De Hamer van de Voorzitter
Wie zich in de leugen wil onderdompelen heeft twee mogelijkheden. Ofwel schaf je je de volledige uitgave van aan Joseph Goebbels’ Tagebücher (Elke Fröhlich, Red.: Die Tagebücher von Joseph Goebbels. K. G. Saur Verlag – Teil 1: Aufzeichnungen 1923-1941. München 1997-2006. 14 delen, 5591 blz., 1050 Euro. Teil 2: Diktate 1941-1945. München 1993-1996. 15 delen, 9337 blz., 1.020 Euro). Je doet er een goede koop aan, amper 2.070 euro voor op een haar na 15.000 bladzijden, een schap vol in je boekenkast en 29 banden strakke lektuur om je bij elke regel op te winden. De uitgever scheurde er zijn broek aan en werd in het jaar van afwerking, 2006, overgenomen door De Gruyter.
Critici zoeken spijkers op laag water, niet alles in de handschriften is correct gelezen, er is geen tekstkritisch apparaat, en de titel Dagboeken is ongepast, want “dieser Begriff suggeriert, es handele sich um mindestens subjektiv ehrliche Aufzeichnungen. Schon auf den ersten Blick aber wird deutlich, daß Goebbels von Beginn an propagandistische Ziele mit den Notizen verband” (Sven Felix Kellerhoff in Die Welt, 19 juni 2006). Maar propaganda loont. Ten minste voor wie de lijnen uitzet. Zo bedong de heer Goebbels (allicht niet zonder enige aanporring van hogerhand) dat zijn geschriften pas 20 jaar na zijn dood mochten verschijnen. Koper was een andere persmagnaat, Max Amann. “Voorschot van 250.000 mark en elk lopend jaar 100.000 mark. Dat is heel royaal. (…) Amann heeft een goede investering gedaan”, noteert Goebbels schijnheilig in zijn dagaantekening van 22 oktober 1936.
Pikant gegeven is dat de uitgave van Elke Fröhlich vooral gebaseerd is op glasplaten die het zetsel van de papieren uitgaven bevatten, bewaard zijn in Moskou. Het Bundesarchiv heeft enkel de mikrofilms. Het verandert natuurlijk niets aan de essentie van het begrip propaganda, dat Goebbels zelf in 1931 onomfloerst omschreef: “Das Wesen der Propaganda liegt nicht in der Vielfalt, sondern in der Kraft und Beharrlichkeit, mit der man Ideen aus dem größeren Pool auswählt und mit den unterschiedlichsten Methoden in die Masse hämmert”. Bedoeld wordt: cherry picking, vereenvoudiging, sloganisering, herhaling tot den treure, “gegen die Einsprüche der Intellektuellen”.
Films kijken
Ofwel, en dat is de tweede mogelijkheid, ploeg je door de filmproductie heen van de bolsjevistische agitprop tot de stalinistische knoet, van de “omkering aller waarden” tot regelrecht vervalste informatie, gelardeerd met gerichte bezwaddering van de tegenstander. Onder Poetin is dat zelfs meer dan gemeengoed geworden, het is een onvervangbaar wapen dat kunstmatige intelligentie en digitalisering in snel tempo kunnen vermenigvuldigen.
Zolang maar aan één voorwaarde voldaan is: hou het simpel en eenvoudig, eenheid in keuze en benadering, spreek de taal van de toog (sorry, het Volk). Lord George Weidenfeld, die als eerste een studie maakte van Goebbels’ propagandatechnieken (The Goebbels Experiment: a Study of the Nazi Propaganda Machine. Londen, Murray 1942), lichtte in een gesprek met Der Spiegel (22 februari 2005) kort voor zijn dood de verwevenheid tussen Berlijn en Moskou toe: “Er hat viel übernommen von den Kommunisten (…) Er hat die zeitgenössischen Konzepte des politischen Marketings fusioniert und perfektioniert (…) Er hat es verstanden, sich vom Gegner schamlos das Beste oder Effizienteste herauszuklauben und die Vorzeichen umzukehren”.
