Een réfractaire is een persoon die weigert te gehoorzamen of zich te onderwerpen, een rebel of contestatair dus, maar als een klein taalmirakel betekent het in het Frans ook zoiets als ‘vuurvast’. Er is volgens de auteur van dit schitterende boek geen betere manier om Georges Brassens te beschrijven. Zijn onverbiddelijke houding als zanger maar ook als mens maakte hem het leven echter niet makkelijk. In de moeilijke naoorlogse periode – hij is geboren in 1920 – ontpopt Brassens zich tot de mens die hij heel zijn leven zal blijven: een réfractaire. Hij besluit in die jaren om nooit te trouwen of samen te wonen, geen kinderen voort te brengen, niet in loondienst te werken, zich niet aan te sluiten bij een groep of vereniging, alle maatschappelijke erkenning te weigeren en nergens in te geloven. Brassens is een libertaire chansonnier, maar volgens Ludo Abicht kan zijn lyriek zonder meer ook als basistekst dienen voor om het even welke cursus ethica in het onderwijs. Wie eraan wil beginnen zal de handen meer dan vol hebben aan zijn meer dan driehonderd onsterfelijke chansons. Hoe doe je dat? Dat moet ook Hans Mortelmans zich afgevraagd hebben toen hij enkele jaren geleden begon aan een boek over Georges Brassens. Een zoveelste boek over die man met de hangsnor die op het eerste gezicht slecht zingt, slechts twee of drie akkoorden gebruikt, de befaamde pompe manouche, zijn publiek afblaft en niet terugschrikt om onwelvoeglijke teksten te debiteren? Een zware opgave, ook voor een Hans Mortelmans die nochtans niet de eerste de beste is. Hij is niet alleen schrijver, maar ook zanger, accordeonist en gitarist. Die veelzijdigheid maakt dit boek ook zo onwaarschijnlijk rijk. Hij gaat niet alleen uitvoerig in op de teksten – geen makkie voor een niet-Franstalige van origine – maar ook op de schijnbaar eenvoudige muziekstijl van Georges Brassens. Voor een niet-Franstalige is het een zware opdracht om de woordenschat en de uitdrukkingen die Brassens gebruikt te ontcijferen. Zelfs francofielen sukkelen met dit profiel, want Brassens is als autodidact een woordkunstenaar geworden. Oude, in onbruik geraakte uitdrukkingen, volkse gezegden, literaire citaten en dialectwoorden volgen elkaar op zodat zelfs een hoopgeleide Franstalige er soms duizelig van wordt. Georges Brassens is een chansonnier die gelezen én beluisterd moet worden en dat heeft Hans Mortelmans zeer goed begrepen en gedaan. In Vlaanderen is hij samen met o.o. Koen De Cauter en Wannes Van de Velde vertolkers van het oeuvre van Brassens. Ook Brasserie Croque-Notes onder leiding van zanger/diseur Jo Vermeulen, waarover verder meer, moet hier zeker worden vermeld. Hans Mortelmans brengt, zoals Wannes dat ook deed, het werk zelfs in zijn eigen, Antwerpse vertaling.
