De ‘8 decemberstrafzaak’ in Suriname sleept nu al bijna vijf jaar aan. Net voor het eindvonnis kwam de aap uit de mouw. Hoofdverdachte Desi Bouterse, ex-legerleider en huidige president, wordt door een gauw gauw aangepaste amnestiewet uit de wind gezet.
Gebeurtenissen van dertig jaar geleden liggen aan de basis van de strafzaak, die het huidige Suriname nog steeds verscheurt. Om beter te begrijpen wat er in de nacht van 8 op 9 december 1982 gebeurd is, moeten we teruggaan naar 25 februari 1980. Het jonge onafhankelijke Suriname werd toen opgeschrikt door een militaire staatsgreep. De legerlaarzen van een aantal sergeanten, onder leiding van een zekere Desi Bouterse, kwamen orde op zaken stellen. De grondwet werd opgeschort, het parlement buiten werking gesteld en politieke partijen werden verboden. De militaire coup, later afgezwakt tot ‘een ingreep’, bracht een grondige wijziging van de verhoudingen binnen de Surinaamse politieke arena. Kleine politieke partijen sprongen in het politieke vacuüm en dreven Suriname even in Cubaans vaarwater. Dat radicale optreden van ‘onze jongens’ werd in eerste instantie op sympathie onthaald, want de Surinamers waren tussen 1975 en 1980 het wanbeleid van de regering, de corruptie, het nepotisme en de verkwisting van een verleidelijke geldpot van 3,5 miljard Nederlandse gulden meer dan beu geworden.
© ANP. De Nationale Militaire Raad onder leiding van Desi Bouterse (derde van rechts) op 15 augustus 1980 in Paramaribo.(in De Volkskrant van 24 maart 2012)
In de loop van 1981 en 1982 begon de oppositie tegen de militairen echter toe te nemen, vooral omdat bleek dat de beloofde algemene verkiezingen almaar werden uitgesteld, en dat maakte de nieuwe machtshebbers meer dan zenuwachtig.
Op 8 december 1982 werden de gebouwen van de vakbond De Moederbond, van twee radiostations en van de krant ‘De Vrije Stem’ in brand geschoten. Tijdens die beruchte nacht van 8 op 9 december 1982 brachten de militairen zestien personen naar Fort Zeelandia: vijftien ervan werden vermoord.(1) Alleen het leven van de vakbondsleider Fred Derby bleef gespaard. Volgens een officiële mededeling werden ze ‘op de vlucht neergeschoten’. Suriname was ineens héél erg Latijns-Amerikaans geworden. De decembermoorden waren en zijn nog steeds een traumatische ervaring voor deze kleine samenleving. Suriname worstelt met een onverwerkt verleden.
Fort Zeelandia in Paramaribo waar de decembermoorden plaatsvonden (foto:Walter Lotens)
Om verjaring van de feiten te stuiten diende de Organisatie voor Gerechtigheid en Vrede (OGV) net voor het jaar 2000, mede namens nabestaanden van de slachtoffers, een verzoekschrift in bij het Hof van Justitie om een strafrechtelijke vervolging te doen instellen tegen de betrokken militairen. Er werd een vooronderzoek opgestart, maar de gerechtelijke molen draaide traag, zeer traag. Pas zeven jaar later, op 30 november 2007 begon de 8 december strafzaak tegen 25 verdachten waaronder Desi Bouterse, die op dat ogenblik voorzitter was van de Nationaal Democratische partij (NDP), door hem gesticht bij het beëindigen van de militaire periode in 1987. In de beginperiode stelde de aanhang van de NDP niet veel voor, maar de laatste jaren werd deze partij steeds populairder, voornamelijk dan bij jongeren die de militaire periode niet zelf hadden meegemaakt en die in Bouterse in de eerste plaats een sympathieke bink zagen. De NDP werd de grootste partij in het land en dat heeft geleid tot een verkiezingsoverwinning in 2010 waardoor Desi Bouterse president van Suriname is kunnen worden. (zie Uitpers nr. 121)
De Surinaamse kiezers hadden de kaarten niet gemakkelijk gelegd: door hun stem uit te brengen voor de NDP bestond immers de mogelijkheid dat zij de hoofdverdachte in een strafproces in het presidentiële zadel hesen. Ook na de verkiezing van Bouterse tot president ging de strafzaak voort, maar de hoofdverdachte zelf is nooit aanwezig geweest op een zitting. Door het juridische steekspel van de verdediging moesten er almaar zittingen uitgesteld worden. Het resultaat was dat de belangstelling van de publieke opinie in Paramaribo voor wat oorspronkelijk als ‘het proces van de eeuw’ werd aangekondigd, fel verzwakte.
