Bij de Franse partijen, maar vooral bij die van president Emmanuel Macron, staan de zenuwen gespannen. Het zijn op 15 en 22 maart”slechts” gemeenteraadsverkiezingen, we mogen er geen nationaal belang aan hechten, zegt La République en Marche (LRM), de partij van de Macronie. Maar ze denken daar het omgekeerde. Ze vrezen zelfs dat de resultaten zouden aantonen dat Macron het risico loopt bij de presidentsverkiezingen van 2022 de tweede ronde niet te halen.
Welk duel
Macron doet al lang alsof er in 2022 onvermijdelijk weer een duel komt tussen hemzelf en Marine Le Pen van het uiterst-rechtse Rassemblement National (RN). Hij stelt het voor als de grote strijd tussen “progressieven” (hijzelf) en nationalisten. Maar zo eenvoudig liggen de kaarten niet.
Hij “vergeet” andere spelers, onder meer rechts (w.o. Les Républicains, LR), de Groene EELV (Europe Ecologie Les Verts) en links – van sociaaldemocratie tot uiterst-links. Wat als het een compleet ander duel wordt waar Macron niet bij hoort, een mogelijkheid waar de Macronie nu – gezien de lage pupulariteit van de president – rekening mee houdt.
Die geslonken populariteit heeft veel te maken met de pensioenhervorming waarover de Nationale Assemblee nu debatteert. Na een volle week is artikel 1 goedgekeurd. Aan dat tempo geraakt de wet niet door de Assemblee tegen de lokale verkiezingen.
Er is een middel om aan te ontsnappen: art. 49-3 van de grondwet waarbij de regering de vertrouwenskwestie stelt om de wet erdoor te jagen. Maar premier Edouard Philippot aarzelt. President en regering hebben al een zeer autoritair imago, het zware geweld tegen de gilets jaunes en tegen vakbondsmanifestaties heeft veel Fransen geschokt. Nu 49.3 inroepen zou dat autoritair imago nog versterken en kiezers kunnen wegjagen.
Maar anderzijds kunnen Macron en zijn LRM met een “fors” optreden stemmen winnen bij rechts, iets waar ze nu al maanden mee bezig zijn. Een rechtse ruk voorwaarts, is het ordewoord, want de linkse kiezers zijn we hoe dan ook al kwijt.
Graadmeter
De gemeenteraadsverkiezingen van half maart worden een graadmeter voor alle politieke families. LRM hoopte te bewijzen dat het een lokale inplanting heeft. Die had ze al door het overlopen van diverse burgemeesters van links en rechts naar de Macronie. Ze moet in de eerste plaats proberen die te houden, zoals in Lyon. En verder rekende ze op enkele grote trofeeën, in de eerste plaats Parijs waar Macron en zijn partij in 2017 zo hoog scoorden. Na de affaire Griveaux heeft ze nu minister van Gezondheid Agnes Buzyn in de strijd geworpen.
Maar globaal genomen zijn de vooruitzichten erg bescheiden, in zeer veel steden en stadjes maakt LRM weinig kans tegen uittredende burgemeesters of tegen kandidaten gesteund door LR, groen of links. In sommige steden is de Macronie zelfs opgesplist, in sommige steunen ze bij gebrek aan eigen geloofwaardige kandidaten andere lijsten, meestal rechtse.
Rechts
Vooral LR rekent erop te bewijzen dat klassiek rechts weer overeind staat na de uppercut bij de Euroverkiezingen van mei: 8,5 %. LR verkeert nog in crisis, maar ze vertrekt van een sterke uitgangspositie: in 2014 haalde ze zeer veel steden en stadjes binnen, en heel wat van haar burgemeesters hopen op herverkiezing. LR rekent erop dat als deze verkiezingen meevallen, het herwonnen zelfvertrouwen en een sterke kandidaat er kunnen voor zorgen dat rechts in 2022 wel in de tweede ronde komt, dan liefst in de plaats van Macron.
Om dat gevaar te bezweren, heeft Macron – tot ontzetting van zijn ‘linkervleugel’- zijn discours al aangepast. Hij spreekt gespierde taal over wat ze in Frankrijk “le régalien” noemen, alles wat met ordehandhaving en veiligheid heeft te maken. Hij voert nu een campagne tegen ‘le séparatisme’, waarmee hij het heeft over de moslimgemeenschappen die zich afsluiten voor La République. Een reëel probleem, maar na jaren van beloften om meer middelen uit te trekken voor probleembuurten, is het daar alleen maar erger geworden en planten islamisten en Moslim Broeders zich steeds sterker in. Macron denkt met die campagne stemmen te halen bij rechts en uiterst-rechts. Maar het origineel, RN, staat met zijn jarenlange ervaring op dat terrein sterker.
