Sedert twee jaar vlecht zich een netwerk van handelsakkoorden tussen grote derde wereldlanden. De initiatiefnemers zijn Peking, Moskou, Delhi, Brasilia en Teheran. Eind 2002 ondertekenden de eerste vier invloedrijke naties een handels- en samenwerkingsovereenkomst onder de naam BRC, de afkorting van Brazilië, Rusland, India en China. De zoektocht van China en India naar energie staan daarbij centraal. Laat ons even kijken naar de internationale activiteiten van China.
latijns-amerika
China heeft vandaag diplomatieke relaties met 20 Latijns-Amerikaanse landen, die tezamen 95% van het BNP van dit subcontinent vertegenwoordigen en meer dan 90% van haar bevolking. Dat was 25 jaar geleden wel even anders. Chinese leiders gaan op bezoek naar Latijns-Amerika, Zuid-Amerikaanse landen gaan naar China. Beijing ondertekende een “strategisch partnership” met Brazilië, Argentinië, Venezuela en Mexico. Er is een consultatiestructuur opgezet met de Rio-Groep, de Zuid-Amerikaanse Gemeenschappelijke Markt en Andes-Gemeenschap. China is waarnemer o.m. bij de Inter-American Development Bank en de Economische Commissie voor Latijns Amerika en de Caraïben, alsook bij de Organisatie van Amerikaanse Staten.
Met 16 Latijns-Amerikaanse landen zijn er akkoorden voor economische en technologische samenwerking, investeringsakkoorden met 11 landen en akkoorden om dubbele handelstaxatie te vermijden met 5 landen. Er is een gemeenschappelijke commissie voor wetenschappelijk en technologische samenwerking met Brazilië, Mexico, Chili, Argentinië en Cuba.
Waar het vroeger voornamelijk ging om pure handel verschuiven de relaties nu meer en meer naar een combinatie van handel, economische hulp en investeringen via joint-ventures en samenwerking op verschillende vlakken. China investeert in Peru in de mijnsector, in de oliesector in Venezuela en Ecuador, ijzerontginning en verwerking in Brazilië, in de textielsector in Mexico. Deze blijken bijzonder winstgevend te zijn. De Zuid-Amerikaanse investeringen in China nemen ook toe. Voorlopig blijft de grote lijn echter toch nog altijd dat China voornamelijk op zoek is naar energie en grondstoffen, en in ruil afgewerkte producten levert.
Naar verluidt zal China in 2007 de helft van haar petroleum moeten invoeren. Daarbij is Beijing ook nog op zoek naar andere grondstoffen en voedsel. Vergeten we niet dat China de tweede grootste economie van de wereld aan het worden is.
In januari 2005 tekende China een overeenkomst in Caracas waardoor ze twee Venezolaanse olievelden beheert. Ook andere olievelden in het oosten van Venezuela zouden door China worden ontwikkeld, alhoewel die over hun hoogtepunt heen zouden zijn. Er werd afgesproken om maandelijks 120.000 vaten olie naar China te transporteren, en de handel tussen beide landen zou in 2005 moeten verdubbelen tot 3 miljard dollar.
Een van de grote Chinese oliemaatschappijen zal voor de Cubaanse kust op zoek naar potentiële olievelden. Er worden grote Chinese investeringen aangekondigd in de Cubaanse nikkelexploitatie.
Het ziet er dus naar uit dat het Chinese beleid qua buitenlandse investeringen eerder strategisch is en marktgericht dan een zoektocht naar loutere kortetermijnwinst.
Waarom is nu precies het afgelopen jaar de Chinese liefde voor Latijns-Amerika open gebloeid? Er is natuurlijk de groeiende afstandelijkheid van een reeks Zuid-Amerikaanse regeringen ten opzichte van de ideologisch gestuwde vrijhandelsovereenkomsten (Free Trade of the Americas) van de regering Bush. Het neoliberalisme ligt wel wat onder vuur in de regio: Brazilië, Argentinië, Cuba, Venezuela, en nu ook Uruguay staan elk op hun manier argwanend tegenover de economische dwangmaatregelen van IMF bijvoorbeeld. Wat staat er te gebeuren in Bolivië, en Ecuador? Hoe zal Mexico verder reageren mocht de burgemeester van de hoofdstad, Andres Manuel Lopez Obrador, volgend jaar de presidentsverkiezingen winnen?
We moeten in dit verband de voluntaristische politiek van de Braziliaanse president inschrijven om de Zuid-Zuid-relaties te activeren. Brazilië’s handelsovereenkomsten met China, India, Zuid-Afrika, Angola, zijn goede relaties met Venezuela zijn daar een voorbeeld van.
Verder zal de vraag naar olie niet zo direct zakken, en het aanbod niet spectaculair stijgen. China profiteert van het huidig klimaat waarin de VS sterk geconcentreerd zijn op het Midden-oosten en ook wel Centraal-Azië, om op haar beurt haar olietoevoer te diversifiëren, weze het dan in de klassieke achtertuin van Washington.
Politieke winst voor China valt niet te onderschatten. Steeds opnieuw wordt onderstreept dat China een belangrijke rol te spelen heeft op de internationale scène. In alle communiqués is er sprake van China’s wil om de wereldvrede te bewaren, van China’s inzet voor een nieuwe, rechtvaardige en rationele internationale orde op politiek en economisch vlak.
