Boris Borissov wil de lasten van het regeren niet langer alleen dragen, hij wil dat delen, zegt hij. Maar Borissov, die sinds 2009 bijna onafgebroken premier was, zou bot kunnen vangen. Zijn conservatieve GERB (lid van EVP) haalde maar net iets meer dan een kwart van de stemmen, en de rest staat niet te springen om met hem in zee te gaan. Maar wie wel met wie? Dat is verre van duidelijk.

Tot voor kort werd het Bulgaarse politieke leven beheerst door twee partijen, GERB en de socialistische BSP. Nu halen die partijen samen maar 41 % meer – 26 voor GERB,slechts 15 % voor de socialisten. Het wordt voor Borissov dus lastig premier te blijven. Ondanks de zware corruptie en het feit dat hij media en justitie ook zwaar naar zijn hand zette, werd hij bij de EU, dankzij de EVP, niet lastig gevallen. Maar de Bulgaarse kiezers rekenen er hem wel op af.

Corruptie

De winnaars zijn nieuwkomers die surfen op de brede mobilisaties van vorig jaar tegen corruptie. Volgens corruptiebestrijders is Bulgarije kampioen binnen de EU.

Borissov regeerde de voorbije jaren met steun van uiterst-rechtse bewegingen waarvan er nu geen enkele boven de kiesdrempel van 4 % komt. De nieuwkomers doen dat wel.

De ietwat linkse anticorruptiepartij ISMV haalt 4.7 %, het centrumrechtse ‘Democratisch Bulgarije 9.5 %. De grote triomfator is Stanislav Trifonov, een vedette wiens grote hit een ode aan Ferrari was: 17 %. Van een programma kan men moeilijk spreken, ‘Stani’ speelde vooral in op het veelvuldige complotdenken over corona, een wankele basis om over een regeringscoalitie te spreken.

De partij van de Turkse minderheid (en een deel van de Roma) haalt zoals altijd iets meer dan 10 %, maar deze partij is nog dieper dan andere betrokken bij grote corruptieschandalen en georganiseerde misdaad.