te binden. De officiële reden was de strijd tegen het Sovjetimperium. Toen dat voorwendsel in 1989 wegviel, werd snel een nieuwe doctrine gevonden: de strijd tegen het terrorisme in al zijn vormen.
Chomsky heeft geen illusies over de retoriek van Obama: steun voor democratie is voor ideologen en propagandisten. “In de echte wereld is het misprijzen van de elite voor democratie de norm … de publieke opinie in de Arabische landen zien de VS en Israël als de voornaamste bedreiging voor hun veiligheid … als de publieke opinie daar het beleid zou bepalen (zoals dat hoort in een democratie), dan zou de VS de regio niet controleren maar verbannen worden, samen met zijn bondgenoten.” Dat kan dus niet, daarom géén democratie.
Hij maakt ook brandhout van de geldende economische theorieën van de ‘vrije markt’ (die noch vrij, noch markt is). Zo wijst hij er op dat Egypte volgens de regels van die vrije markt er nu beter had moeten voorstaan dan de VS. Groot-Brittannië en later de VS blokkeerden echter de industriële ontwikkeling van Egypte.
Evenmin gelooft hij in enige analogie tussen wat nu in de Arabische landen gebeurt en wat in het vroegere Oostblok gebeurde in 1989. De democratische revoltes daar werden getolereerd door Rusland en ondersteund door het Westen omdat ze overeenkwamen met de economische en strategische objectieven van de Grand Area. Het Westen blijft vijandig staan tegenover democratie in de Arabische landen ‘for good reasons’ (in Chomsky’s sarcastische stijl).
De zogenaamde nucleaire dreiging vanuit Iran past eveneens perfect in dat plaatje. Volgens de analyses van het Pentagon en de CIA gaat er geen enkele militaire dreiging uit van Iran. Het probleem is dat Iran de regio wil ‘destabiliseren’. De VS-invasie in Irak en Afghanistan, de troepen in het Midden-Oosten die Iran omsingelen zijn immers ‘stabiliteit’. Wie daar niet gehoorzaam aan is, ‘destabiliseert’. Zo was het ook nodig een militaire staatsgreep te plegen in Chili om de regio te ‘stabiliseren’ – een volgens Chomsky technische term die het in stand houden van eender welk politiek systeem betekent dat de economische en strategische objectieven van de VS-regering nastreeft.
Zo moet je ook de huidige Chinese ‘militaire dreiging’ begrijpen. Het is ‘problematisch’ dat China aan haar totale defensie één vijfde besteedt van het Amerikaanse budget voor de oorlog in Irak alleen. Dat is een ‘provocatie’ want het zou de vrije toegang van de VS tot de Chinese Zee kunnen belemmeren. Er zijn mogelijkheden om uit de impasse te komen, een kernvrije zone in het Midden-Oosten bijvoorbeeld. Maar dat is ‘out of the question’ omwille van de kernwapens van Israël.
In de VS zelf zal er niets veranderen zolang verkiezingen er gerund worden door de privé-sector. Men verwacht dat de campagne van 2012 ongeveer 2 miljard $ zal kosten. “Geen wonder dus dat Obama business leaders kiest voor de topposities in zijn kabinet.” Alles voor ‘de godsdienst dat de markt de beste oplossing is’ (hij citeert hier Joseph Stiglitz). De bevolking is woedend maar krijgt alleen de kans om die woede te kanaliseren tegen de migranten, een evolutie die hij ook in Europa ziet, waar racisme volgens Chomsky zelfs ingrijpender is en dieper ingegraven in de Europese psyche.
Voorlopig is hij dus niet optimistisch. Voor hem staat de overleving van de menselijke soort op het spel.
De vragen na de lezing waren nogal voorspelbaar maar Chomsky beantwoordde ze heel geduldig (tenminste de vragen die aan bod kwamen, Jean Bricmont moest een massa vragen selecteren – vragen moesten schriftelijk ingediend worden tijdens de lezing). Ook een nogal idiote vraag of 11 september en de Arabische revoltes geen samenzwering van de CIA zijn, weerlegde hij geduldig met degelijke argumenten. Chomsky misprijst geen enkele vragensteller.