Begin 2012 laaide de gemoederen opnieuw fel op toen Ruben Rozenblad, één van de coupplegers en ook verdachte in deze strafzaak, op een zitting in maart fel van leer trok tegen Bouterse. Hij zei onder ede letterlijk: ‘Desi Bouterse heeft Cyrill Daal en Soerindre Rambocus persoonlijk doodgeschoten. Hij was mijn boezemvriend en heeft vaker met me gesproken over de decembermoorden. Ik was zijn vertrouweling. Bouterse kan vergeleken worden met de Godfather.’ Bovendien verklaarde Rozendaal ook dat Bouterse hem heeft willen omkopen om te zwijgen. De beschuldigingen van Rozendaal, waar of niet, waren op zijn minst gênant voor Bouterse, die altijd beweerd heeft dat hij tijdens de executies niet aanwezig was. Zouden deze uitspraken het vonnis van de rechtbank en de krijgsraad beïnvloeden?
Enkele NDP-parlementsleden anticipeerden op een mogelijk ongunstige uitspraak en dienden in zeven haasten een wetsvoorstel in. Het Surinaamse parlement stemde begin april met een meerderheid van 28 tegen 12 stemmen in met een wijziging van een oude amnestiewet. Het Nieuw Front stemde tegen. Coalitiepartners BEP en Nieuw Suriname stemden niet. Tijdens deze operatie hield Bouterse zich wijselijk op de achtergrond, althans van de Surinaamse politiek, want als voorzitter van de Caricom trad hij wel degelijk op de voorgrond, maar dan in een heel andere hoedanigheid.
Bij zijn terugkomst uit Mexico, waar Bouterse deelnam aan het World Economic Forum over Latijns-Amerika – daarvoor participeerde hij in Carthagena aan de zesde Summit van de America’s – zei hij dat hij niets gemerkt had van enige boycot rond de aanname van de amnestiewet. www.starnieuws.sr liet Bouterse aan het woord: ‘Hier speelt een lawine van leugens en halve waarheden’. Bouterse zei ook dat hij op het hoogste niveau is ontvangen en gesprekken heeft gevoerd in Cartagena en Mexico. Hij merkte op dat er een grote lobby gaande is vanuit de ‘Noordzee’, doelende op Nederland. Er zijn volgens het staatshoofd ook ‘mensen hier die met dezelfde vlag zwaaien’. De delegatie heeft ‘niets als zodanig ervaren’ in het buitenland’.
President Desi Bouterse (links) bij de decoratie van Bryan Bijlhout (Foto: Edward Troon)
De stemming over het voorstel tot aanpassing van de amnestiewet gebeurde vóór de rechter op 13 april een uitspraak kon doen. Het hachje van Bouterse was in elk geval gered. Geconfronteerd met deze nieuwe wettelijke regeling vroeg h
et Openbaar Ministerie op 13 april aan de krijgsraad, die het proces tegen de president leidde, het voor onbepaalde tijd op te schorten. De verdediging van Boutserse, bij monde van advocaat Kanhai, weigerde daarin mee te gaan, en eiste dat de krijgsraad het OM niet ontvankelijk verklaarde. De Volkskrant van 15 april 2012 lichtte toe welke consequenties deze slimme zet van de verdediging kan hebben. ‘Als de rechters dit verzoek toewijzen, betekent dat het einde van het strafproces tegen Bouterse over de Decembermoorden. Als het OM niet ontvankelijk verklaard wordt, wordt het proces stopgezet. En als het OM de wet gaat toetsen bij een nog te vormen Constitutioneel Hof, wordt alles op de (hele) lange baan geschoven, want juist de regering en president zijn de lichamen binnen Suriname die de vorming van een dergelijk hof kunnen realiseren.’ Het gevaar van een veroordeling voor Bouterse is in elk geval afgewenteld en een uitspraak in deze strafzaak, als ze er ooit komt, is op de lange baan geschoven.The uneasy triangle