Onconventionele biografie
Georges Brassens had tijdens zijn leven nogal wat Belgische vrienden. Hij kwam niet alleen geregeld naar Brussel waar hij onder meer Jacques Brel ontmoette die later naar Parijs verkast, waar beide grote chansonniers buren van elkaar werden. Drie jaar na de honderdste verjaardag van Georges Brassens’ geboorte, presenteert Hans Mortelmans nu deze onconventionele biografie over het leven en werk van de grote vriend van zovele Franse dichters die meestal vrijwel ongemerkt een plaatsje hebben gevonden in zijn chansons. In zijn boek loopt hij in de voetsporen van Brassens rond. Hij trekt naar Sète, de geboorteplaats van Brassens, waar de chansonnier in 1980 op een zeer eenvoudige begraafplaats terechtkomt, maar hij trekt ook naar het 14de Parijse arrondissement waar Georges Brassens 22 jaar in zeer armoedige omstandigheden heeft gewoond bij Jeanne en Marcel Planche aan wie hij het zeer bekende ‘chanson pour l’Auvergnat’ heeft opgedragen. Hij spreekt ook met oudere mensen, soms vrienden van toen, en toont plaatsen, gebeurtenissen en chansons, die een licht werpen op deze sympathieke dwarsligger in de geschiedenis van het Frans chanson. Of dat nu het volledige licht is dat betwijfelt Mortelmans zelf ook ten zeerste. Helemaal op het einde van dit boek slaagt hij er alleen in om Brassens in tegenstellingen te vatten. ‘Zijn onverschilligheid over geldzaken ontroert ons omdat hij zo rijk was. Hoe meer hij verdiende, hoe meer hij verknocht was aan zijn soberheid. Zijn grote vriendenkring maakte hem bewust van zijn eenzelvigheid. Zijn eindeloze tournees wekten het verlangen naar zijn schrijftafel. Zijn melancholie maakte van hem een grappenmaker’ Hij was een conservatieve anarchist en het is die ambiguïteit die hem voor mij aan een figuur als Albert Camus doet denken.
Ten voeten uit
Hans Mortelmans heeft met dit boek Brassens ten voeten uit getekend, maar door zijn aanpak tekent hij zichzelf daarmee ook ten voeten uit. Hij komt namelijk uit het boek als een bezeten liefhebber die geprobeerd heeft Brassens te doorgronden, niet alleen door een mooie biografie te schrijven, maar vooral ook door vele chansons op een eigenzinnige manier te vertalen naar een soepel Nederlands. Dat is een extra cadeautje dat je in deze hommage aan Brassens als lezer meekrijgt. (1)
Andere Nederlandstaligen hebben zich ook laten inspireren door het werk van Georges Brasssens en ze treden nu op als Brasserie Croque-Notes. De Antwerpse groep bestaat vandaag uit oprichter Jo Vermeulen (zang en gitaar), Veerle Verhulst (viool), Kris Van Daele (contrabas), Jan Moonen (gitaar) en Tom Meeuws (percussie). De naam van de groep verwijst naar de Brassens-klassieker ‘La princesse et le croque–notes’. Wie het boek van Hans Mortelmans over Georges Brassens leest en naar een optreden van Brasserie Croque-Notes gaat luisteren, krijgt via de bindteksten van Jo Vermeulen niet alleen een eigen muzikale versie van honderden chansons van Brassens, maar je krijgt er nog een aantal boeiende weetjes bovenop.
Eén van de lievelingschansons van Mortelmans is:
Les sabots d’Hélène
En passant par la Lorraine
Avec mes sabots,
Rencontrai trois capitaines
Avec mes sabots,
Dondaine, oh Oh ! Oh !
Avec mes sabots.
Ils m’ont appelée : Vileine !
Avec mes sabots.
Dat is toevallig ook één van mijn favorieten. Het gaat over de manier waarop hij dat liedje uit de Franse folklore van de drie kapiteins die hun neus ophalen voor de besmeurde klompen van een boerenmeisje een eigen Brassens timbre én toon geeft. Zeker als hij de twee strofe inzet dat begint met ‘Het kleedje van Hélène was door de motten verslonden’. Volgens Mortelmans kan het chanson nog wel een paar eeuwen mee. Dat denk ik ook.
(1) Hans Mortelmans is een geëngageerde zanger. De volgende weken brengen hij en Herwig Deweerdt werken uit het oeuvre van dichter Pablo Neruda. Zij sprokkelden parels uit de Latijns-Amerikaanse muziek met onder meer muziek van Victor Jara. In avant-première op Manifiesta en daarna te zien en te horen in Brugge, Oostende, Geraardsbergen, Elsene, Brussel, Sint-Pieters-Leeuw en Lokeren. Vooraf, vrijdag 8 september 2023, is er in Sint-Niklaas een herdenking van de staatsgreep in Chili en in Brugge de opening van een tentoonstelling met tekeningen van GAL over Chili van Allende tot Pinochet.