Op dinsdag 22 november draaide de stemming in de Commissie “interne markt” van het Europees Parlement over de zgn. Bolkesteinrichtlijn uit op een verrassing. Neoliberaal rechts haalde voor een groot deel haar slag thuis. Dit was niet echt verwacht. Een schok ging door de altermondialistische beweging. Wat nu gedaan?
De Bolkesteinrichtlijn beoogt de volledige liberalisering van het dienstenverkeer in de Europese Unie. Het initiatief komt van de Europese Commissie (1). Daarom wordt de richtlijn genoemd naar de toenmalige bevoegde commissaris, de Nederlander Frits Bolkestein. Om daadwerkelijk te worden aangenomen moeten het Europees Parlement en de Ministerraad via een ingewikkelde procedure elk de tekst van de richtlijn goedkeuren (2). Het is de bevoegde commissie van het Europees Parlement, in dit geval de commissie “interne markt” (3), die bepaalt welke tekst aan de plenaire zitting wordt voorgelegd. Daar kwam het dus op dinsdag 22 november tot een verrassende stemming (4).
Gebhardt
In de aanloop naar de beslissende commissievergadering had de rapporteur, de Duitse sociaal-democrate Evelyn Gebhardt, het oorspronkelijke voorstel van de Europese Commissie immers sterk geamendeerd, na heel wat gepalaver en compromissen met andere politieke fracties. Het zag er naar uit dat haar amendementen in de commissie de meerderheid zouden halen, zodat een sterk geamendeerd voorstel naar de plenaire zitting van het Europees Parlement zou gaan.
De amendementen van Gebhardt waren heel wat meer dan louter cosmetisch. Gans het sociaal en arbeidsrecht werd aan de werkingssfeer van de richtlijn onttrokken (5). Ook de diensten van algemeen belang werden buiten het bereik van de richtlijn gehouden. De werking van het oorsprongslandprincipe (6) werd sterk ingeperkt: de regels van het land van oorsprong zouden bepalend blijven voor de toegang tot het beroep (bijvoorbeeld de regels waaraan een architectenbureau moet voldoen om als zodanig te worden erkend), terwijl voor het leveren van de dienst (het verkopen van bouwplannen) de regels gelden van het land waar de dienst wordt geleverd. De amendementen gingen zo ver dat de Frankfurter Algemeine Zeitung de rechterzijde opriep de richtlijn te verwerpen, eerder dan de geamendeerde versie te aanvaarden.
Het leek niet onwaarschlijk dat de amendementen van Gebhardt het zouden halen. Hadden zowel Schröder als Chirac niet verklaard dat het oorspronkelijk voorstel van de Europese Commissie dood was? Had de Bolkensteinrichtlijn geen doorslaggevende rol gespeeld in het Franse “neen” aan de Europese grondwet? Hadden de Europese vakbonden en sociale bewegingen op 19 maart 2005 geen 80.000 mensen op de been gebracht in een betoging te Brussel, nadat het Sociaal Forum van België eerder met een betoging in juni in dezelfde stad het vuur aan de Europese lont had gestoken?
Toch was er discussie. Enerzijds was er een meningsverschil over de draagwijdte van de Gebhardt-ammendementen (7). Anderzijds was er de vraag of en wanneer nieuwe massamobilisaties noodzakelijk waren.
De GUE (8) had gewaarschuwd dat de rechterzijde in het Europees Parlement in het offensief was, en dat men de stemming in de publieke opinie en die in het Europees Parlement niet mocht verwarren. De neoliberale stroomversnellingen in Frankrijk en Duitsland gaven hen geen ongelijk, evenmin als de stemming enkele dagen geleden in de commissie “transport” van het Europees Parlement over de havenrichtlijn (9). De GUE drong aan op mobilisatie, maar de sociaal-democratie en de vakbonden mikten op lobbywerk. De Europese sociale bewegingen vonden na het Franse en Nederlandse grondwetreferendum geen tweede adem, en een Europese actiedag tegen de Bolkesteinrichtlijn ging de mist in (10).
Stemming
De stemming in de commissie “interne markt” liep dus uit op een neoliberale blitzkrieg. Vooral op twee punten haalden de neoliberale commissieleden hun slag thuis.
Het Gebhardtvoorstel de toegang tot een beroep te laten regelen in het land van vestiging (“oorsprong”), maar de levering van een dienst te laten verlopen volgens de regels van het gastland, haalde het niet. Uiteindelijk kwam een oplossing uit de bus die dicht aanleunt bij het oorspronkelijke voorstel gebaseerd op het principe van het land van oorsprong voorgesteld door de Europese Commissie (stemming: 21 voor, 16 tegen, 3 onthoudingen).
