David Cameron is deze dagen niet te benijden. De Britse premier heeft zichzelf in een spreidstand gewrongen rond zowel de EU als rond zijn besparingsbeleid. De eigen Conservatieve achterban volgt hem niet inzake de EU. En het drastisch besparingsbeleid heeft net de omgekeerde gevolgen dan wat Cameron ervan verwachtte: de Britse economie is in crisis, het te besteden inkomen daalt, de schuldenlast stijgt. Wat wel aan Camerons verwachtingen beantwoordt: de sociale ongelijkheid neemt nog verder toe. Margaret Thatcher is dood, het thatcherisme springlevend.
Binnen de Tories, de Conservatieve partij, bestaat zowaar een sterke rechtervleugel die oordeelt dat Cameron veel te toegeeflijk is, zeker inzake de EU. Dat hij een erfgenaam van Thatcher is, bewees hij de voorbije drie jaar ten volle. Hij leidt dan wel een coalitieregering met de Liberal Democratic Partij van zijn vice-premier Nick Clegg, maar soms vergeet men dat die ook meedoet, dat is aan het beleid niet te merken.
De regering Cameron snoeide drastisch in sociale uitgaven en openbare voorzieningen. In maart deed ze daar in haar begroting 2013-2014 nog een flinke schep bovenopNochtans bleek toen uit alle cijfers over productie en schuldenlast dat het zogenaamde soberheidbeleid niet werkte, wel integendeel. De economische productie daalt sinds eind vorig jaar, het begrotingstekort ligt op 7,4 % van het nationaal product, de schuldenlast is van 60 % van het nationaal product in 2011 gestegen tot 71 % en de vooruitzichten zijn erg somber, naar 100 %.
Nog verder
Minister van Financiën George Osborne, een thatcheriaanse dogmaticus, ontkent dat niet, maar vindt dat het “soberheidbeleid” veel verder moet gaan. De begroting voorziet een besnoeiing in de uitgaven met 13 miljard euro, hoofdzakelijk in sociale uitgaven en openbare diensten. Uitkeringen voor de gezinnen, de werklozen, de gepensioneerden naar beneden, langdurig zieken betalen meer, enz. Verscheidene uitkeringen worden ondanks de grote inflatie niet langer aangepast aan de index van levensduurte, het wordt voor gehandicapten moeilijker uitkeringen te krijgen, de steun aan de bewoners van sociale woningen wordt verlaagd. Daarentegen wordt de bedrijfsbelasting, nog 28 % in 2010, verlaagd tot 21 %, en in 2015 tot 20%. Belastingen op financiële transacties worden afgeschaft, de belastingen op investeringfondsen wordt verlaagd. De rechtervleugel van rechts wou ook een verlaging van de inkomensbelasting voor de hoogste inkomens, maar zo ver durfde Osborne niet gaan.
Toch is rechts van rechts niet tevreden over Cameron. Thatcheriaans op sociaal en economisch vlak, maar volgens die vleugel veel te EU-gezind en bovendien de premier die er het huwelijk tussen partners van hetzelfde geslacht doordrukte. Bij de stemming daarover stemde de helft van de Conservatieve Lagerhuisleden tegen Cameron. De premier kan steeds minder rekenen op zijn achterban in het Lagerhuis, slechts 20 Conservatieve leden ervan stemden de voorbije drie jaar bij elke gelegenheid voor de regering.
Cameron maakte nochtans in september 2012 een verdere ruk naar rechts bij de herschikking van zijn regering. Dat was vooral te merken op posten die met milieuproblemen te maken hebben. Bij de nieuwkomers zitten “klimaatsceptici” die windmolenenergie niet zien zitten en pleiten voor de uitbreiding van de luchthaven van Heathrow. Minister Ed Davey van Energie waarschuwde er toen voor dat de Conservatieve partij meer en meer het gezicht van een “Tea Party” kreeg. Diezelfde minister kreeg een staatssecretaris naast zich die al die vernieuwbare energiebronnen niet ziet zitten. Op Landbouw en Milieuzaken zit sindsdien Owen Paterson, een voorstander van de ontginning van schaliegas.
EUKIP
De Tory-revolte concentreert zich vooral rond de EU. De rechtervleugel zou het Verenigd Koninkrijk liefst zo snel mogelijk uit de EU zien treden, maar de leidende kringen van de City zien dat niet zitten. Niet dat de City zo eurofiel is, maar zij willen vooral dat het Verenigd Koninkrijk binnen de EU zijn remmende rol kan blijven spelen, zodat de EU zelf niets meer is dan een vrijhandelszone. De landen die zin hebben in meer integratie – zoals de euro of Schengen – doen dat dan maar zonder het Verenigd Koninkrijk. Zo kan Londen buiten elk EU-bankentoezicht blijven.
Die Lagerhuisleden zijn vooral bezorgd over de opkomst van de UKIP, de United Kingdom Independende Party, die met haar campagnes tegen EU en migranten bij lokale verkiezingen in met 23 % haalde. Weliswaar bij een lage opkomst, maar voldoende om paniek te zaaien bij die Conservatieve Lagerhuisleden die met kleine marges zijn gekozen. Een verschuiving van de Conservatieven naar de UKIP kan in veel kiesdistricten (één gekozene per district in één ronde) betekenen dat Labour eerst komt en de zetel wint.
Cameron wordt zo gedwongen tot een brede spreidstand tussen de City en de eigen achterban, wat verklaart waarom hij de ene dag al wat kritischer is dan de andere tegenover “Brussel”. En waarom hij een referendum over het lidmaatschap van de EU in het vooruitzicht stelt voor 2017… indien de Tories de verkiezingen van 2015 winnen. Een poging van rechts van rechts om dat referendum hoe dan ook verplicht te maken, wist Cameron maar moeilijk te saboteren.
Impasse
Cameron zit op alle terreinen in een impasse. Het zogenaamde soberheidbeleid zit in het slop, de productie ligt 2,6 % beneden het peil van 2008. Labour oordeelt dat dit beleid de economie versmacht en steeds grotere ongelijkheid creëert. Maar ook economisten die Cameron drie jaar geleden steunden, herzien hun mening. Van een groep van twintig economisten die vóór de verkiezingen van 2010 opriepen tot een soberheidbeleid, zegt nu de helft dat het een vergissing was. De meeste Britten zien hun besteedbaar inkomen gevoelig dalen, de meeste jongeren zijn werkloos of werkzaam in slecht betaalde minijobs.
Intussen sluit Londen bilaterale overeenkomsten met stukken van het Verenigd Koninkrijk, namelijk enkele uit de enorme gordel van fiscale paradijzen die in dat koninkrijk gedijen. Een staat die bilaterale akkoorden over bestrijding van belastingontduiking en witwas ondertekent met onderdelen van die staat. Maar intussen verdoezelt Londen het feit dat het grootste fiscaal paradijs van de wereld de City of London is. Volgens sommige experts schuilt daar 55 % van alle offshore-kapitalen van de wereld. Onshore. De recente oproep van Cameron tot de eigen fiscale paradijzen om beter mee te werken tegen belastingontduiking is dan ook niet meer dan hypocriet gedoe in het vooruitzicht van de G8 die hijzelf even later moet voorzitten en waar de offshore paradijzen op de agenda staan.