INTERNATIONALE POLITIEK

China wil meer gelijkheid

Image

‘Vorig jaar bedroeg de ongelijkheid van inkomens in China 0,474. Volgens de VN is het voor een maatschappij gevaarlijk als de Gini-coëfficiënt, het cijfer dat gebruikt wordt om de inkomensongelijkheid te meten, de grens van 0,4 overschrijdt.’ Dit heeft het Chinese Bureau voor de Statistiek in januari gemeld. De ongelijkheid bedraagt nu ongeveer evenveel als in 2003, nadat ze in 2009 piekte. Het is de eerste keer in tien jaar dat er officiële cijfers gepubliceerd werden; de statistische cijfers waren tot nu toe onvoldoende coherent om betrouwbaar te zijn. Wegens de jarenlange zeer hoge ongelijkheid moest er nu echt iets gebeuren om de kloof tussen arm en rijk in de Volksrepubliek te dichten. De ongelijkheid is een van de grote kwesties in China die burgers woedend maakt en politici wakker houdt. Zoals verder zal blijken is het ook een van de problemen die moeilijk op te lossen zijn omdat ze de overheid in een catch-22 situatie brengen.

Begin februari kon het kabinet in Beijing eindelijk toch een pakket maatregelen voorstellen voor een betere verdeling van de inkomens. De regering zal er alles aan doen om het gemiddelde inkomen in de steden en op het platteland tegen 2020 te laten verdubbelen en stelt de armen een snellere inkomensstijging in het vooruitzicht. De minimumlonen moeten tegen 2015 in de meeste regio’s stijgen, zodat ze meer dan 40% bedragen van het gemiddelde loon in de steden. De salarissen van de lagere ambtenaren gaan omhoog, de belastingen voor kleine ondernemers omlaag en meer beursgenoteerde bedrijven moeten dividenden uitkeren aan kleine investeerders. Buitensporige en verborgen inkomsten zullen worden aangepakt en gereguleerd. Er komt een plafond voor de salarissen en bonussen van belangrijke managers in de staatsbedrijven. De groei van hun inkomsten moet worden afgeremd, zodat ze minder snel toenemen dan de gemiddelde salarissen. Ongeveer 128 miljoen mensen in plattelandsgebieden, die in 2011 nog onder de armoedegrens zaten, zullen daar bovenuit worden getild tegen 2015. Als dat lukt zal de armoede zo goed als uitgeroeid zijn. Boeren die hun land uitbesteden, bijvoorbeeld aan collega’s of bedrijven, krijgen hiervoor gegarandeerde vergoedingen en zullen meeprofiteren van de stijgende grondprijzen. De regering zal de industrialisatie van de landbouwproductie ondersteunen en meer gaan betalen voor belangrijke graansoorten om landbouwactiviteiten winstgevender te maken. Er komt ook een belastinghervorming, met een zwaardere belasting op eigendommen, bedrijfsmiddelen en luxe consumptiegoederen. ‘Op een geschikt tijdstip’ zal ook het belasten van erfenissen worden overwogen. Tegen 2015 zal de regering 2% meer van het belastinggeld uitgeven aan sociale zekerheid en werkgelegenheid dan in 2011. De staat rekent op meer inkomsten in ruil voor een verdere ontwikkeling van de kapitaalmarkt, de vrijmaking van de rentevoeten (die ook ten goede kan komen aan kleine spaarders) en de verbreding van de marges voor de leningen die banken mogen toestaan. Beijing gaat ook meer obligaties uitgeven. Staatsbedrijven moeten een groter deel van hun winst afstaan, 5% meer dan ze nu doen. Dat geld zal ten dele worden ingezet voor de ‘verbetering van het bestaan van de mensen’. Meer migranten zullen als stadsbewoner worden geregistreerd en dan van betere sociale voorzieningen kunnen gebruikmaken. Er zijn regels dat hoge ambtenaren opening van zaken moeten geven over hun bezittingen en die van hun familieleden en er een minder luxueuze werkstijl op na moeten houden. Deze richtlijnen zullen strikter worden nageleefd.

De hoofdprincipes van deze plannen zijn efficiëntie en rechtvaardigheid. De maatregelen moeten een vlottere overschakeling op een consumptiemaatschappij mogelijk maken en zorgen voor gelijkheid, stabiliteit en sociale vrede. Het kabinet heeft echter gewaarschuwd voor overspannen verwachtingen: ‘het gaat om een systematisch project dat lastig uit te voeren en complex is en waarbij uiteenlopende belangen meer of minder zullen worden gediend. Het zal tijd vragen.’ Sinds oktober 2010 is er een studiegroep bestaande uit leden van verschillende overheidsinstanties bezig de hervormingen voor te bereiden. Dat gebeurt in overleg met de lokale overheden en overheidsdepartementen. Het besluit dat nu is genomen werd vorig jaar aangekondigd, eerst door Wen Jiabao en enkele maanden later op het 18e congres van de CPC.