Voor wie Chomsky al enkele jaren volgt dus geen nieuwe revelaties maar bevestiging. Dit is volgens mij ook de grootste kracht van deze man. Wie zijn lezingen van pakweg de jaren ’70 herneemt is verrast hoe gelijklopend die zijn met wat hij vandaag vertelt. Zijn analyse is nog precies dezelfde en blijkt nog te kloppen ook. Hij vindt trouwens dat die analyse slechts een toepassing van het gezond verstand is: staten zijn immers geen morele actoren, zij streven eigenbelang na, de VS is daar geen uitzondering op, alleen is de VS door zijn overmacht daar beter in dan andere staten. Maar andere staten zoals België in het verleden in Congo hebben aangetoond even meedogenloos te zijn wanneer het hen uitkomt (en wanneer zij denken het zich te kunnen permitteren).
Staten hebben ook geen vrienden, alleen bondgenoten. Die bondgenootschappen kunnen trouwens snel veranderen. Het komt in feite op het volgende neer: dictatuur of democratie en tégen ons = ‘BAD’; dictatuur of democratie en mét ons = ‘GOOD’. Te eenvoudig? Te simplistisch? Zie het verschil in reactie van het Westen tegen de onderdrukking van de revolte in Libië en in Bahrein, of pakweg de onvoorwaardelijke steun voor het meest wreedaardige regime ter wereld: Saoedi-Arabië …
Van Chomsky zijn naast zijn talloze boeken ook een enorme massa lezingen, interviews, artikels beschikbaar op internet die een consequente lijn volgen. Daar ben je het mee eens of niet, maar zelfs zijn tegenstanders erkennen zijn rechtlijnigheid en principiële vastheid. Chomsky heeft zich ook nooit laten verleiden tot een personencultus bijvoorbeeld à la Franse intelligentsia. Hij wordt constant overvraagd maar blijft er opvallend nuchter én toegankelijk bij. Alle personen die het voorrecht hadden hem persoonlijk te kennen zijn het er over eens dat hij een zeer minzaam man is die geen enkele vraag uit de weg gaat.
Wie meer wil weten over de man kan ik talloze van zijn boeken aanraden, teveel om op te noemen (zoek ‘Chomsky’ op www.uitpers.be voor talrijke vertaalde artikels en voor een aantal boekbesprekingen). Persoonlijk kan ik zeker Fateful Triangle aanraden over het conflict Palestina-VS-Israël (de driehoek in de titel), geschreven in 1983, met recente updates en nog steeds essentiële lectuur om dat conflict beter te begrijpen. Manufacturing Consent schreef hij samen met collega professor Edward Herman. Dit boek leert je waarom van de Amerikaanse massamedia geen enkele kritische analyse van het beleid van de eigen regering moet verwacht worden. De stellingen van dit boek zijn ook zeer goed toepasbaar op de Europese massamedia.
Wie nog niets van de man gelezen heeft kan beginnen met zijn laatste boek Hopes and Prospects dat ook in Nederlandstalige vertaling beschikbaar is bij EPO als Hoop en Vooruitzicht .
De grote verdienste van Chomsky is dat hij zijn medemens materiaal aanreikt om zelf kritisch na te denken over het wereldgebeuren. Dat is precies wat deze wereld nodig heeft: een publieke opinie die onafhankelijk en kritisch nadenkt op basis van volledige informatie, niet op basis van de gefilterde versie van de massamedia. Hij laat de toehoorder ook vrij om zelf tot eigen conclusies te komen. Daarmee onderscheidt Chomsky zich ook van de massamedia: hij respecteert zijn toehoorders.
Chomsky, een aanrader!
(Uitpers nr. 130, 12de jg., april 2011)
Lode Vanoost
27 maart 2011