Drie parlementsverkiezingen hebben ze dit jaar in Bulgarije al gehad, en toch zijn ze er nog niet uit. Te oordelen naar de opkomst hechten die kiezers steeds minder belang aan hun stemrecht – minder dan 40 % op 14 november. Uit de stembus kwam alweer een patstelling: de verrassende overwinnar, de kersverse partij “Verdere verandering”, haalt iets meer dan 25 %. Ze zal diverse coalitiepartners moeten zoeken voor een meerderheid, wat na de vorige verkiezingen niet lukte.
“Verandering”
De centrumrechtse ‘Verandering’ werd pas in september opgericht door enkele jonge ondernemers van wie er twee enkele maanden in de regering zaten. Partijleider Kiril Petkov is nu aan zet om een regering te vormen, iets wat na de twee vorige verkiezingen – in april en juli – dus niet lukte.
De rechts-nationalistische Gerb (lid van EVP) zakt verder naar 23 % na meer dan tien jaar onder leiding van Boiko Borissov de Bulgaarse politiek te hebben gedomineerd. In april was ze nog de sterkste, in juli moest ze de duimen leggen voor “Er is zulk een natie” (ITN) van de warrige showvedette Salvi Trifonov. Die partij valt nu van 24 op minder dan 10 %.
Bij de verliezers ook de socialistische BSP die eerder vaak de lakens uitdeelde en onder 10 % zakt. De Beweging voor Rechten en Vrijheden, die vooral de Turkse Bulgaren vertegenwoordigt, komt op 13%. Bijna de helft van de stemmen uit Bulgaren in het buitenland gaat naar die partij. Democratisch Bulgarije blijft in het parlement met rond 6 %.
Corona
Uiterst-rechts komt weer in het parlement met de partij Vazrajdane (Heropstanding). Deze nationalistische Moskougezinde partij voerde fel actie tegen de maatregelen tegen corona. Tot begin dit jaar regeerde de Gerb van Borissov met uiterst-rechtse partijen die in april uit het parlement verdwenen. Het Bulgarse nationalisme is echter ook in andere partijen sterk aanwezig. Wat er onder meer toe leidt dat Sofia de toenadering van Noord-Macedonië tot de EU blokkeert omdat dit land zijn Bulgaarse wortels niet zou eren..
Tegelijk met de parlementsverkiezingen werd ook de eerste ronde van de presidentsverkiezingen gehouden. Zittend president Roemen Radev, gesteund door de BSP, mist op een haar na zijn herverkiezing in de eerste ronde. De kandidaat van Gerb neemt het, met iets meer dan 20 %, op tegen hem in de tweede ronde.