Het was schrikken, vorige week dinsdag in La Paz, de Boliviaanse hoofdstad. Het leger stond met pantserwagens voor de deur van het Presidentieel Paleis en probeerde de poorten open te krijgen.
De President, Luis Arce, kwam naar buiten en sprak met de legerleiding. Na enkele uren was de zaak geregeld. Het leger trok weg.
Poging tot staatsgreep!
Er waren al enkele dagen geruchten over verdachte bewegingen van het leger en op maandag had de President beslist om legerleider Juan José Zúñiga uit zijn ambt te ontzetten.
Toch kwam meteen een geruchtenmolen op gang. Oud-President Evo Morales had het over een ‘auto-golpe’, een staatsgreep die door de President zelf zou zijn georganiseerd. Dat is ook wat de meteen gearresteerde Zúniga verklaarde: de populariteit van de President is laag en kan een duwtje in de rug gebruiken. Luis Arce zou dit zelf hebben geïnsinueerd, en de legerleiding deed wat was gevraagd.
Zoals men weet zijn oud-President Evo Morales en zijn vroegere Minister van Economie, Luis Arce, de huidige President, van kameraden naar aartsvijanden geëvolueerd.
Toen Evo Morales zich in 2019 met een flinke meerderheid, maar tegen de grondwet in, nog eens tot President liet verkiezen, was er een echte staatsgreep die Morales deed vluchten en een rechtse regering aan de macht bracht. De Interim-President van toen, Jeanine Añez en één van haar steunpilaren, Luis Fernando Camacho, zitten nu in de gevangenis en hun vrijlating was de eerste eis van Zúñiga vorige week. Ook de vrijlating van de militairen die ‘enkel bevelen hadden opgevolgd’ werd geëist.
Luis Arce werd met 55 % van de stemmen tot President gekozen in 2020. Volgend jaar, 2025 zijn er opnieuw Presidentsverkiezingen en Evo Morales wil zich nog een keer kandidaat stellen. Vandaar het grote conflict tussen beide mannen van éénzelfde partij, MAS, Movimiento al Socialismo.
Beide politici beschuldigen elkaar van verantwoordelijkheid voor de nieuwste ‘staatsgreep’ en het is niet makkelijk zich een juist oordeel te vormen. Volgens Arce was het hele leger betrokken bij de actie die al sinds mei van dit jaar werd voorbereid.
Positief was wel dat zowat alle Latijnsamerikaanse regeringen, met uitzondering van Argentinië, de actie van het leger meteen veroordeelden. De VS riep op tot kalmte, en de OAS van Luis Almagro veroordeelde de coup. Enkel President Milei kon het niet laten weer een beledigende uithaal te spuien.
De politieke verlamming doorbreken
Op de vraag waarom de inlichtingendiensten deze actie niet hadden kunnen voorkomen werd geantwoord dat de militaire inlichtingendienst niet langer werkte en er geen doorstroming van informatie meer was.
Hoe dan ook is de situatie momenteel zeer verward en niemand weet hoe het conflict tussen Arce en Morales moet opgelost worden.
Voormalig vice-President García Linera heeft het zeker bij het rechte eind wanneer hij stelt dat de ‘echte vijand’ vooral niet moet worden onderschat en dat die altijd voordeel haalt uit de verzwakking van links.
Er is beslist heel wat kritiek te geven op de huidige regering die in zware economische problemen zit. De export van gas is sterk gedaald en er is een tekort aan brandstoffen én aan buitenlandse deviezen. Arce sloot akkoorden met Rusland, China en Iran maar zit juist daardoor ook in een zeker keurslijf.
Evo Morales heeft nog steeds veel invloed bij sociale bewegingen die het de regering erg moeilijk kunnen maken.
Hoe dan ook werd met dit incident duidelijk dat de democratie én de instellingen in Bolivië vrij broos blijven en er lang geen zekerheid is dat links de volgende verkiezingen kan winnen.
Het zou wraakroepend zijn mochten deze intern-linkse conflicten de deur open zetten voor rechts. Evo Morales kan een prachtige balans voorleggen met de strijd van het volk voor zijn rechten, voor het instellen van een plurinationale staat, met een strijd tegen het racisme en het versterken van de nationale soevereiniteit. Die strijd is geleverd en gewonnen. Vandaag moet dit blijvend worden omgezet in een sterk beleid in het voordeel van de hele bevolking. Het is geen makkelijke opdracht.