De belangrijke officiële krant Global Times schrijft: ‘China heeft al vele jaren geleden de pogingen opgegeven om een extreem economisch egalitarisme te bereiken. Het land is nu in het andere uiterste vervallen. De afgelopen 30 jaar heeft de Gini-coëfficiënt de internationale alarmdrempel overschreden. De belangrijkste oorzaak is de enorme inkomenskloof die leidt tot sociaal onrecht … De economische ontwikkeling mag geen beletsel zijn bij het dichten van die kloof. Het principe blijft verdeling naar werk, maar monopolies moeten worden gebroken en buitensporig hoge inkomsten moeten worden aangepast.’ Er is volgens die krant al veel bereikt, de lonen voor fabrieksarbeid zijn inderdaad al gestegen, maar ‘er is ook grote ontevredenheid over het dure wonen en andere zaken die met het inkomen verband houden … De onbestendigheid van de markt betekent dat er geen perfecte spreiding van de ontwikkeling mogelijk is. Bij dit alles moeten we er echter rekening mee houden dat China een socialistisch land is met een fundamenteel sociaal ideaal van welvaart voor allen. China moet in staat zijn een eind te maken aan het onrecht.’

Het plan wordt gunstig ontvangen, maar sommige experts laten een kritische noot horen. Een gelijkere inkomensverdeling zal de consumptie stimuleren en zo een gunstige invloed hebben op de groei, maar de maatregelen komen misschien iets te laat, volgens onderzoekers. Het 5% meer dat de staatsbedrijven van hun winsten moeten afstaan is te weinig, zeker omdat maar een deel van het geld naar de bevolking gaat, denken bepaalde waarnemers. De kritische experts zijn het in elk geval wel met de regering eens dat het allemaal niet vanzelf zal gaan. De eigendomsbelasting is bijvoorbeeld een uitstekend middel om de welvaart te herverdelen, maar degenen die de belasting moeten betalen zouden zich daar naar verluidt heftig tegen verzetten. Dat er nog geen adequaat kadaster is zal de zaak verder bemoeilijken. Na de meningen van de analisten komt het schot voor de boeg van de fabrikanten, dat allicht meer impact zal hebben. Chong Shing-hum, voorzitter van de Vereniging van Chinese Importeurs en Exporteurs in Hongkong, zegt over geplande loonsverhogingen in de regio waar zijn collega’s actief zijn: ‘Het wordt steeds moeilijker voor ons om in de Parelrivierdelta te overleven. Veel van mijn vrienden overwegen de verhuizing van hun zaak.’

Een zekere scepsis is dus zeker gerechtvaardigd. In theorie ziet het plan er goed uit, maar in de praktijk zullen verschillende sociale groepen verschillende onderdelen van het plan willen doordrukken. Het valt bijvoorbeeld op dat de staatsbedrijven concreet als doelwit worden genoemd. Zal de overheid haar publieke sector gaan kortwieken om tegemoet te komen aan de particuliere ondernemingen die vinden dat de staatsbedrijven te veel voordelen genieten (is dit het wat de Global Times bedoelt met ‘monopolies moeten worden gebroken’)? Of is men veeleer van plan de inkomens aan te pakken van enkele personen aan het hoofd van staatsbedrijven, over wie verteld wordt dat het superrijke profiteurs zijn? Privémiljardairs worden blijkbaar niet te zeer geviseerd, maar daar staat dan toch weer veel tegenover: de beloofde loonsverhogingen, verdergaande armoedebestrijding, een betere behandeling van de boeren en de herziening van de hukous, de bevolkingsregistratie van migranten.

Natuurlijk staat de overheid voor dilemma’s. Ze moet tegenstrijdige belangen dienen. De regering moet de economische groei volhouden door ook de ondernemers tevreden te stellen, maar tegelijk luisteren naar de roep om meer rechtvaardigheid. In China is het echter nog steeds zo dat de politiek de contro
le over de markt heeft en niet omgekeerd. Daarom maakt het plan om ‘het sociale ideaal van welvaart voor allen’ te realiseren zeker een kans.

Bronnen: China Daily, Bloomberg, SCMP, Global Times
Commentaar van Chinasquare, een website van de Vereniging België-China

Relevant

Pakistan: geen aandacht voor wie werkt

Op 8 februari 2024 zijn er verkiezingen in Pakistan, maar bij de arbeiders valt er voorlopig niet veel enthousiasme te bespeuren. Dit heeft deels te maken met de onzekerheid…

China weegt voorzichtig de kansen af in het Afghanistan van de Taliban

Twee decennia geleden werd het Taliban-regime in Afghanistan omvergeworpen. De Taliban zijn sinds augustus terug aan de macht in Kaboel. De Verenigde Staten en hun NAVO-partners zijn afgedropen en…

Uit Afghanistan (en Irak) vertrekken om er te blijven

Afghanistan is het zoveelste ‘gewapend conflict’ dat de Verenigde Staten in een ontwikkelingsland voerden en uiteindelijk verloren hebben. Na het fiasco in Vietnam en nadat ze konden toezien op…

Laatste bijdrages

Bayrou, dan toch

Het zou geen verrassing mogen zijn, en toch: François Bayrou heeft eindelijk een van zijn twee dromen gerealiseerd, hij is premier van Frankrijk. De andere droom: president. Maar voorlopig…

SYRIË: EEN MIDDELEEUWS OPBOD

De weg naar Damascus is lang. De apostel Paulus werd er van zijn paard gegooid. De kruisvaarders moesten eerst de oninneembaar  geachte stad Antiochië (vandaag Turks Antakya) belegeren –…

Komt er stabiliteit in Syrië na het verdwijnen van Assad?

Het regime van Bashar al-Assad is gevallen, maar daarmee is er nog geen eind gekomen aan de gevechten. Het land is nu opgedeeld in twee stukken. Met het vertrek…

Grenskolonialisme

You May Also Like

×