Het Gebhardtvoorstel had ook de reikwijdte van de richtlijn beperkt. Diensten van algemeen economisch belang worden na de stemming in de commissie “interne markt” principieel echter niet langer uitgesloten (11). De Gebhardtamendementen gingen nipt ten onder (17 voor, 19 tegen, 3 onthoudingen). Wel kreeg Gebhardt gedaan dat enkele specifieke sectoren werden uitgesloten : gokspelen en loterijen, audiovisuele diensten inbegrepen film, beroepen verbonden met het openbaar gezag zoals notarissen, advocaten, en gans de gezondheidssector.
Maar diensten van algemeen belang zoals ouderenzorg, gehandicaptenbeleid of sociale huisvesting vallen wel degelijk onder de richtlijn. Ook de interimsector werd met een nipt stemmenverschil niet van het werkingsterrein van de richtlijn uitgesloten (als de controle op interim-kantoren geregeld wordt volgens de regels van het land van oorsprong komt de sociale dumping uiteraard in een stroomversnelling) (12). Ook veiligheidsdiensten vallen onder de richtlijn, of een vitale sektor van algemeen belang zoals water!
De commissie stemde wel dat de dienstenrichtlijn de bestaande sociale wetgeving niet mag doorkruisen of ondermijnen. Hoe hard deze garantie is valt af te wachten.
Het aldus geamendeerde rapport werd met een (verontrustend) grote meerderheid aangenomen: 25 voor, 10 tegen, 5 onthoudingen (waaronder die van Gebhardt…). Een aantal sociaal-democraten stemden voor.
Wat nu?
De stemming in de commissie “interne markt” zorgde voor heel wat ophef. De stemmen aan de linkerzijde (13) die vanaf het begin gepleit hebben voor een verwerping van de richtlijn gekoppeld aan mobilisatie lijken gelijk te hebben gekregen. Het blijkt een gevaarlijke taktiek te amenderen op een richtlijn waarvan men de globale economie verwerpt (14). Zeker als men ook nog eens de mobilisatie laat vallen.
Op een vergadering in het Europees Parlement opperde Sarah Wagenknecht van de GUE dat de weifelende houding van de sociaal-democratie geïnspireerd wordt door vrees na de nederlagen van de Europese grondwet het neoliberale bouwsel nog verder te verzwakken. Eerder dan in het Franse “neen” een uitnodiging te zien tot een versterkt offensief tegen het neoliberalisme zou de sociaal-democratische koudwatervrees er enkel maar groter door geworden zijn. (15) De eindstemming in de commissie geeft haar zeker geen ongelijk.
Komt er nu een sterke mobilisatie? Er is sprake van een Europese betoging in Straatsburg, in januari of februari, afhankelijk van de timing van het Europees Parlement. Maar is iedereen nu overtuigd? Het Europees Vakverbond liet in een eerste reactie weten dat het geschrokken was door de stemming, dat het echter haar verzoenende houding (16) zal volhouden. Enkel als ook in de plenaire zitting het Europees Parlement de richtlijn zoals die door de commissie is gekomen goedkeurt zal het EVV het geweer van schouder veranderen en oproepen de richtlijn (in tweede lezing nemen we aan) te verwerpen (17).
Frank Slegers is actief in het Belgisch collectief van de Europese Marsen tegen werkloosheid, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting.
(Uitpers, nr. 70, 7de jg., december 2005)
Noten
- Een richtlijn is een Europese wet. Enkel de Europese Commissie heeft in de EU bevoegdheid tot wetgevend initiatief. De Bolkesteinrichtlijn heeft als doel het dienstenverkeer in Europa vrij te maken. Het doet dit op verschillende manieren. Enerzijds bepaalt de richtlijn dat geen obstakels mogen opgeworpen worden tegen een dienstverlener uit één land van de EU die zich in een andere lidstaat wil vestigen. Het vrije marktverkeer is de regel. Indien een lidstaat specifieke regels wil invoeren om bv. een beroep te regelen, dan moet het goede argumenten in huis hebben om dit “obstakel” voor het vrije dienstenverkeer te verantwoorden. Zo wordt de primauteit van de vrije markt opgenomen in de interne rechtsorde van elke lidstaat, en krijgen regels betreffende de volksgezondheid, consumentenbescherming, urbanisatie enz. de status van uitzonderingsregels waarvan de noodzakelijkheid dient bewezen te worden. In geval van betwisting beslist het Europees Hof van Justitie. Ten tweede bepaalt de richtlijn dat iedere inwoner van de EU zich moet kunnen richten tot dienstverleners in gans de EU. Elke lidstaat moet daartoe zorgen dat de nationale klant geïnformeerd kan worden over de regels in verband met bv. consumentenbescherming, geschillenprocedures, …, in de 25 andere lidstaten. Ten derde voorziet de richtlijn een oplossing voor de situatie waarbij de dienstverlener zich tijdelijk moet verplaatsen naar het land waar de dienst wordt geleverd. De richtlijn