Op 15 en 16 mei 2021 wordt in Chili gestemd voor regionale en lokale verkiezingen én voor een grondwetgevende raad!
Die laatste verkiezing is veruit de belangrijkste en het resultaat van de brutaal onderdrukte sociale protesten van 2019 (zie hier). Voor het eerst krijgen de Chilenen de kans om de grondwet van Generaal Pinochet van 1980 te veranderen!
De verwachtingen zijn hoog gespannen en zowat de helft van de bevolking kijkt ‘met vreugde’ uit naar de resultaten. Dat zou echter ook kunnen tegenvallen, want op de eerste dag van dit burgerfeest kwamen nauwelijks drie miljoen van de bijna vijftien miljoen stemgerechtigden opdagen. De tweede dag kan nog veel goed maken, maar de kans is groot dat de participatiegraad, zoals gewoonlijk, onder de 50 % blijft hangen. Slechts bij het referendum van vorig jaar over de vraag of de Chilenen een nieuwe grondwet willen, ging uitzonderlijk 51 % naar de stembus. Een grote meerderheid van 78 % stemde vóór dit grondwettelijk proces, maar men vergeet er telkens bij te zeggen dat de helft van de bevolking niet deelnam aan de stemming.
Er staat nochtans erg veel op het spel en op het eerste gezicht zijn er ook interessante vernieuwingen. Zo is er gender pariteit bij de kandidaten én bij de verkozenen. Voor tien inheemse volken werden 17 zetels gereserveerd. Vijf procent van de kandidaten is lichamelijk beperkt.
Er moeten 155 leden worden verkozen uit 1191 kandidaten. Daar zijn een paar nationaal bekende namen bij, maar de grote meerderheid van de kandidaten is onbekend, omdat 62 % tot geen enkele politieke partij behoort.
Versplinterd links
De vier partijen van de rechterzijde konden zich verenigen in een coalitie ‘Vamos por Chile’. De linkerzijde blijft hopeloos verdeeld. Zeven partijen zitten in een ‘Lista del Apruebo’ (‘Lijst van de goedkeuring’), zes partijen, waaronder de communistische en enkele sociale bewegingen in een lijst ‘Apruebo Dignidad’, en daarnaast is er nog een groene partij, de humanistische partij, de Unión Patriótica en de Partij van de revolutionaire arbeiders.
Nu heeft de rechterzijde weliswaar veel krediet verloren door de brutale onderdrukking en de politiemisbruiken bij de sociale protesten – President Piñera heeft nog nauwelijks 9 % aanhang – de versplintering van de linkerzijde voorspelt niets positiefs. Er is namelijk vastgelegd dat alle bepalingen voor de nieuwe grondwet met een twee derde meerderheid moeten aangenomen worden en de kans is groot dat de rechterzijde alle progressieve voorstellen zal kunnen blokkeren.
Tel daarbij dat het resultaat van negen plus wellicht drie maand onderhandelen moet worden voorgelegd aan een nieuwe volksraadpleging met verplichte stemming en een vereiste absolute meerderheid. De kans is dan niet onredelijk dat de hoge verwachtingen niet worden ingelost. Dat een heel positief veranderingsproces uiteindelijk uitdraait op geen veranderingen. Dat Pinochet zich omdraait in zijn graf om genoegdoenend verder te tuffen.
Chilenen hebben na zeventien jaar brutale dictatuur en meer dan dertig jaar neoliberale democratie nog weinig vertrouwen in de overheid. Ook nu zeggen velen het verkiezingsproces niet te vertrouwen, omdat de resultaten in de nacht van 15 op 16 mei worden bewaakt door de militairen. De lage opkomst op 15 april kan natuurlijk ook te maken hebben met de angst voor het virus, terwijl de vooral oudere mensen die toch kwamen opdagen Pinochet nog vers in het geheugen hebben opgeslagen.
Chili is ook één van de landen met de grootste ongelijkheid, 27 % van de rijkdom is er in handen van de één procent rijksten!. Tachtig procent van de gepensioneerden moet leven met een pensioentje onder het minimum loon van 380 euro. Men zal zich herinneren dat Chili één van de eerste landen was om de pensioenen te privatiseren en dat laat zich in deze crisistijd hard voelen. Mensen die hun werk verloren kregen het recht om geld af te halen van hun verplichte spaarrekening, maar dat betekent natuurlijk wel dat ze hiermee hun pensioen voor later drastisch verminderen.
Gattopardismo
Dit heel erg positieve en welgekomen proces kan dus ook een negatief gevolg hebben. Compromissen zullen harde politieke twisten vereisen, zeker als men weet dat de onderhandelingen plaats vinden tijdens de verkiezingscampagne voor een nieuwe President die in november van dit jaar moet verkozen worden. Het resultaat kan in het slechtste geval in het eindreferendum worden afgewezen, bij gebrek aan voldoende participatie. De kans dat de rechterzijde die al eeuwenlang bijzonder conservatief is gebleken het pleit wint, zal een weliswaar democratisch gelegitimeerde maar rechtse grondwet opleveren. Of met andere woorden het zou wel eens kunnen dat in dit democratisch proces het sop de kool niet waard is. ‘Gattopardismo’ heet dit, naar de roman van Lampedusa, alles veranderen opdat niets verandert. Hoe de sterke en dynamische sociale bewegingen dan zullen reageren is niet voorspelbaar.
P.S. van maandag 17 mei: afhankelijk van hoe de partijen in links/rechts/onafhankelijk worden opgedeeld behaalde rechts 20,64 % van de stemmen en 39 van de 155 zetels; de linkse oppositie haalde 51 zetels; de onafhankelijken 46 en de inheemse volken zoals was vastgelegd 17. Het betekent dat geen enkele groep individueel één derde blokkeringsminderheid haalt. De participatiegraad was nauwelijks 28,7 %!
P.S.2 van maandagavond 17 mei: de participatiegraad bedraagt officieel 43,35 % … een heel verschil!