Een van de populairste Algerijnse songs van de voorbije jaren luidde “Bye bye”. Het gaat over Algerijnse jongeren die uit wanhoop elders een leven willen opbouwen en vaarwel wuiven naar het vaderland. Deze maandag wuiven ze bye bye naar Abdelaziz Bouteflika die na 20 jaar toch niet naar een nieuwe ambtstermijn dingt – maar niet aftreedt en dus blijft tot de verkiezingen – die voor onbepaalde tijd worden uitgesteld. Voor de Algerijnen die de voorbije weken massaal op straat kwamen, klinkt dit als een overwinning. Bouteflika, die al zo lang alleen nog op foto verscheen, werd in de steek gelaten door zijn vroegere strijdkameraden, door patroons en syndicalisten en uiteindelijk ook door de legerleiding. Maar intussen blijft hij wel president! “We wilden verkiezingen zonder Bouteflika en we krijgen Bouteflika zonder verkiezingen”, aldus veler vaststelling. De strijd gaat dus verder.
Overlopers
De houding van generaal Ahmed Gaïs Salah, heeft allicht de doorslag gegeven om af te zien van een 5e termijn. Al heeft de zeer wankele gezondheid van het staatshoofd er ook wel mee te maken. Na de bekendmaking dat Bouteflika afziet van een 5e ambtstermijn, gonsde het al van de geruchten dat hij echt dood was. Salah werd onveranderd beschreven als een steunpilaar van het gezag. Het was echter opgevallen dat de generaal vorige week wel had gewaarschuwd dat het leger garandeerde dat de verkiezingen van 18 april normaal zouden doorgaan, zonder daarbij Bouteflika zelfs maar te vermelden.
Vorige week kreeg ‘het paleis’, de clan rond Bouteflika, een zware klap toen de Nationale Organisatie van Moudjaheddin (ONM), die de kameraden van de onafhankelijkheidsstrijd groepeert, de betogers lot toezwaaide, “terwijl het gezag zo ver af staat van de legitieme verzuchtingen van het volk”, aldus Bouteflika’s oude strijdkameraden. De ONM viel scherp uit tegen de “tegennatuurlijke banden tussen gezagsdragers en zogenaamde investeerders” die door deze banden aanzienlijke fortuinen hebben vergaard.
Wankele pijlers
Het gistte de voorbije dagen ook bij andere pijlers van het gezag. Oligarch Ali Haddad, voorzitter van het patronale “Forum van bedrijfsleiders” die rijk werd dankzij overheidsopdrachten, had tot vorige week elke dissidente stem gesmoord. Maar twee van zijn voorgangers en steeds meer zakenlui zegden hun steun toe aan de betogers.
Zelfs bij de zo getrouwe vakbond UGTA keerden syndicalisten zich tegen hun leider Sidi-Saïd en schaarden ze zich achter de betogingen. En ook de vereniging van oudgedienden an de inlichtingendiensten, geleid door ex-minister van Binnenlandse Zaken Dahou Ould Kablia, vond dat het volk duidelijk geen 5e mandaat wou. De Orde van Geneesheren vroeg zich van haar kant af welke arts Bouteflika het certificaat zou geven dat hij medisch geschikt is om kandidaat te zijn.
Maar het waren vooral de massabetogingen van vrijdag 8 maart die de doorslag hebben gegeven. Meer dan één miljoen in Algiers, evenveel in andere plaatsen, en dat in een bijna feestelijke sfeer. Het leger is één met het volk, verklaarde generaal Salah twee dagen later.
Plan B
Met de terugtrekking van Bouteflika’s kandidatuur, is het regime niet weg, Bouteflika zelf trouwens ook niet. Er zijn enorme belangen te verdedigen. De top van de administratie, de legerleiders, de zakenlui over wie de ONM het had, de collaborerende vakbondsleiders enz. blijven op post.
Zij hebben een flink pak van ’s lands nationale rijkdommen naar hun kluizen versluisd en zullen dat niet zomaar uit handen geven. Leiding van leger en inlichtingendiensten maken daar deel van uit. Als die zich nu opwerpen als bondgenoten van de actievoerders, is dat vooral met de bedoeling de protesten in “goede banen” te leiden. Bij het leger zitten wel officieren die zelf te lijden hadden van de arrogantie van Bouteflika’s omgeving. Generaals werden weggezuiverd wegens corruptie, maar vaak was dat een voorwendsel voor afrekeningen.
Clown, carnaval
Maar de dagen van het Algerije van Bouteflika met zijn “hovelingen, clans, clowns en sjoemelaars” – de termen die de bekende auteur Kamel Daoud gebruikt, zijn allicht geteld. Daoud, een felle tegenstander van zowel het regime als van de politieke islam, heeft het over de “kadhafisering” van Algerije onder Bouteflika. “Dat regime heeft de instellingen vernietigd, uitschot aan de top gebracht, zijn macht grof misbruikt. Van het FLN, de partij van de onafhankelijkheidsstrijd, hebben ze een carnaval gemaakt. Het parlement zit vol met poppen die nog nauwelijks opblaasbaar zijn, de senaat is een rusthuis voor gerontocraten…”
Wat zullen we van dit regime onthouden, aldus Daoud: de ingekaderde foto die werd rondgedragen om toegejuicht en gekust te worden, een kader waarvoor de mensen moeten buigen en waarmee selfies werden gemaakt. Jongere bloggers die daar de spot mee dreven, werden opgesloten. Een stam schonk een paard aan dit kader….Deze religie van een kader was het ultieme misprijzen, de opperste belediging…De jonge generaties vonden dit ene belediging te veel. “Als we toch door een kader moeten geregeerd worden, dan liever de Mona Lisa”, stond op borden van betogers te lezen. Het leger heeft deze keer tegen deze humor niet opgetreden.
Nog niet weg
De generaals zullen wellicht bij Moutawana, de burgerbeweging die een belangrijke rol speelde in de mobilisaties, mensen zoeken die willen meewerken aan de door Bouteflika aangekondigde ruime Nationale Conferentie met vertegenwoordiging van alle geledingen van de Algerijnse samenleving. Daar zou dan een nieuwe verkiezingsdatum moeten uit komen, en een nieuwe grondwet. Algerije Tweede Republiek in plaats van een monarchie – een van de protestleuzen was ‘l’Algérie est une république, pas une monarchie”.
Intussen blijft Abdelaziz Bouteflika president, bijgestaan door zijn machtige broer Saïd Bouteflika en door andere hovelingen. De Algerijnen zullen dit jaar ongetwijfeld nog vaak op straat moeten komen om manoeuvres van de presidentiële clan te dwarsbomen. Want zolang er geen andere verkiezingen zijn, blijven Bouteflikka en zijn omgeving baas over “de overgang”.