Dat is exact wat na WO II zich voordoet in de recente Russische staatfilms. Het is de moeite de Novaja Gazeta Europa (Het Nieuwsblad) te lezen, nu de oorlog in Oekraine een eerste fictiefilm heeft meegebracht. De krant was onafhankelijk en gaf veel ruimte aan onderzoeksjournalistiek (met als gevolg dat liefst zeven van haar journalisten zijn vermoord, onder wie Anna Politovskaja). De politieke knevelarij sinds 2021 en de openlijke censuur over de aanval op Oekraine deed de redactie beslissen publicatie te staken in maart 2022. Een maand later zetten medewerkers in de Letse hoofdstad Riga een Europese versie op. Haar website werd binnen de kortste keren van het internet gehaald door Moskou, en haar tijdschrift Novaja Rasskaz Gazeta verboden. In september 2022 trok het Kremlin de druklicentie in, geen week na de dood van Gorbatsjov. Officieel, liet de ook al, nu naar Nederland, uitgeweken onafhankelijke Moscow Times (5 september 2022) weten, “Russia’s media watchdog Roskomnadzor had previously said Novaya Gazeta failed to provide its editorial statute within a required timeframe”. De stok om de hond te slaan.
De Moscow Times wist op 22 september 2023 te melden dat een Jakoetfilm, Ayta van Stepan Boernasjev, van alle streaming-platformen is gehaald, vanwege te nationalistisch, “due to its destructive information that contradicts the principles of unity among the peoples of Russia.” Sinds de lancering van de film in maart had hij al 26 miljoen roebel (275.000 dollar) winst gemaakt. De ingreep heeft alles te maken met de strafmaatregelen die tegen Moskou gelden.
Want de productie van films in Rusland valt steeds nadrukkelijker op zichzelf terug, omdat er een cultureel verbod tegen het land loopt. Zo besloot de Russische Filmacademie vorig jaar onder luid intern gekrakeel om afwijzing te voorkomen, en dus geen kandidaat aan te wijzen voor de afdeling beste buitenlandse film op de 95e Oscaruitreiking. Dit jaar heeft de Academie al zijn activiteiten opgeschort. Van lieverlede heeft de regering Poetin beslist de steun aan de filmindustrie te verdubbelen tot 14,9 miljard roebel (160 miljoen dollar). Het was van moetens, want de president wil af van ingevoerde producten, van auto’s tot films (Barbie en Oppenheimer inbegrepen), en van buitenlandse vestigingen als McDonald’s. Er worden dus veel meer louter Russische films en tv-reeksen gemaakt, 30 % meer op streaming, een kwart meer op tv. Veelal uitsluitend voor binnenlands gebruik.
Maar veel ruchtmakender was de onbeschaamd provocerende oorlogsfilm Svidetel (De Getuige), die na een bijzondere vertoning op 16 augustus in bioskoop Choedozjestvenni, op 17 augustus zijn première kreeg. Ondanks enorme regeringssteun dreigt de film een serieus verlies op te leveren. Bij gebrek aan toeschouwers.
Het verslag van Vera Koeprina in de Novaja Gazeta Europa is schrijnend en onrustwekkend tegelijk. De film van David Dadoenasjvili (eigenlijk een Georgiër) werd na veel geheimhouding over de opzet breed uitgebracht in de Russische bioskoopketens. Om halfdrie die donderdag trok Koeprina naar de multiplex met twaalf zalen in Moskou, met als opdracht “een portret van het publiek te maken”.
Dat viel nogal tegen. De meeste zalen waren afgesloten (logisch, want buitenlandse films zijn onwettig verklaard, de eigen productie kan dat verlies niet opvangen), de gangen leeg, filmgangers amper te bespeuren. “Ik zat een hele tijd alleen, vooraan, in een nieuwe lederen zetel”. Druppelsgewijs dienen zich uiteindelijk nog vier mensen aan: een vrouw van middelbare leeftijd, twee jonge twintigers, en een man “van zowat 55 die eruit ziet als een Sovjetingenieur”. Ze zijn vrij onwillig om achteraf commentaar te geven. De man glipt weg, een andere zaal in, want er is geen enkele kaartjescontrole. De meisjes zijn aangeslagen. “Nog zo’n film en ik zie het echt niet meer zitten. Zoveel bloed, ik heb het daar heel moeilijk mee”. Haar vriendin is nog afwijzender: “Ik praat niet over mijn emoties. Ik heb een vriendje aan het front. Hij tekende een contract nog voor de oorlog uitbrak”.