Is dit een oplossing om met een onverwerkt verleden in het reine te komen? Om waarheid, gerechtigheid en herstel van nationale samenhorigheid in een evenwichtige mate aan bod te laten komen? Het ziet er niet naar uit. Ex minister-president Jules Sedney heeft daarover goed nagedacht. In 2005, voor het aan de macht komen van Bouterse dus, schreef deze nestor van de Surinaamse politiek een uitvoerig essay in de Ware Tijd over wat hij de the uneasy triangle, de beklemmende driehoek van waarheid, gerechtigheid en herstel van de nationale saamhorigheid noemde. Hij vergeleek hoe men in andere landen van Latijns-Amerika, maar ook in Zuid-Afrika met een onverwerkt verleden probeert om te gaan en verwees daarbij uitvoerig naar het werk van de Belgische socioloog Luc Huyse. Jules Sedney kwam dus goed beslagen op het ijs. Omdat de NDP toen ook al een machtsfactor van betekenis was, hield Sedney in verband met de decembermoorden en andere gebeurtenissen die tot het onverwerkt verleden van Suriname behoren een pleidooi voor berechting en vaststelling van schuld door de rechter, gevolgd door kwijtschelding van straf, niet van schuld. Dat zou volgens hem moeten gebeuren door de regering in samenspraak met het parlement in ruil voor erkenning van schuld en aanvaarding van morele verantwoordelijkheid door de schuldigen. Hij pleitte toen ook voor een bij wet op te richten jaarlijks terugkerende dag van gebed en bezinning: de Surinaamse Memorial Day Commissie voor Historische Opheldering
Sedney schreef: ‘Het zal vermoedelijk nooit lukken de hele waarheid aan het licht te brengen, maar wij kunnen wel proberen deze zo dichtbij mogelijk te benaderen. Die behoefte aan wat er precies is gebeurd, wat, hoe en door wie zal altijd blijven bestaan. Om toekomstige onderzoekers een handje te helpen zou een Commissie voor Historische Opheldering nuttig werk kunnen doen. Die commissie zou de belangrijke gebeurtenissen van de afgelopen dertig jaren op politiek-bestuurlijk gebied moeten beschrijven, analyseren en zo mogelijk verklaren. Een soort politiek-bestuurlijke tegenhanger van het in 2004 uitgebrachte verslag, ‘Lessons Learned’, over het economisch-ontwikkelingsbeleid van diezelfde periode.’
Hij schetste ook de randvoorwaarden en de contouren van zo’n commissie: ‘Zowel in de aanloop als tijdens de werkzaamheden van die commissie moeten haar voldoende tijd, mensen, en middelen ter beschikking worden gesteld. De commissie moet zijn samengesteld uit historici, politicologen, bestuurskundigen, deskundigen inzake gegevensverwerking, criminologen en forensische deskundigen. De middelen dienen vooraf vast te liggen zodat de commissie voor haar eigen continuïteit niet afhankelijk is van de regering. De commissie moet enerzijds kunnen rekenen op politieke steun, maar anderzijds ook op operationele onafhankelijkheid. Expliciete officiële steun van de regering en De Nationale Assemblee moet het politieke profiel van de commissie verhogen. Die politieke steun moet er ook toe leiden dat de commissie toegang krijgt tot de meest confidentiële informatie. Tijdens haar werkzaamheden moet de commissie onafhankelijk van de overheid kunnen optreden zowel voor wat betreft de interpretatie van haar mandaat, het ontslag van haar leden, haar onderzoeksmethode als de formulering van haar eindrapport. Aan het verslag van de commissie mogen geen justitiële gevolgen verbonden zijn. Het doel is niet om daders op te sporen, maar om historische opheldering te verschaffen over een repressief verleden, het ontstaan van dat regime en de mensenrechtenschendingen tijdens dat regime.’
Na de verkiezingen van 2010 speelden de politieke machtsverhoudingen in het voordeel van Bouterse en kreeg dat mooi uitgebalanceerde voorstel van de ex-minister-president geen kans omdat het initiatief van de regering en het parlement had moeten uitgaan. In het beste geval zal er nu een afgezwakte vorm van waarheids- en verzoeningscommissie komen waarvan diezelfde Jules Sedney geen voorstander was, omdat het volgens hem geen evenwicht tussen waarheidsvinding, gerechtigheid en herstel van nationale samenhorigheid garandeerde.
