Bolivia, toch zo verdeeld door intern kolonialisme, sociale ongelijkheid, etnisch racisme en discriminatie… quo vadis? Blijft het Andesland een pluriculturele, soevereine staat die zich verder probeert los te maken uit de neoliberale wurggreep of wordt het land (en zijn grondstoffen waarbij vooral de grote voorraden lithium de ogen van vele multinationals uitsteken) terug opgenomen in de achtertuin van de Verenigde Staten? De verkiezingen van 3 mei zullen daarover misschien uitsluitsel kunnen brengen.
Op 20 oktober 2019 werd het dus geen ‘vier op een rij’ voor Evo Morales en zijn MAS-partij. Morales die sinds 2006 onafgebroken Boliviaanse president was, wilde zijn herverdelende sociale en plurinationale politiek, gebaseerd op een extractivistische economische benadering die vervat stond in de zogenaamde ‘agenda patriótico 2020-2025’ , nog een ambtstermijn van vijf jaar voortzetten. Die kans zat er behoorlijk in, want hij kon aan de kiezers de gunstige sociale en economische resultaten van zijn vorige bewindsperiodes – ook door IMF en Wereldbank erkend trouwens – voorleggen. Ondanks zijn verminderde populariteit, vooral na het referendum uit 2017 om zijn ambtstermijn te verlengen dat hij nipt verloor, maar waarvan hij de uitslag naast zich neerlegde, bleef hij de grootste kanshebber om zichzelf op te volgen. Dat werd hij ook, want tijdens de eerste ronde behaalde hij 47 procent van de stemmen en nipt meer dan 10 procent op zijn grootste rivaal, Carlos Mesa van Comunidad Ciudadana (CC). Onduidelijke en niet bewezen onregelmatigheden bij de telling werden echter opgeklopt, ook door buitenlandse waarnemers, en leidde tot een bloedig straatprotest, dat eindigde in een regelrechte coup. Om erger te voorkomen verlieten Morales, zijn vice Álvaro García Linera en enkele andere MAS-leden het land en vonden onderkomen, eerst in Mexico, vervolgens in Argentinië en nu verblijft Morales ‘om gezondheidsredenen’ in Cuba.
De compleet onbekende, rechtse Jeanine Añez sprong in dat ontstane machtsvacuüm en begon als ‘overgangspresidente’ aan een zeer forse restauratiebeweging. De eerste landen om de regering van Añez te erkennen waren de VS van Donald Trump en Brazilië van Jair Bolsonaro. De regering van Morales had immers al in 2008 de Amerikaanse ambassadeur Philip Goldberg aan de deur gezet wegens het ondersteunen van separatistische sectoren in het oosten van het land die samen zweerden tegen de regering-Morales.
Volgens de socioloog Eduardo Paz Rada werd Añez naar voren geschoven op een bijeenkomst tussen de binnenlandse oppositie (onder meer Carlos Mesa, Jorge Quiroga en Fernando Camacho) maar waarop ook buitenlandse vertegenwoordigers zoals Octavio Henrique Dias Garcia, Braziliaanse ambassadeur in Bolivia, aanwezig waren. Ook de regering-Trump gaf volgens Rada’s bronnen groen licht voor deze operatie.
Afbraakwerken
De ‘overgangsregering’ onder leiding van deze harde, maar toch o zo religieuze tante begon dadelijk aan het ontmantelen van belangrijke elementen van de buitenlandse politiek onder Morales, die in de eerste plaats een onafhankelijke Latijns-Amerikaanse integratie, los van VS-inmenging, voor ogen had. De nieuwe regering trad toe tot de ‘Groep van Lima’ die zich, samen met de VS en Canada, buigen over de Venezolaanse situatie, maar dan niet om Maduro te steunen. Integendeel. Jeanine Añez erkende intussen ook Juan Guaidó als president van Venezuela, zij verbrak de relaties met Cuba en stuurde de Cubaanse dokters naar huis en zij haalde Bolivia uit de UNASUR en uit de ALBA. Verder riep de nieuwe regering alle diplomaten uit het buitenland terug tot zelfs de Boliviaanse vertegenwoordiger in het Internationaal Gerechtshof in Den Haag. Na deze grondige afbraakwerken van de pijlers van Evo Morales’ buitenlandpolitiek, die duidelijk aangaven welke rechtse richting de transitieregering uit wilde gaan, werd het tijd om, na de staatsgreep – in rechtse taal ‘het herstel van de democratie – aan nieuwe verkiezingen te denken en die werden intussen door het Tribunal Supremo Electoral (TSE) geprikt op 3 mei 2020.
Nieuwe verkiezingen
3 mei wordt andermaal een zeer spannend moment, niet alleen voor Bolivia, maar voor heel Latijns-Amerika, want het gaat over het al dan niet voortbestaan van een links regime in een continent dat, buiten Argentinië, een forse draai naar rechts heeft ingezet. Welke kansen maakt het MAS in deze nieuwe omstandigheden en welke rol zou Evo Morales daarin nog kunnen vervullen?