De jongedames hadden gewoon twee uurtjes vrij (de film duurt 2 uur en 8 minuten) en kochten een kaartje voor de eerste vertoning, wisten zij veel waarover het ging. Alleen de vrouw met een zwarte bril, een muzieklerares en fan van alle nieuwe films, steekt haar teleurstelling niet onder stoelen of banken. “Alleen Karen Badanov [de hoofdrolspeler die een vermaard Belgisch violist op toernee voorstelt] draagt de hele film”. Maar niet alleen de zwakke vertolkingen zitten haar hoog. Ook de ideologie is onuitstaanbaar: “Ik ben niet voor de Roden of de Witten, maar deze film gaat niét over de Donbas. De enige boodschap is altijd dezelfde: alle Oekrainers zijn onmensen en nazi’s. Verwerpelijk en ongeloofwaardig”.
Omertà
Koeprina legt de schuld bij jarenlang volgehouden bedrog, of beter: “Jarenlang heeft de Russische cinema voor het grote publiek de werkelijkheid zorgvuldig vermeden”. Op twee films over de Tsjetsjeense oorlog na, heeft geen enkele regisseur, geen enkel productiehuis het aangedurfd om de échte geschiedenis aan te pakken: niks over de tijd van Gorbatsjov, de mislukte neocommunistische putsch, de beschieting van het Witte Huis, de opkomst en neergang van Jeltsin, de opmars van Poetin, de ramp met de Koersk.
Over de bomaanslagen in Moskou, de gijzeling in Beslan (2004, in Noord-Ossetië, waar 1.100 schoolkinderen en personeel werden vastgehouden en bij de bevrijding zowat 350 mensen omkwamen, de helft kinderen; foto), Kasjirka, Nord-Ost, geen beeld. Behalve over dat laatste – de bloedige bezetting in 2002 door Tsjetsjeense afscheidingsgezinden van het Debrovkateater in Moskou, waar 850 mensen tijdens de voorstelling van de film Nord-Ost vastzaten, en de Spetsnaz-troepen met gifgas de bezetters én heel wat gegijzelden ombrachten – daarover heeft Ivan Tverdovski de film De Konferentie (Конференция, 2020) gemaakt. Een daverend sukses op de Mostra in Venetië, vrijwel helemaal genegeerd door de Russische bioskopen.
Tverdovski vertrekt van de wanhoop die bij de overlevende gijzelaars wrakken maakt. Zo verliest Natalia haar man en zoon bij de ontzetting van de zaal, zijzelf kon ontsnappen door het WC-raam. Schuldgevoel verteert haar, ze laat haar dochter in de steek en treedt in in een nonnenklooster. Ze wil 17 jaar later, dag op dag, een herdenking opzetten in het teater, tot woede van haar dochter Galia, die haar vaandelvlucht en egoisme verwijt (haar man is geheel verlamd geraakt). Toch zet Natalia door, weinigen dagen op, maar ze laat poppen zetten op de zetels, maar als de veiligheidsdiensten de plechtigheid (die als ‘konferentie’ was aangebracht) willen opbreken, laat ze de deuren barrikaderen. Een pijnlijke rekonstruktie van wat er in het echt gebeurde. Na politieverhoor blijkt dat haar man in allerijl naar het ziekenhuis is gebracht, en Galia hoopt dat Natalia bij haar zal blijven. Maar de wandaad herhaalt zich: opnieuw gaat Natalia op de loop voor alles wat levensbedreigend is, ze keert terug naar de parallelle wereld, het klooster met zijn eigen normen en oordelen. Uitzichtloosheid als gewetenskwestie.
Tverdovski erkende achteraf in Kommersant (28 augustus 2020) dat de ambtenarij hem danig had tegengewerkt om het theater (dat nog altijd dient voor culturele initiatieven) te mogen gebruiken. Uiteindelijk “we had a full eight night shifts that started after midnight”. Of het script moeilijkheden opleverde was hem onbekend. “De producers namen de onderhandelingen op zich, en ik ondervond geen problemen meer”. Behalve natuurlijk dat heel wat documenten ontoegankelijk blijven. Maar dat deerde hem niet, “I was not interested in them. Because just as my characters don’t know what was really there, so I don’t know it as a director”.
Onwetendheid
Onwetendheid is de grondslag voor propaganda. Voor de ontvanger toch. Wie niet weet, slikt. Als je dan een steeds maar herhaalde leugen voorgeschoteld krijgt, is het bedje gespreid voor onnadenkend aanvaarden. En dat is het geval voor Svidetel – dat natuurlijk ondoordacht voor de bioskoop is gemaakt, en niet als tv-reeks of voor streamingkanalen. Goebbels zou die fout niet gemaakt hebben, mocht hij over digitale media beschikt hebben. In zijn tijd volstonden radio (bewust wijd verspreid door zijn partij), massabijeenkomsten en films met een subliminale boodschap, geen lompe – en dus ongeloofwaardige – voorhamerslagen, eerder de mierzoete romantiek van de vrouwenblaadjes toen. Leni Riefenstahl mag dan vooral bewondering (en ongemakkelijkheid) verworven hebben met de indrukwekkend esthetische Triumph des Willen (1935) en Olympia (1938), waarin vooral de bewondering voor het (nazi-)ideaal van de gedisciplineerde, krachtige, schone mens centraal stond (na de oorlog voortgezet in haar fotografisch werk, bij de Noeba), haar eigenlijke weekheid lag bij de romcom, als aktrice (Der Heilige Berg, 1926; Die weiße Hölle vom Piz Palü, 1929; Das Blaue Licht, 1932) maar ook als regisseuse (Die Hexe von Santa-Maria, 1951; Tiefland, 1954).
Een genre dat Goebbels bewust aanmoedigde omdat het benevelt en op overgave mikt, het kritische denken uitgomt en de emoties versterkt. Zelfs in de meest militante films die hij liet maken is er een nadrukkelijk romantisch-heldhaftige toonaard. De metafoor wordt daardoor overgedragen op de meest subtiele wijze. Dat geldt in hoofdzaak voor de laatste grote kaskraker die het nazirijk voortbracht, Kolberg (1945) van Veit Harlan. “’Gebaseerd op ware feiten’” grijpt het scenario terug naar het verzet van de West-Pommerse havenstad tegen de oprukkende troepen van Napoleon. Kolberg (vandaag in Polen, Kołobrzeg) aan de boorden van de Oostzee bood weerstand van maart 1807 tot 9 juli dat jaar, toen het Verdrag van Tilsit werd ondertekend, en bleef Pruisisch. De film is minder bekend om zijn massascenes als om het voortdurend aangeheven lied, Das Volk Steht Auf, De Sturm Bricht Los, een volks aanvurend lied uit de periode waarin de film zich afspeelt maar dat perfekt paste in de wanhopige toestand die Nazi-Duitsland op dat ogenblik zag opdoemen met het oprukkende Rode Leger.
“Das Volk steht auf, der Sturm bricht los.
Wer legt noch die Hände feig in den Schoß. (…)
Stoßt mit an
Mann für Mann,
Wer den Flamberg schwingen kann”
(De Flamberg is het vlammend zwaard, een grote degen. Niet voor niets kreeg de film in het Engels de titel Burning Hearts, wie wist er in godsnaam over de plas waar Kolberg lag – als het al bestond. Het gedicht heet eigenlijk ‘Männer und Buben’, werd in 1810 geschreven door Carl Theodor Körner, en opgenomen in zijn postume bundel patriottische gedichten Leyer und Schwerdt, 1814)
Op een veel ruwere manier wordt de boodschap van Svidetel door de strot van de argeloze toeschouwer geramd, een scene die me altijd doet denken aan de Shakespeariaanse moord in Theatre Of Blood (1973) op de vettige filmkritikus Meredith Merridew (Robert Morley, de homoseksuele vreetzak) die net zijn twee ‘babies’, de poedeltjes, geserveerd krijgt van Edward Lionheart (Vincent Price). Het is ontleend aan de gruwelijke tragedie Titus Andronicus (1593), waarin de koningin der Goten, Tamora – intussen opgeklommen tot keizerin van het Romeinse Rijk – een taart krijgt met daarin verwerkt de lijken van haar twee zoons. (Later zal ze zelf omgebracht worden en aan de wilde beesten gevoederd). Lionheart wil namelijk, na een mislukte zelfmoordpoging, wraak nemen op de jury die hem weigerde de hoogste acteursonderscheiding te geven, maar hem integendeel belachelijk maakt. Hij brengt ze stelselmatig om aan de hand van stukken van Shakespeare.
