Oproepen om producten uit Israël te boycotten, is volkomen legitiem. Dat was de uitspraak op 11 juni 2020 van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg. Daarmee veroordeelde het de Franse justitie die daar anders over dacht. En nog altijd denkt.
Het Europees Hof boog zich over de zaak van Franse militanten die in 2009 en 2010 in Mulhouse aan grootwarenhuizen klanten hadden aangespoord geen producten uit Israël te kopen. Volgens de Franse justitie was dat onwettig. Het Hof in Straatsburg oordeelde echter eenparig dat die oproep volkomen gewettigd was.
Het Hof vond dat die oproep tot boycot een zaak van vrije meningsuiting is en dat dit geen oproep is tot geweld, haat of onverdraagzaamheid.
Antisemitisme?
Maar de Franse justitie volhardt in de boosheid, zo blijkt uit een omzendbrief van minister van Justitie Eric Dupond-Moretti. Alvast met de zegen van president Macron die de bezoekende Israëlische premier Netanyahu meer steun gaf dan die zelf verwachtte.
Volgens de omzendbrief blijft een oproep tot boycot strafbaar. Zijn voorgangers hadden in 2010 en 2102 de procureurs opgeroepen de boycotacties tegen Israël stevig aan te pakken. Frank rijk is daarmee een uitzondering, elders wordt een dergelijke boycotactie, te vergelijken met de acties tegen het Apartheidsbewind in Zuid-Afrika, als vrije meningsuiting beschouwd.
Dat valt in het bredere kader, ook elders in Europa, om elke actie tegen Israël en het zionisme te brandmerken als antisemitisme.
Zie ook: