De dood van Charles Piaget, 95, roept herinneringen op aan de korte periode dat een deel van links ‘Zelfbeheer’ hoog in het vaandel droeg. Het idee was een socialisme dat ver afstaat van sociaaldemocratie en alle vormen van stalinisme. Piaget was de man die als syndicalist een legende werd, verbonden aan die van Lip, een historische poging om zelfbeheer te laten werken.
Deze vrijdag is er in Besancon een ceremonie om Piaget te herdenken. En met hem het democratisch en combattief syndicalisme en het socialisme waar hij voor opkwam.
Lip
In april 1973 zag de patron van Lip, een uurwerkenfabriek in Besancon, het niet meer zitten, hij legde de boeken neer. De 1300 arbeidsters en arbeiders van deze uurwerkenfabriek vernamen na weken staking dat er massale ontslagen aankwamen. Aangespoord door de vakbonden CGT en CFDT bezetten de arbeiders het bedrijf en namen de stock van 50.000 uurwerken in beslag. Op 18 juni beslisten ze de productie verder te zetten in eigen beheer. “on fabrique, on vend, on se paie”…
Een van de werknemers, syndicalist van de CFDT Piaget, kwam naar voor als de natuurlijke leider. Hij was syndicalist in hart en nieren, eerst bij de christelijke CFTC waarvan de meerderheid besliste er de CFDT van te maken. De CFDT was in die periode vaak strijdvaardiger dan de CGT, toen nog gedomineerd door de communistische PCF, die niet hoog opliep met dat zelfbeheer. Piaget stond ook open voor de militanten van het trotskistische “Voix Ouvrière” (vandaag Lutte Ouvrère).
Overal in Frankrijk, en ook bij ons in België, werden toen steuncomité’s opgericht die hielpen met de verkoop van de uurwerken-in-zelfbeheer. Tot in de VS werden Lip uurwerken verkocht via die kanalen. We hadden een uitgebreid comité in Brussel en trokken in september 1973 met een grote groep naar de solidariteitsbetoging in Besancon waar we met honderdduizend anderen onze steun toezegden. ‘Lip, c’est fini’, hield de rechtse regering vol.
Autogestion
‘Autogestion’, zelfbeheer. Tot dan toe werd dat idee vooral verbonden met het Joegoslavisch socialisme waar in theorie de bedrijven in zelfbeheer van het personeel draaiden. Het ‘socialisme van het zelfbeheer’ – al dan niet binnen een centraal geplanifieerde economie – maakte opgeld in de jaren 1960 en 70. Lip leek daar een eerste ruim experiment van. Het bestuur, dat waren de algemene vergaderingen, alles werd collectief en in openheid beslist.
Opvallend was dat de arbeidsters veel meer dan vroeger op de voorgrond traden, de invloed van het feminisme was goed te merken. ‘Lip au féminin’ werd een voorbeeld voor veel anderen. Maar je kan geen zelfbeheereiland overeind houden middenin een kapitalistische omgeving. Lip heeft het uitgehouden tot 1977. Nadien hebben sommige Lippers geprobeerd het idee overeind te houden met coôperatieven, maar tevergeefs. Het kapitalisme laat weinig ruimte voor alternatieven.
Politiek
Piaget was niet alleen een syndicalist, hij was ook een militant van de links-socialistische PSU. Militanten van die partij en groepen van uiterst-links zagen in 1974 in hem een geschikte presidentskandidaat. Piaget had er zin in, de peilingen waren goed,; er kwam steun uit diverse hoeken, o.m. van Jean-Paul Sartre. Maar de partijleiding, vooral leider Michel Rocard, vond dat men François Mitterrand moest steunen. Rocard werd negen jaar later (toen als lid van de PS) de premier van Mitterrand.
Piaget was tot aan zijn dood even strijdlustig als een halve eeuw geleden. Loonarbeid is een verlengde van lijfeigenschap en slavernij, zei hij enkele jaren geleden. ‘We moeten daar een eind aan maken. De maatschappij moet veranderen…met een economie ten voordele van iedereen, een economie die Zorgt voor gelijkere verdeling, die milieu en menselijke omgeving respecteert”.