Merridew is een smulpaap. Lionheart heeft zich, gesteund door zijn dochter Edwina (de verrukkelijke Diana Rigg), aangediend als kok die hem om zijn uitmuntendheid als toneelkritikus komt belonen met een gastronomisch diner. Uiteindelijk gebruikt Lionheart een stamper om de hondenbereiding door de keel van Merridew te wringen tot hij stikt in zijn eigen ‘kindertjes’.
Svidetel is daar de humorloze pendant van. De plot is oersimpel. De beroemde maar nogal naieve violist Daniel Cohen (“met een treurige uitdrukking die subtiel doet denken aan Adrien Brody uit de film The Pianist”, noteert fontanka.ru op 18 augustus 2023) reist in februari 2022 af naar Rusland voor een internationale muziekwedstrijd. Daar ontmoet hij de oligarch Sachonvetski, een Oekraiens staatsburger, die hem tegen een vorstelijke vergoeding uitnodigt naar Kiiv.
Op een feestmaaltijd maken we dan kennis met Pontsjak, de lijfwacht van de oligarch. Een ultranationalist die niet moet weten van de Russischsprekende minderheid in de oostkantons. “Onze vuist is gebald”, zegt hij schamper, “Nu alleen nog de inwoners van de Donbas over de grens naar Rostov te drijven. En liefst tot in Moskou. Laten we er korte metten mee maken”. Die nacht vallen de eerste raketten, de Russen zijn binnengevallen. Maar Cohens manager, Brigitte, is er gerust in: de NAVO zal wel tussenbeide komen. Op de terugweg zien ze hoe machinegeweren worden uitgedeeld aan de bevolking, Sachnovetski vlucht met zijn familie naar Israël (!), Cohen zoekt bescherming bij het Belgisch consulaat, waar niemand is, en bij Pontsjak. Die blijkt een legerkolonel te zijn. Hij wil zijn tijd niet verbeuzelen aan een kunstenaar. Die dan nog eens vredelievendheid hoog in het vaandel draagt. Tussen stadsplunderingen in, wordt de goedgelovige Cohen op weg naar zijn hotel bij een straatcontrole uit de wagen gesleurd en opgesloten in een kelder. Brigitte wordt daar verkracht en vermoord, hijzelf wordt op de trein naar Lviv gezet waar de Belgische ambassadeur onderdak heeft. De trein wordt helaas tegengehouden, de reizigers in een bos afgezet, en “jonge jongens worden in de trein geladen – ze worden weggehaald uit Kiiv en tegen betaling in dollars tot legerdienst gedwongen”. Cohen komt terecht in het dorp Semidveri (de Zeven Deuren, het lijkt wat op House of the Rising Sun), waar hij de gruwelen van de oorlog zal meemaken.
Pontsjak blijkt namelijk leider van de in Rusland als terreurorganisatie verboden Azov-militie te zijn, “mannen met onaangename gezichten, SS-tatoeages en T-shirts met het beeld van Hitler, die in volle parade de muzicus laten zien hoe ze mensen martelen”. Cohen moet voor hen spelen, maar geen Wagner (!) – “daar walg ik van”. Horst Wessel dan maar ? “Wij zijn geen nazi’s. Wij zijn strijders en vechten voor het geluk van Oekraïne! (…) Wij niet vecht, is niet waard te leven”. Uiteindelijk speelt hij het lijflied van de Luftwaffe, bij ons beter bekend als (Wat zullen we drinken) Zeven Dagen Lang (Bots, 1976; eigenlijk een Bretoense traditional, die in het Nederlands al in de jaren twintig bewerkt werd, Son ar Chistr of Het Lied van de Cider).