Groen
Voor Macron komt het gevaar echter niet alleen van rechts. Het is ook niet uitgesloten dat een groene kandidaat de tweede ronde haalt. EELV deed het zeer goed in de Euroverkiezingen, 13,5 % en Yannick Jadot ziet zich al in het Elysée. EELV hoopt ook enkele trofeeën binnen te halen, de groene kandidaten maken kans in Bordeaux, Montpellier, Besançon, Nimes, Rouen…Een steviger lokale inplanting betekent een elan naar 2022.
Om dat gevaar te bezweren, legt Macron voor de komende twee jaar naast ‘le régalien’ ook de nadruk op l’écologie. Dat wordt een moeilijke evenwichtsoefening, vooral omdat hij op dat vlak erg moeilijk kan concurreren met het origineel, EELV. De president lijdt nog altijd onder het ontslag anderhalf jaar geleden van Nicolas Hulot als minister van Milieu en Transitie. Macron is op dat vlak gewoon niet geloofwaardig.
Maar Groen kan Macron alleen van de tweede ronde weghouden, als het voldoende stemmen bij links haalt. En daar heeft de president een grote troef in handen: de verdeeldheid binnen links. Zelfs binnen EELV, op zichzelf een kleine partij die altijd maar met interne rivaliteiten en politieke tegenstellingen heeft te maken. Een alliantie met links? Een deel van EELV wil wel, Jadot (vooralsnog) niet.
Links
En links zelf, een term die vele ladingen dekt. Links kan in 2022 alleen maar meespelen als er meer eenheid is. Dat is een ander paar mouwen. De kans is immers groot dat elke groep zijn eigen kandidaat naar voor schuift. De lokale verkiezingen zullen een graadmeter zijn voor ieders kansen.
De PS, bij de Euroverkiezingen slechts 6,2 % in kartel met Place Publique, rekent op een bescheiden wederopstanding. Die moet vooral komen van uittredende burgemeesters die al dan niet met PS-vlag, hopen herkozen te worden. Zoals Martine Aubry in Rijsel, Anne Hildalgo in Parijs. De PS die zo zou bewijzen nog lokaal verankerd te zijn, en vanuit die positie hoopt in 2022 nog mee te spelen, al dan niet onder eigen vlag.
Voor de communistische PCF staat het voortbestaan op het spel. Bij de Euroverkiezingen was ze ondanks een sterke lijsttrekker, amper goed voor 2,5 %. Ze heeft echter nog altijd haar lokale bastions – in de rand van Parijs, rond Marseille en Le Havre, enkele in het noorden. Maar ze staan onder zware druk, onder meer van ecologisten en andere linkse groepen. Er zijn hier en daar coalities waarvan La France insoumise (LFI) van Jean-Luc Mélenchon deel uitmaakt, om de PCF te verdringen.
Les insoumis nemen zelden onder eigen vlag deel. Waar sommige dat wilden, zoals in Marseille, kregen ze verbod van Mélenchon zelf – in Marseille is er een linkse lijst Le Printemps de Marseille waarvan ‘insoumis’ deel uitmaken. LFI is nog niet bekomen van de klop bij de Euroverkiezingen, 6,3 %, terwijl Mélenchon in 2017 nog 19 % haalde. Door niet als LFI deel te nemen, maar “burgerlijsten” of allianties te ondersteunen, onttrekt LFI zich aan het electoraal verdict.
Soliede
Uiterst-rechts tenslotte legt de lat voor lokale verkiezingen niet hoog. RN heeft enkele bolwerken in het zuiden en het noorden, maar staat erg zwak in grote steden. Het rekent wel op winst in kleinere steden en dorpen waar de frustraties over slechte openbare voorzieningen en karig werk zeer sterk zijn en waar Marine Le Pen in 2017 hoog scoorde.
Behoud van de posities, winst in Perpignan en enkele bijkomende burgemeesters in de probleemregio’s, meer zit er niet in. Maar peilingen tonen aan dat het kiespubliek van het RN zeer trouw is, dat dit de meest vastbesloten kiezers zijn. Dat betekent dat Le Pen een soliede sokkel heeft voor 2022, wat van Macron niet kan gezegd worden.