Van al deze mooie principes liggen de huidige machtshebbers in Suriname niet wakker. Met alle middelen het presidentiële hachje redden was de hoofdzaak, ook al leidt deze reddingsoperatie tot een nog grotere scheiding der geesten. Om toch een geste te doen naar de nabestaanden werd er tijdens de behandeling van de amnestiewet in het parlement besloten
om een waarheids- en verzoeningscommissie in te stellen. Suriname heeft de OAS om hulp gevraagd, omdat die, aldus het kabinet van de president, veel ervaring heeft met het begeleiden van processen van waarheidsvinding en verzoening in andere landen. Op dit ogenblik is nog altijd niet duidelijk of de OAS daadwerkelijk op dat voorstel zal willen ingaan. De oppositie beschouwde deze demarche in elk geval als een doekje voor het bloeden maar moest verder lijdzaam toezien.De felste reacties kwamen uit het buitenland. Nederland schortte prompt de resterende ontwikkelingssamenwerking op en Navy Pillay,
de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten van de Verenigde Naties, veroordeelde de nieuwe Surinaamse amnestiewet en riep op ze weer in te trekken. Ook Amnesty International liet haar stem horen: ‘Geen historisch ogenblik is kritieker voor een rechterlijke macht dan wanneer het de verantwoordelijkheid onder ogen ziet om vroegere of huidige staatshoofden te berechten.Het is op deze momenten dat het principe van scheiding van bevoegdheden, die in grondwetten zijn vastgelegd en van onafhankelijkheid aan enorme druk onderworpen is. Er is geen land in de wereld waar zo een kritiek ogenblik, gemakkelijk is opgelost,’ stelt Amnesty International in een open brief aan de Surinaamse rechterlijke macht. Als voorbeelden werden genoemd de justitiële problemen waar de Italiaanse ex-premier Silvio Berlusconi en ex-president van Chili, Augusto Pinochet in verzeild waren geraakt en de Amerikaanse president Richard Nixon die genoodzaakt was af te treden, maar nooit is berecht.
De hevigste reacties kwamen uit de kringen van Bouterse-tegenstanders in Nederland van wie Theo Para één van de meest eloquente woordvoerders is. Op 15 april zei hij op een drukbezochte ‘Conferentie tegen de Straffeloosheid in Suriname’ in de Mozes en Aaron Kerk in Amsterdam:‘Suriname lijdt onder oneerlijk bestuur. Rechtsongelijkheid wordt verkocht als gelijkheidsbeginsel. Persoonlijk belang heet staatsbelang. Kiezersbedrog en machtsmisbruik worden gemaskeerd als volksvertegenwoordiging. Criminaliteit gaat als politiek gekleed. Moordenaarsbelang verschijnt als wet. Straffeloosheid wordt omgedoopt tot waarheidscommissie. Demagogie heet overheidsvoorlichting. Polarisatie wordt verzoening genoemd en angst heet rust. Oneerlijk bestuur is de ultieme vorm van onbehoorlijk bestuur, waarbij bedrog beleid heeft vervangen. Met de serviliteit van de meerderheid van De Nationale Assemblee en de hele regering jegens de misdaden van de-president-van-‘op de vlucht neergeschoten’is Suriname officieel beland in een leven in de leugen.’
De oprichting van een waarheids- en verzoeningscommissie noemt Theo Para een vlucht vooruit. ‘De poging het 8 decemberstrafproces stop te zetten, uit angst voor de waarheid en het recht, heeft als een boemerang gewerkt. De breed gedragen nationale en internationale kritiek op de amnestiewet dwong de pro-daders coalitie tot een vlucht vooruit. Ze vergaten hun eerdere argument een streep onder het verleden te willen zetten, en besloten nu maar in een door hun georkestreerde commissie de ‘echte waarheid’ te gaan fabriceren. Zij willen het onafhankelijk strafproces vervangen door een politiek proces. Terwijl de mensenrechtenbeginselen van de OAS worden geschonden, wordt de OAS ingeroepen voor hulp bij de zogenaamde waarheids- en verzoeningscommissie.’
(Uitpers nr. 142, 13de jg., mei 2012)
(1) De juristen E. Hoost, J. Baboeram, K. Gonçalvez en H. Riedewald; de jounalisten J. Slagveer, B. Behr, L. Rahman en F. Wijngaarde; eigenaar van radiostation ABC A. Kamperveen; vakbondsleider Daal; de universiteitsdocenten G.Leckie en S. Oemrawsingh; de zakenman R. Sohansingh en de militairen I. Rambocus en J. Sheombarsh.