Dat bevalt Pontsjak, gelukkig maar want het zag er benard uit voor Cohen, opgesloten en afgeblaft door de Azovbende in een soort warenhuis waar allerlei gestolen goederen staan. Als hij protesteert tegen de moorden, wordt hij gefolterd met waterproeven en stroomstoten. Uiteindelijk wordt Cohen met enkele dorpelingen naar het treinstation gedreven om “geëvacueerd te worden”. Daar steekt Pontsjak een tirade af tegen de slechte Russen voor “dwaze” media als CNN en vertrekt ijlings. Cohen wil achter de wagens aanrennen, maar een enorme ontploffing vernietigt het station. Uit de ruïnes wordt hij levend bevrijd door Russische soldaten, zeer tot ongeloof van de Belgische ambassade die Cohen verdenkt van het Stockholmsyndroom. Hij wordt in Europa uitgenodigd voor een tv-gesprek om te getuigen over de misdaden van de Russen. Hij ziet daar de beelden van de lijken uit Semidveri (dat in de studio Cemetery wordt genoemd), en belooft de hele waarheid te zullen vertellen. Welke laat zich raden.
Plomp
Het is vooral de uittekening van de Oekraiense personages die de plompe propaganda schraagt. De bloedige en wrede scenes in Kiiv maar vooral in Semidveri zijn eigenlijk gebaseerd op de gruwelen in Boetsja, waar na de terugtrekking van de Russische troepen op 31 maart 2022 de lijken van 458 burgers zijn gevonden met duidelijke sporen van marteling, verkrachting en mishandeling. Op 3 april, de dag dat de massamoord werd bekendgemaakt, publiceerde Ria Novosti een publiek verweer en rechtvaardiging van het oorlogsgebeuren. Auteur van Что Россия должна сделать с Украиной (Wat Rusland met Oekraine moet doen) was Timofej Sergejzev, een filosoof en kolumnist, die al in 2014 had meegewerkt aan de film Matsj (Andrej Makjoekov, 2012). Het thema is een voetbalwedstrijd in 1942 tussen Duitsers en Russen. Vanwege zijn Oekraiensvijandigheid werd hij in dat land verboden. Sergejzev houdt vol dat de meerderheid van de Oekrainers nazigedachtengoed uitdragen, en het dus gerechtvaardigd is om daar tegen in te gaan. Met alle middelen als “‘the people are good – the government is bad’ does not work. Recognition of this fact is the basis of the policy of denazification” (vertaling door het Oekraiense Center for Civil Liberties). Het is onthutsende, maar stichtende literatuur. “The Nazis who took up arms should be destroyed to the maximum on the battlefield. There should be no significant differences between the Armed Forces of Ukraine and the so-called national battalions, as well as the territorial defense that joined these two types of military formations. All of them are equally involved in extreme cruelty against the civilian population, equally guilty of the genocide of the Russian people, do not comply with the laws and customs of war. War criminals and active Nazis should be exemplarily and exponentially punished. There must be a total lustration”.
Die “uitzuivering” is natuurlijk volledig omkeerbaar. Dat heet etnische vernietiging (“er bestaan geen Oekrainers”), ombuiging van de geschiedenis, en vooral gedwongen aanpassing en integratie in de dominante cultuur, i.c. de Russische. Deportaties, uitdrijving en een strak controlerend bewind zijn daartoe noodzakelijke acties. Het is daarom niet vreemd dat de oorspronkelijke titel van de film, De Musikus werd omgezet in De Getuige. Van de Wagnergroep van Prigozjin is in de film nergens sprake – de naam Wagner valt alleen in associatie met de door de NSDAP opgehemelde pompeuze muziek. Maar de naamsverandering kwam er wel onmiddellijk na de mislukte (of door Poetin zelf opgezette ?) putschpoging.