Je kan echter niet spreken van een nieuw politiek blok, en zeker niet van een nieuw ideologisch blok. De beweegredenen zijn bijzonder pragmatisch: energiebronnen, interessante handelsdeals, het groeipotentieel onderbouwen, deel worden van een groeimarkt, afzetgebied, winst, marktbezetting.
afrika
Ook in Afrika heeft het beeld van China’s politiek gelijkaardige invalshoeken. China houdt er rekening mee dat het algemeen economisch klimaat in Afrika de goede kant uitgaat, en dat er voor het soort producten (huishoudtoestellen bijvoorbeeld) dat de Chinese ondernemingen kunnen aanbieden, inderdaad een markt ontstaat. Daarnaast is Afrika rijk aan grondstoffen, en dat is dan weer interessant voor de groei-economie van China.
Van de buitenlandse olie die China importeert komt een kwart uit Afrika. Naar verluidt willen de Chinese leiders dat naar 30% optrekken. Vandaar de speciale handelsrelaties met de olielanden Angola, Nigeria, Soedan.
Met bepaalde landen zijn er “speciale” overeenkomsten betreffende wapenhandel. Dat geldt bijvoorbeeld voor Soedan. Hier heeft de Chinese staatspetroleumonderneming 40% van Soedan’s grootste olieconcessie. Khartoem kreeg 34 nieuwe Chinese gevechtsvliegtuigen geleverd, en een twaalftal supersonische F-7 jets. Nog recent voor het vredesakkoord in Zuid-Soedan, kon het regeringsleger de Chinese infrastructuur in de olievelden gebruiken voor haar militaire strijd tegen de zuiderlingen.
De handelsbalans met Afrika was jarenlang in onevenwicht ten voordele van China, maar daar is recent verandering in gekomen, voornamelijk door de olie, zodat China nu een handelsdeficit heeft met Afrika. Beijing is ook opgeschoven naar een gericht beleid rond handel, investeringen en joint-ventures in Afrika, dus weg van de bilaterale hulpverlening van vroeger.
Op politiek vlak houden de Chinezen zich ver van de interne maatschappelijke en politieke ontwikkelingen bij hun partnerlanden. De soevereiniteit van elk land is voor Beijing altijd al een belangrijk punt geweest, en nu komt er een discours bij rond een multipolaire wereld tegen hegemonie. Met dat laatste woord worden meestal de Verenigde Staten bedoeld, of meer in het algemeen het Westen.
iran
De laatste jaren heeft de relatie tussen Iran en China een heuse verdieping gekend. Opnieuw gaat het fundamenteel om de eenvoudige ruil: olie tegenover consumptiegoederen. Toch is er meer: de Iraanse minister van buitenlandse zaken Kamal Kharrazi ging in 2003 naar Bejing om er te spreken over “transport, dammenbouw, energiecentrales, petrochemische industrie naast olie- en gasprojecten”. Naar verluidt gaat de samenwerking vandaag over zowat 100 projecten, waarvan de meeste rond infrastructuur en energie draaien.
Eind vorig jaar werd de Iraanse olieminister Bijan Zanganeh als volgt geciteerd door de China Business Weekly: “Japan is onze eerste energie-importeur omwille van historische redenen… maar wij zouden graag voorrang geven aan China”. Je moet geen professor internationale politiek zijn om hieruit af te leiden dat dergelijke uitspraak ook niet zal bijdragen tot rust in de relatie China Japan.
Iran is ook vragende partij qua consumptiegoederen: de bevolking van Iran is verdubbeld sedert de machtswissel in 1979 toen de sjah werd verdreven.
En dan is er nog de technologieoverdracht voor langeafstandsraketten. In het verleden werden Chinese ondernemingen daarvoor door de VS op de vingers getikt, maar daar ligt men, volgens waarnemers, kennelijk niet erg van wakker in China. In dit dossier wordt ook verwezen naar de relaties tussen Noord-Korea en Iran. De grote angst van Washington is dat Teheran in staat zou zijn met deze rakettechnologie haar wapensystemen te verbeteren; wapensystemen die eventueel nucleaire capaciteit zouden kunnen hebben. De Iraanse vice-minister voor de Ruimte heeft in oktober vorig jaar aangekondigd dat zijn land op de drempel staat om de internationale ruimteclub te vervoegen. In 2005 wil Teheran een “eigen” militaire satelliet lanceren.
besluit
Het is zonder meer duidelijk dat China een groeiende wereldspeler is. Stilaan is de tijd voorbij dat waarnemers China zien als een toekomstige grootmacht. Velen menen dat China nu al een grootmacht is. Bejing bouwt een netwerk van relaties uit over de ganse wereld rond twee assen: energiebevoorrading en afzetgebied enerzijds, en “goede betrekkingen” anderzijds. Een hecht politiek blok moeten we daar op korte termijn niet uit verwachten, menen de meeste waarnemers, maar sowieso komt de economische en politieke suprematie van het Westen onder druk.
(Uitpers, nr. 66, 6de jg., juli-augustus 2005)
Bronnen:
Africa Sruvey 2005
www.washingtonpost.comwww.bjreview.com.cnwww.brazil.orgwww.oxanstore.com