bepaalt dat dan de regels gelden van het land waar de dienstverlener normaal gevestigd is (land van oorsprong). Dat zal tot gevolg hebben dat op het grondgebied van elke lidstaat 25 verschillende rechtsorden naast elkaar (en in onderlinge concurrentie) actief zijn… Kenmerkend voor de Bolkesteinrichtlijn is dus niet dat het dienstenverkeer erdoor wordt vrijgemaakt, maar wel de manier waarop dat gebeurt. Men kan ook op een andere manier te werk gaan. Men zou bv. eerst de vraag kunnen stellen in welke sectoren vrij dienstenverkeer zinvol is: is het erg belangrijk dat garagisten, architecten, goochelaars, journalisten, interim-kantoren, popmuzikanten, haarkappers, tandartsen,…, zich zonder enige hinder in Europa kunnen verplaatsen respectievelijk vestigen? Het ene is misschien minder dringend dan het ander. Vervolgens zou men daar waar gekozen wordt de vrijheid van verkeer beter te organiseren gemeenschappelijke regels kunnen afspreken (harmonisatie). Nu al is het verboden hinderpalen in het vrij dienstenverkeer die rechtstreeks of onrechtstreeks gericht zijn op de nationaliteit op te werpen. Een Poolse loodgieter verbieden in België badkamers te installeren enkel en alleen omdat hij Pool is (of Pools spreekt) mag nu al niet. Daartoe volstaan de verdragen.
- Dit is de zgn. co-decisieprocedure, één van de procedures waarmee in Europa wetten worden aangenomen. Tenzij bijvoorbeeld het Europees parlement een voorstel onmiddellijk verwerpt is de gewone gang van zaken voor belangrijke ontwerpen dat het ontwerp tweemaal voor het Europees Parlement komt, en tussendoor voor de Ministerraad. Momenteel is de Bolkesteinrichtlijn voor het EP in behandeling ‘in eerste lezing’. Er blijft dus nog een lange en complexe institutionele weg te gaan.
- Maar heel wat andere commissies bogen zich ondertussen over de tekst, en maakten eigen amendementen over aan de commissie “binnenlandse markt”. Er was ook een rapport van de commissie “tewerkstelling en sociale zaken”, met als rapporteur de Spa-politica Anne Van Lancker.
- Het verslag van de commissie is nog niet gepubliceerd op de site van het EP. We baseerden ons voor dit artikel dus op de media en persoonlijke contacten. Wie de historiek en de verschillende officiële documenten wil nakijken surft naar http://www.europarl.eu.int/comparl/imco/services_directive/default_en.htm. Wie zich in de materie wil verdiepen leze het overzicht dat Raoul-Marc Jennar publiceerde bij de Crisp www.crisp.be. Erg toegankelijk, behalve als je geen Frans verstaat. Hetzelfde geldt voor het artikel van Eric Van den Abeele in Bilan Social de l’Union Européenne 2004, een uitgave van het Observatoire Social Européen ism het Europees Vakbondsinstituut en Saltsa uit Zweden.
- Om dit ook in de praktijk te kunnen brengen werd in de Gebhardt-ammendementen duidelijk bepaald dat de kontrole op detacherende ondernemingen in het land moet liggen waar de activiteit wordt uitgevoerd, en dat dit laatste land daartoe alle nodige eisen kon stellen aan de detacherende onderneming (zoals meldingsplicht van de activiteit, verplichting tot bijhouden documenten enz). Volgens de Bolkesteinrichtlijn is het land van oorsprong van de onderneming bevoegd om te bepalen aan welke formaliteit de onderneming moet voldoen.
- Het oorsprongslandprincipe is één van de mogelijke antwoorden op de vraag welke rechtsregels van toepassing zijn indien een onderneming die gevestigd is in land A mensen stuurt naar land B om daar een dienst te leveren: volgens dit principe zijn de regels van het land waar de onderneming gevestigd is (het land van oorsprong) van toepassing.
- Gebhardt voert naast het “oorspronglandbegingsel” het “beginsel van de wederzijde erkenning” in. Of beide beginselen veel van elkaar verschillen was voer voor een stevige discussie. Het “beginsel van wederzijdse erkenning” houdt in dat men de wetgeving van het andere land erkent (oorspronglandbeginsel) na getoetst te hebben of het grosso modo aan de normen van het eigen land beantwoordt. Hier zit uiteraard heel wat interpretatiemarge, en in Europa is het de neoliberale tempel ook wel Europees Hof van Justitie geheten die interpreteert… Velen vonden de Gebhardt-amendementen hoe dan ook verkeerd omdat zij vonden dat een richtlijn die gans het dienstenverkeer in al zijn verscheidenheid in een klap regelt tot ongelukken moet leiden. Zij verkiezen sectorale regelingen, die rekening kunnen houden met de specifieke situatie van elke sector. Bovendien maakt een sectorale aanpak het mogelijk het dienstenverkeer vrij te maken via de weg van de harmonisatie, dit is door het afspreken van gemeenschappelijke regels.
