Indium
Het is niet gemakkelijk om iemand te vinden die bekend is met de naam indium, toch hebben veel mensen dit zeldzame metaal in huis of zelfs in hun broekzak. Het maken van een smartphone is niet mogelijk zonder het gebruik van indium. Flatscreens, touchscreens, LED verlichting, zonnepanelen en zelfs het high-efficiency glas in de ramen van onze huizen bevat indium. Echter, de oorsprong van deze grondstof is niet altijd gemakkelijk op te sporen. Het lijkt erop dat dit opzettelijk lastig wordt gemaakt. Een nieuw rapport laat namelijk zien dat het vinden van de oorsprong van indium de doos van Pandora opent van de wereld van het 21e-eeuwse kolonialisme dat rechtstreeks verbonden is met Europa. [i]
Boliviaanse mijnen
In de Boliviaanse hooggebergtes worden zink-, lood- en zilverertsen gewonnen die de Europese industrie voeden. Dat deze ertsen significante concentraties indium bevatten is niet algemeen bekend. In 2019 kwam een vijfde van de door België geïmporteerde zinkertsen uit Bolivia en het zijn deze ertsen waarmee waardevolle concentraties indium heimelijk over internationale grenzen worden verplaatst.
Volgens de Boliviaanse mijnbouwwet (wet 535, 2014) moet voor de export van ertsen die indium bevatten 5% royalties (belasting op geëxporteerde ruwe materialen) betaald worden aan de Boliviaanse staat. Maar ondanks dat Bolivia naar schattingen ‘s werelds vijfde grootste indium-ontginner is ‘worden noch de Boliviaanse mijnwerkers, noch de Boliviaanse staat betaald voor de winning van dit metaal’. Deze hedendaagse grondstofroof is een industrie van miljoenen dollars. Een industrie die reële implicaties heeft voor honderdduizenden Bolivianen wiens gezinsonderhoud afhankelijk is van betaling voor de grondstoffen die ze ontginnen.
Van Bolivia naar Antwerpen
Op zijn reis naar Europa gaat de Boliviaanse zinkerts van de mijnbouwcoöperaties en kleine privébedrijven naar leveranciers. Vaak concentreren deze leveranciers de erts om ze op de internationale markt te kunnen verkopen. Iedere dag worden honderdduizenden tonnen zinkerts met vrachtwagens vervoert naar Chileense havens. In de haven wordt de erts op schepen geladen en getransporteerd in opdracht van een kleine groep van internationale grondstofhandelaren die de wereldmarkt domineren. Trafigura (‘s werelds grootste handelaar in grondstoffen en de belangrijkste eigenaar van Nyrstar – ‘s werelds tweede grootste zinkproducent) is betrokken bij het vervoer van indiumrijke zinkerts naar Antwerpen, een reis die langer dan een maand kan duren.
Nyrstar
Bij aankomst in Europa wordt het erts automatisch gewogen en geanalyseerd om waardevolle concentratieniveaus vast te stellen. Hier wordt het erts dan gesorteerd en naar de Nyrstar smelterijen in Nederland, Frankrijk en België verzonden. Boliviaanse indiumrijke zinkertsen worden voor verwerking verzonden naar het Franse Auby, waar Nyrstar een smelterij heeft die in staat is om indium te raffineren.
In een Nyrstar communicatie uit 2012 gaf het management van de Auby smelterij toe ‘dat ze de ruwe materialen al hebben en dat het waardevolle indium met beperkte extra kosten kan worden geproduceerd’. Kort na deze communicatie begon Nyrstar met het verwerken van indiumconcentraten uit Boliviaans zinkerts. Volgens openbaar beschikbare informatie heeft noch Nyrstar, noch haar moederbedrijf ooit betaald voor deze indiumconcentraten of gezorgd dat de export van Bolivia naar België in lijn is met de Boliviaanse mijnbouwwet (wet 535, 2014), namelijk 5% aan royalties.