Noteer wel dat het kiessysteem in Bolivia onveranderd is gebleven en dat dus op 3 mei een winnaar uit de bus kan komen die meer dan veertig procent van de stemmen haalt en bovendien tien procent meer stemmen behaalt dan de tweede kandidaat. Als dat het geval is – zoals dat trouwens was op 20 november toen de uitslag van Evo Morales beantwoordde aan die voorwaarden – dan komt er geen tweede ronde.
Wie zijn de kandidaten en hoe liggen hun kansen nu op drie maanden voor de verkiezingen? En wat gaat de partij van Evo Morales doen? Dat Morales niet opnieuw kandidaat is, mag geen verrassing worden genoemd. MAS als belangrijkste partij in Bolivia is nog steeds incontournable, maar moest op zoek naar andere kandidaten voor het presidentieel tweemanschap. Elke partij schuift twee kandidaten naar voren: voor het presidentschap en voor het vice presidentschap. Luis Arce is als ex-minister van economische zaken en financiën in de regering-Morales natuurlijk geen onbekende in de Boliviaanse politiek en dat kun je in nog meerder mate zeggen van David Choquehuanca die, evenals Morales inheems roots heeft, medestichter van MAS is en ex- minister van Buitenlandse Zaken die op internationaal niveau de grote pleitbezorger is geweest van de rechten voor inheemse volken en die – zeer belangrijk –ook het project van Buen Vivir of Suma Qumaña, inheemse uitgangspunten voor een goed leven die in de nieuwe grondwet werden opgenomen, bekendheid heeft gegeven. Ook Evo Morales duikt op in de kandidatenlijst maar dan als senator voor Cochabamba, de regio waar hij vooral door de cocaleros van de Chaparastreek de grootste steun mag verwachten.
Rechtse verdeeldheid
De andere partijen en politieke formaties zijn er niet in geslaagd om een anti-MASista kandidaat naar voren te schuiven en zullen dus in verspreide slagorde aantreden. JUNTOS van het MDS (Movimiento Demócrata y Social) komt samen met Unidad Nacional (UN) op en hebben als kandidaten Jeanine Añez en de neoliberale ondernemer Samuel Doria Medina. Comunidad Ciudadana (CC) lanceert de kandidatuur van Carlos Mesa en Gustavo Pedraza. Mesa, ex-journalist en ooit op een blauwe maandag Boliviaans president, was de belangrijkste tegenstander van Morales tijdens de gecontesteerde verkiezingen, maar moest nipt het onderspit delven volgens de kiesregels van de eerste ronde op 20 oktober 2019. Intussen is hij wat van het voorplan verdwenen en heeft Fernando Camacho, rechtse hardroeper en straatvechter van een ‘burgercomité’ van Santa Cruz de la Sierra de aandacht naar zich toegetrokken. Samen met Marco Pumari van een ‘burgercomité’ van Potosí komt hij op voor CREEMOS, een allegaartje van radicale conservatieve gelovigen. Het was Camacho die op 10 november 2019 voor het presidentieel paleis in La Paz met een grote Bijbel stond te zwaaien, maar ondanks dat niet vies was om veel straatgeweld te gebruiken. Dan zijn er ook nog de kandidaten die weinig kans maken zoals de van origine Koreaanse dokter Chi Hyunng Chung, die samen met Leopoldo Chui het Frente para la Victoria (FVP) aanvoert. Er is ook Jorge Quiroga, vicepresident onder ex-dictator Hugo Banzer en vertrouwensfiguur bij de anticommunisten in Miami, en Tomasa Yarhui van het Movimiento Nacionalista Revolucionario (MNR). Tenslotte komen Feliciano Mamani, coöperatieve mijnwerker en Ruth Nina op voor PANBOL (Partido Acción Nacional Boliviano).
Wat zeggen de opiniepeilingen op dit ogenblik? MAS zou tussen de 38 en de 40 procent van de stemmen kunnen halen. JUNTOS zou goed zijn voor 18 à 22 procent van de stemmen, CREEMOS voor 16 tot 20 procent en CC voor 10 tot 14 procent. De andere kandidaten zouden onder de 3 procent blijven.
De eerstvolgende maanden zullen ongetwijfeld zeer spannend worden. Het ziet ernaar uit dat delen van het maatschappelijk middenveld (vakbonden, inheemse en milieubewegingen) die in het verleden wel vaker op gespannen voet stonden met de regering-Morales nu toch de krachten willen samenbundelen om de revanchistische maatregelen van Jeanine Añez die de politieke klok 180 graden terug draait, te counteren. Wil men de verworvenheden van de 14 jaar Evo Morales niet verloren laten gaan dan moet de totale linkerzijde zich volledig achter de kandidatuur van Luis Arce en David Choquehuanca scharen, want je kunt er gif op zeggen dat Jeanine Añez alle, en zeker ook vuile, middelen uit de kast zal halen om te verhinderen dat MAS terug aan de macht zal komen.
Bolivia, toch zo verdeeld door intern kolonialisme, sociale ongelijkheid, etnisch racisme en discriminatie… quo vadis? Blijft het een pluriculturele, soevereine staat die zich verder probeert los te maken uit de neoliberale wurggreep of wordt het land (en zijn grondstoffen waarbij vooral de grote voorraden lithium de ogen van vele multinationals uitsteken) terug opgenomen in de achtertuin van de Verenigde Staten?