Grotere greep
Fontanka.ru ziet het als de logische voortzetting van de steeds strakkere overheidsgreep op de film: “In oktober 2022, toen de gedeeltelijke mobilisatie het belangrijkste nieuwsitem in het land was, ontvingen de auteurs een subsidie van het ministerie van cultuur van de Russische Federatie voor de productie van een speelfilm met ‘sociaal belangrijke onderwerpen over wereldwijde geopolitieke en sociale veranderingen in de geschiedenis van het moderne Rusland.’ Het project riep ook de hulp in van het ministerie van Defensie van de Russische Federatie en de Stichting voor de ondersteuning van militair-patriottische cinema”. De opnames begonnen pas op 25 november 2022 en liepen tot 25 april in Tver (Oeglitsjkaja Gazeta). De sleutelscene werd vooraf in Oeglitsj opgenomen met 300 figuranten, die niet wisten waarover de film zou gaan.
Vera Koeprina rondde haar verslaggeving cynisch af: “Voor de aftiteling verschijnt de volgende tekst op een zwart scherm: ‘De raketaanval op het treinstation in Kramatorsk, de bomaanslag op de kraamkliniek en het dramatheater in Marioepol, de bloedbaden in Boetsja, de beschietingen van Donetsk, Makiivka en andere gemeenten – deze bloedige misdaden tegen burgers werden gepleegd door het bewind in Kiev om Rusland hiervan de schuld te geven en het in de ogen van de wereldgemeenschap te belasteren’. En dan zien we op de aftiteling onze favoriete kroniek van de Russische tv: het brandende Huis van de Vakbonden in Odessa, fakkeloptochten met portretten van Bandera [de nationalistische voorman Stepan Bandera die als minister mee de onafhankelijkheid van Oekraine uitriep na de Duitse bezetting in juni 1941, maar enkele dagen later door de nazi’s zelf werd opgepakt en naar KZ Sachsenhausen versleept; na zijn vrijlating in 1944 leidde hij het Oekraiens Opstandelingenleger OePA en vocht tegen iedereen: Sovjets, partizanen, nazi’s, Polen; hij werd in 1959 omgebracht door de KGB in Munchen] en nog veel meer, zogenaamd als bewijs van de schuld van Oekraïne in elk onderdeel van deze oorlog”.
Regisseur en producer van de film zijn overigens niet bepaald korifeeën in hun vak. Kineast David Dadoenasjvili heeft er wel een lange loopbaan opzitten als produktie-ontwerper, hoofdzakelijk van tv-reeksen, maar heeft amper twee langspeelfilms gedraaid. Vóór Svidetel had hij alleen de gangsterkomedie Restoran po Ponjatijam: Bednij Oligarch gedraaid (Restaurant by Concepts; eerst een vierdelige tv-reeks, dan de film in 2022). Zijn producer is al even onbeslagen: Sofia Mitrofanova was voormalig algemeen directeur van de online bioskoop Premier, een onderaanneming van Gazprom-Media). Maar de filmmaatschappij daarentegen heeft wél politieke connecties. Ze wordt gerund door de Armeense gebroeders Sarik en Gevond Andreassian. En toeval of niet, hun productiehuis bracht de net genoemde tv-reeks uit.
Sarik Andreassian zelf regisseerde in 2017 Zasjtsjitniki (Guardians),
een Marvelkloon (“eine Mischung aus X-Men, Fantastic Four und Marvels Avengers, nur circa zwei Kategorien tiefer”, oordeelde Tobias Dute in Filmaffe, 17 juni 2017).van een superheldengroep (Patriot) uit de Koude Oorlogtijd die opnieuw aktief moet worden in barre tijden wanneer een mogul met bovenmenselijke krachten de wereldheerschappij tracht te veroveren.