Mijnwerkersverdriet
De implicaties voor deze eenzijdige relatie zijn groot voor de Boliviaanse mijnwerkers, voor wie de extractieve industrie goed is voor zo’n 200.000 banen in zowel de formele als de informele economie. De belangrijkste werkgevers in deze industrie zijn de mijnbouw-coöperaties waarbij de mijnwerkers zijn verdeeld in groepen van twee tot zes mijnwerkers. Zij delven met behulp van afbouwhamer en dynamiet in mineraalrijke aderen. Dat is zwaar, vies en gevaarlijk werk. De coöperatieve mijnwerkers ervaren een hoge inkomensonzekerheid omdat hun dagelijkse succes bij het winnen van hoogwaardig erts afhankelijk is van geluk. Maar geluk is niet de enige variabele die het inkomen van de mijnwerkers bepaalt. Vluchtige marktprijzen waarvoor ze hun erts moeten verkopen en manipulatie van deze prijzen door opportunistische lokale handelaren spelen ook een rol.
De lijst van uitdagingen voor de Boliviaanse mijnwerkers om een inkomen te verzekeren waarmee ze hun families kunnen onderhouden is zeer lang. In periodes van lage marktprijzen is de omzet die ze genereren van mijnbouw niet genoeg om in hun basisbehoeften te voorzien. Het resultaat is dan ook dat de kosten die nodig zijn om een basisniveau van gezondheid en veiligheid te handhaven, een luxe worden die niet langer kan worden geboden. Dit heeft gezondheidsproblemen en vaak fatale ongelukken tot gevolg. Daarnaast worden dure behandelingen van het afvalwater van de mijnbouw een onbetaalbare uitgave wat op lange termijn gevolgen heeft voor de gezondheid van de lokale gemeenschappen en voor de agrarische dorpen stroomafwaarts.
EU-regelgeving nodig
Dat is de feitelijke relatie die de Europese toeleveringsketen voor elektronica heeft met de Boliviaanse bevolking. Een relatie waarbij de oude koloniale dynamiek nog steeds een rol speelt, gemaskeerd dan door een meer gelikte en zakelijke operatie. Hoe kan van landen zoals Bolivia verwacht worden dat ze zich ontwikkelen, laat staan herstellen van de ecologische en economische schade die mijnbouw met zich meebrengt, als ze niet betaald worden voor de concentraties indium die geëxporteerd worden onder het mom van zilver-lood-zinkertsen?
Het verhaal van het Boliviaanse indium is geen uitzonderlijke case. Momenteel bestaan er geen verplichte sociale en milieu kwaliteitsstandaarden bij het kopen van zeldzame metalen in Europa. Als bedrijven zoals Nyrstar en de Europese Unie oprecht geïnteresseerd zouden zijn in een eerlijke toeleveringsketen voor elektronica van wieg tot graf, moet een internationaal traceerbaarheidskader gemaakt worden om zeker te zijn van de herkomst van de verhandelde metalen. Omdat er in de wereld van de metaalverwerkende industrie maar enkele grote spelers aanwezig zijn, zouden er maar een paar smelterijen en raffinaderijen moeten worden gemonitord. Men kan ook niet zeggen dat het onmogelijk is om de bron van zeldzame materialen te achterhalen omdat deze metalen gebonden zijn aan specifieke locaties die bedrijven moeten kennen om ze überhaupt te kunnen winnen.
Volgens een in 2015 gepubliceerde studie door de Franse onderzoeksinstantie van energie, is te verwachten dat we tussen nu en 2050 meer zeldzame materialen gaan winnen dan tot nu toe in de rest van de menselijke geschiedenis is gewonnen. Als we niet ingrijpen in deze toeleveringsketens zullen de sociale en ecologische gevolgen voor het zuiden ongehoord zijn.
[i] Harry Carter is een kritische geograaf en lid van CATAPA vzw – een sociale en milieubeweging die zich bezighoudt met de effecten van mijnbouw op mensen en gemeenschappen in Latijns-Amerika en Europa. Dit artikel, vertaald uit het Engels, is gebaseerd op het recente rapport “Het verband tussen de Boliviaanse mineralen en de Europese industrie”: https://catapa.be/nl/het-verband-tussen-de-boliviaanse-mineralen-en-de-europese-industrie
(foto’s: Silke Ronsse van CATAPA vzw)