- Gauche Unitaire Européenne, de fractie die een groot deel van de politieke families links van de groenen en de sociaal-democratie verenigt in het Europees Parlement. In het Nederlands: Europees Unitair Links, EUL. Maar iedereen die ik ken zegt GUE…
- Het voorstel tot havenrichtlijn werd aanvankelijk ingediend door Europees commissaris De Palacio. De liberalisering van de Europese havens hield ondermeer in dat de scheepsbemanningen zelf hun schepen zouden kunnen laden en lossen (“selfhandling”). Onder druk van massaal Europees dokwerkersprotest verwierp het Europees Parlement de richtlijn. Maar zoals steeds is de rechterzijde stoutmoediger dan de linkerzijde: De Palacio diende, net voor het aftreden van de Commissie-Prodi, haar voorstel opnieuw en onveranderd in, zodat de institutionele molen opnieuw begon te draaien. In de commissie “transport” van het Europees Parlement dienden christen-democraten en liberalen amendementen in, zodat bv. de “selfhandling” uit de richtlijn verdween. Maar in de commissievergadering stemden zij tot verrassing van velen… tegen hun eigen amendementen, zodat de havenrichtlijn opnieuw in de versie De Palacio naar de plenaire zitting van het Europees Parlement gaat… Een teken aan de wand?
- Ondermeer omdat de Europese sociale bewegingen… nationale bewegingen blijven, en moeilijk tot Europese initiatieven komen andere dan de organisatie van het ESF zelf. Enkel in Italië vond er een bescheiden betoging plaats, met al naargelang de bron 10.000 tot 50.000 betogers (zo gaat dat in Italië).
- Het oorspronkelijk voorstel van de Europese Commissie houdt in dat alle diensten die worden geleverd tegen betaling onder de richtlijn vallen (ook als u niet zelf betaalt, maar bijvoorbeeld uw ziekenfonds). Daarmee vallen ongeveer alle diensten onder de richtlijn, behalve diensten rechtstreeks verbonden met het openbaar gezag (het leger, de politie, het gerecht, tot nader order de kern van het onderwijs, enz). Ook diensten die al geregeld waren door specifieke richtlijnen vallen buiten de werking van de Bolkesteinrichtlijn (financiële diensten, elektronische handel, transport). Bovendien verklaarde het Bolkesteinvoorstel zelf dat het oorspronglandbeginsel (maar wel het recht op vestiging) niet van toepassing is op de postbedeling, transport van energie,… Tenslotte worden nog enkele zeer specifieke diensten uitgesloten (lijkentransport, incassobedrijven,…). Principieel worden diensten van algemeen belang en diensten van algemeen economisch belang echter niet van de werking van de dienstenrichtlijn uitgesloten. De definitie van deze begrippen is in de Europese juridische orde overigens niet haarscherp. Diensten van algemeen belang dienen niet verward te worden met openbare diensten (een onbekend begrip in de Europese juridische orde): diensten van algemeen belang zijn diensten die geleverd worden door de overheid of door de private sector, en waar de overheid specifiek regelend kan optreden omwille van het algemeen belang.
- Anne Van Lancker verwijst bijvoorbeeld naar de affaire Struik Foods in Schoten en Vaxholm in Zweden om te onderlijnen hoe gevoelig de uitzendsector is voor fraude. Le Monde berichtte enkele dagen dat er in Zweden nu ook tandartsenpraktijken zijn waar Poolse uitzendtandartsen werken aan de helft van het normale tarief.
- Zoals de GUE, mensen van Attac en anderen die elkaar ontmoet hebben op enkele werkvergaderingen in het Europees Parlement.
- Sociaal-democraten zoals Di Rupo claimen dat zij de richtlijn als zodanig verwerpen. Di Rupo lanceerde zelfs een website “No-Bolkestein”.
- Georges Debunne zal het allicht met graagte bevestigen: zelfs een open debat over de Europese grondwet is er te veel aan…
- Dit staat zo letterlijk in het persbericht
- Het Sociaal Forum van België ( www.wsf.be ) organiseert op vrijdag 2 december in Brussel nabij het Centraal Station een studiedag om de nieuwe situatie inhoudelijk te evalueren, en na te denken over actieperspectieven. Inschrijven bij info@wsf.be