Het Verdrag van Trianon is wel 90 jaar oud, maar toch staat “Trianon” hoog op de Hongaarse politieke agenda. Zeker na de verpletterende overwinning van de nationalistische Fidesz in de parlementsverkiezingen – met er bovenop nog het succes van het uiterst-rechtse Jobbik – spookt Trianon door Hongarije. De regering van Viktor Orban maakte dat vlak na haar installatie duidelijk door de etnische Hongaren buiten Hongarije het staatsburgerschap aan te bieden. Dat werd meteen een groot thema bij de parlementsverkiezingen in Slovakije van 12 juni waar 600.000 Hongaren wonen.
De regering Orban nam de draad weer op waar ze die acht jaar eerder had moeten laten vallen na haar verkiezingsnederlaag. Ze besliste prompt het Hongaarse staatsburgerschap aan te bieden aan alle etnische Hongaren buiten Hongarije. Er leven heel wat etnische Hongaren in de buurlanden Roemenië en Slovakije – respectievelijk meer dan 2 miljoen en 600.000 (ongeveer 10 en 12 percent van de bevolking). Er zijn kleinere minderheden in Servië, Oekraïne en Oostenrijk.
Het nieuwe paspoort is meteen “Trianon paspoort” gedoopt. Het bestaan van die minderheden zijn immers een gevolg van “Trianon”, in feite een annex bij het Verdrag van Versailles waarbij de Europese kaart na de Eerste Wereldoorlog grondig werd hertekend. De Habsburgse dubbelmonarchie Oostenrijk-Hongarije maakte plaats voor een reeks nieuwe staten, waaronder Tsjechoslovakije. Grenzen werden volop hertekend, waarbij Hongarije in Trianon gebieden moest prijsgeven waar veel Hongaren wonen, vooral dan Transsylvanië dat bij Roemenië kwam en een strook langs de Donau die bij het nieuwe Tsjechoslovakije kwam. Voor de Hongaren betekende Trianon een trauma dat meespeelde om uiterst-rechts, met Horty, in 1922 aan de macht te brengen.
Bratislava
Dat aanbod van staatsburgerschap uit Boedapest vinden de regeringen van die buurlanden uiteraard niet prettig. De beslissing van Boedapest kwam er net in volle campagne voor de Slovaakse parlementsverkiezingen. Enkele Slovaakse regeringspartijen – de socialistische van premier Fico en de Slovaakse nationalistische SNS – maakten er onmiddellijk een centraal thema van. De regering in Bratislava liet de Hongaren weten dat ze bij aanvaarding van het Hongaarse staatsburgerschap uiteraard de Slovaakse nationaliteit zouden kwijtspelen.
Maar de beslissing van Boedapest vergrootte de meningsverschillen binnen de Hongaarse minderheid zelf. De traditionele partij van dien Slovaakse Hongaren, de SMK, wordt gedomineerd door radicale leiders die op dezelfde lijn zitten als Orban in Boedapest. Deze keer was er een afsplitsing, de Most-Hid (Brug), die het initiatief van Boedapest afwijst als een provocatie die het de Hongaren in Slovakije alleen maar lastiger maakt. Daarmee trokken twee Hongaarse lijsten naar de kiezer. Het pleit is overtuigend gewonnen door de gematigden die van dat Hongaarse staatsburgerschap niet gediend zijn. Zij haalden iets meer dan 8 %, de SMK – die dicht aanleunt bij de Fidesz van de Hongaarse premier Orban – bleef onder de kiesdrempel van 5%.
Ook aan Slovaakse kant werkte het nationalistische opbod niet echt. De socialistische Smer van premier Fico haalde met 35% een mooi resultaat. Maar zijn bondgenoten, de twee nationalistische partijen HSDZ van ex-premier Meciar en de SNS deden het veel minder: Meciar bleef onder de kiesdrempel, de SNS zat er net nog boven. Waardoor deze vreemde coalitie van sociaaldemocraten en ultranationalisten haar meerderheid kwijtspeelde. Er komt een coalitie van christendemocraten, twee liberale partijen en Most-Hid. Een van die liberale partijen wordt geleid door Richard Sulik die in 2003 de zogenaamde “flat tax” doordrukte, waardoor de hoge inkomens zeer weinig belasting betalen.
Opbod
De Slovaakse uitslag is geen goed nieuws voor Orban. De Hongaren van Slovakije zien weinig in dat “Trianon paspoort”, naar schatting amper 25.000 van de bijna 600.000 overwegen om zo een paspoort aan te vragen.
Maar Orban blijft op die ramkoers verder gaan. Zijn Fidesz bokst op tegen het fascistische Jobbik in “patriottisme”. Een leider van Jobbik legde in het parlement de eed af in het uniform van de ‘IJzeren Garde”, de fascistische stoottroepen die vooral tijdens de Tweede Wereldoorlog een terreurbewind voerden. Jobbik neemt het op voor de akkoorden van 1938 waarbij Hitler ervoor zorgde dat de Hongaarse regio’s van Slovakije bij Hongarije kwamen. Jobbik wijst er aan het adres van Bratislava wel op dat het fascistische Slovakije al in 1939 de Duitse troepen bijstond in de aanval op Polen.
Dat “patriottisme” sleept blijkbaar ook “links” mee. In het parlement stemden zowel sociaaldemocraten als groenen voor het “Trianon paspoort”, want ze wilden niet het verwijt krijgen “geen patriotten te zijn”.
Dat “patriottisme” wekt wel enige onrust bij de Europese Unie, want het gaat hier om spanningen tussen twee lidstaten. Vooral bij de EVP zit men verveeld, want Fidesz is een belangrijk lid van die EVP.
(Uitpers nr. 122, 11de jg., juli-augustus 2010)