Andreassian stichtte mee de maatschappij Enjoy in 2011 en verliet ze op het moment van dreigend bankroet. Hij stond vooral bekend om zijn komedies en de kassaflop American Heist (2014). AP Entertainment LLC, zijn nieuw familiebedrijf heeft nauwelijks ervaring. “Volgens Kinopoisk heeft het slechts drie werken op haar naam staan. Naast Svidetel is dit (om de een of andere reden) de Amerikaanse actiefilm Snitch uit 2003 [lijkt me onwaarschijnlijk – ik ken alleen Snitch van Ric Roman Waugh uit 2013, en dat lijkt me onwaarschijnlijk voor een vrij recente maatschappij] en de nog niet voltooide serie The Unborn – een verhaal over een meisje wier lichaam bezeten is door de ziel van een ander meisje, en nu ziet dit meisje-in-een-meisje geesten” (Fontanka.ru).
De belangrijkste propagandist lijkt dan wel de scriptwriter te zijn, Sergej Volkov, die “verschillende keren in de Donbas is geweest”. Hij schreef zowat alle (tv-)scenario’s voor van Andreassian (zoals voor de jeugdfilm Robo in 2019 of de tragedie Neporotsjennii, 2018, over de verantwoordelijkheid van een luchtvaartbedrijf bij een botsing tussen twee vliegtuigen, waarin de hoofdrolspeler zijn vrouw verliest), voor het regiedebuut van Dadoenasjvili, en voor diens Sny (Dromen, 2022, 8 afleveringen) met Pavel Priloetsjnii en Liza Morjak, Dadoesjvili’s vrouw. Zij is een vrouw met superkrachten die visionaire dromen krijgt op de plek van een misdaad. Die geven aan wie de moordenaar is. Koeprina voegt er zuurtjes aan toe: “Het script van De Getuige ziet er ongeveer hetzelfde uit. Alles wat er op het scherm gebeurt, is een soort nare droom, geweven uit onzin van propaganda, clichés en felle vulgariteit”. En doorzichtig bovendien: bij zijn (Oekraiense) beulen hangt aan de muur een gouden beeltenis van Hitler, op de tafel ligt nadrukkelijk Mein Kampf. De gewetenloosheid van de Azovmilitie is grenzenloos. “Er bestaat geen geweten”, sneert Pontsjak. “Dat is een uitvinding van de Joden” (Medusa, 18 augustus 2023).
Taalinperking
Een dergelijke benadering knoopt weer aan bij de nazi- en stalinistische taalinperking, die Orwell zou aanvallen in het Nawoord bij 1984. Ook beelden werden versneden om de ene ideologie die toegestaan was te verstevigen en andersdenkenden te kriminaliseren. “Die einfache, gefühlsbetonte und häufig appellierende Rede sollte an die Stelle der sachlichen Argumentation treten. Die Bedeutung bestimmter Begriffe wurde eingeschränkt: Aus einem “Führer” wurde der Führer”, schreef Jörg Echterenkamp voor de Bundeszentrale für politische Bildung (“Kriegsideologie, Propaganda und Massenkultuur”, 30 april 2015). “Andere Wörter wurden ersetzt. Statt von Partisanen war im Krieg von Banditen die Rede, der alliierte Luftangriff galt als ‘Terrorangriff’. Wieder andere, eigentlich negative Ausdrücke wie ‘fanatisch’ und ‘rücksichtslos’ wurden ins Positive gewendet. Die Militarisierung der Sprache erweckte den Eindruck, als fände der Krieg auch außerhalb der Kriegshandlungen statt, etwa in der ‘Erzeugungsschlacht’ der Landwirtschaft. Schließlich lag eine wichtige Funktion der Sprachpolitik darin, Verbrechen zu verschleiern”. Eigen misdaden kamoefleren door de omkering van begrippen, de uitholling van abstrakte woorden, de militarisering, inderdaad, van de taal als verlengstuk van een oorlogsekonomie, dàt is wat vandaag Moskou (en ook Kiiv) uittesten. Want een oorlog wordt niet alleen met wapens uitgevochten. Ook met woorden.
Diplomatie is een verhullingstactiek. Propaganda een aanslag op de levensader van de taal. Zelfs zwijgen blijft een ideologisch statement. De leugen is in Svidetel verheven tot na te volgen voorbeeld. Film onderstreept de grove aantasting van rijk taalgebruik. En moet dus met dubbel voorbehoud gelezen worden. Ook, en vooral, als het om Marvelkreten gaat. Want kretologie is de afrijzer naar de hel.