Terwijl de storm van de oorlog met nu meer dan 26.000 doden in Gaza blijft woeden over Palestina, vliegen in Israël de vreemdste beschuldigingen in het rond. Daarbij komen zaken op tafel die de regering van Benyamin Netanyahu en haar IDF best kunnen missen.
Besluiteloos
Die regering lijdt aan een eigenaardige vorm van gemaskeerde besluiteloosheid: naar alle kanten luid toeterend dat Israël de bijna gewonnen oorlog tot het einde zal blijven voeren, op z’n minst tot de totale vernietiging van Hamas, blijkt ze niet in staat een aantal cruciale en dringende strategische beslissingen te nemen. Zoals wat ze na de “overwinning” wil met Gaza, welke delen ervan behouden indien niet alle, met wie erover onderhandelen, indien wordt onderhandeld.
Hierover is iedereen het oneens in het Israëlische “oorlogskabinet” dat de oorlog leidt. Dat bestaat uit premier Benyamin Netanyahu, minister van Defensie Yoav Gallant, minister van Strategie Ron Dermer, en twee politieke rivalen van Netanyahu, Benny Gantz en Gadi Eisenkot die toen de oorlog gestart was na 7 oktober 2023 in een “nationale eenheidsregering” wipten. Daarnaast maken de militairen er geen geheim van hoe ontevreden ze zijn over de politieke besluiteloosheid. Die heeft immers tot gevolg dat het leger niet weet waar het naartoe aan het vechten is.
Dit is nooit gezien, of ongeveer, in Israël in een oorlogssituatie. Dat leden van zowel het militaire en intelligence-establishment als in de regering met hun twijfels en onenigheden over de oorlog naar de media stappen. Gadi Eisenkot, voormalig chef staf, beschuldigde Netanyahu op TV ervan dat hij het Israëlische publiek bedriegt met zijn optimistische uitspraken over de oorlog, en sprak meteen de beweringen van Gallant en Netanyahu tegen, dat alleen militair geweld en grond-offensief de gijzelaars kan bevrijden. Dat kan, zei hij, alleen door een onderhandeld akkoord.
“Daarbij,” zei Eisenkot, “moet het einde van de militaire campagne uitkomen op een politiek luik. Gebrek daaraan kan de militaire successen in de weg staan.”
Het is waar dat het niet goed gaat met de oorlog: hij duurt te lang, roept teveel internationale weerzin indien nog niet vijandigheid op door zijn overdreven catastrofale aantallen burgerslachtoffers (al meer dan 26.000), en hij eist teveel verliezen aan Israëlische militairen. Nu reeds 200. En niemand weet hoe het daarna moet. Bibi Netanyahu zweert bij zijn overtuiging dat over Gaza niet kan verhandeld worden met de Palestijnse Autoriteit — en eigenlijk met geen enkele Palestijn –, en hoewel Israëli’s, afgezien van de geheime politie Shabak, vaak niet veel noties hebben van wat in de door hen bezette gebieden omgaat, lijkt de meerderheid van het militaire en politieke establishment toch in te zien dat zonder die P.A. niet veel mogelijk zal zijn.
Er wordt wel gezegd dat Netanyahu al die beslissingen voor zich uit blijft schuiven, en de oorlog op de lange baan stuurt als de beste manier om zelf aan de macht te blijven. Zo lang hij premier is blijft hij immuun voor gerechtelijke vervolging — eens premier af dreigt hij ingehaald te worden door de reeks processen voor onder meer corruptie die hem achtervolgen.
De vraag is nu hoe lang deze wankele regering, eigenlijk enkel nog gedragen door de oorlog, nog aan de macht kan blijven in Israël.
Het lot van de gijzelaars
Het is onduidelijk hoeveel Israëli’s Hamas nog als gijzelaars vasthoudt. Van de 136 zouden er misschien twintig dood zijn, sommigen door acties van het Israëlische leger zelf. Sinds de partiële gevangenenruil in november, zullen de overblijvers in meerderheid militairen zijn.
Zij zijn meer dan ooit inzet, zij het lang niet de enige, van het dodelijke pokerspel dat aan de gang is. Wat de Israëlische regering met hen wil is niet duidelijk — zie boven. De VS, bij monde van president Biden en zijn secretary of State Anthony Blinken, oefenen grote druk uit op alle partijen — en met name dus ook op Israël — om tot een akkoord te komen waarbij gevangenen — en dus ook de gijzelaars — worden geruild in ruil voor een staakt het vuren, dat een voorlopige pauze kan zijn voor de VS, of dat permanent zou moeten zijn voor de Hamas. Maar intussen gaat de grondoorlog voort in Gaza. De gijzelaars zitten, hoogst waarschijnlijk, verborgen diep in het net van tunnels onder de Strook. De IDF-soldaten vorderen daarin maar moeizaam, terwijl de luchtmacht blijft bombarderen. Snel of traag, het is duidelijk dat de gijzelaars des te langer de gevechten duren, steeds minder overlevingskansen hebben.
In Israël weet natuurlijk ook iedereen dat, en de ontevredenheid groeit bij de families, moeders en partners, zusters en zonen van de gijzelaars, de woede eerder omdat de regering haar prioriteit niet bij de bevrijding van hun verwanten legt, maar bij het “winnen” van haar oorlog, en de vernietiging van Hamas en de Palestijnse aanwezigheid in Gaza. Deze mensen manifesteren. Nog doen zij de regering niet wankelen, maar zij vormen een factor méér.
Want, over die gijzelaars gesproken, met de maanden die voorbij gaan komen er meer en meer vragen boven, met name wat is er precies gebeurd, die 7de oktober? Waarom wordt daar in de Israëlische pers uitgebreid over gediscuteerd, en in de internationale media helemaal niet? Schrijft Jonathan Cook, een onafhankelijke correspondent in Nazareth.
Eigenlijk weet niemand precies wat er echt gebeurd is. Wat wou Hamas eigenlijk bereiken met die gewelddadige inval? De cijfers blijken veranderlijk. Er zijn dodencijfers gelanceerd en daarna gecorrigeerd, en opnieuw; er zijn foto’s en video-opnamen getoond die gedeeltelijk fake waren, er zijn andere beelden nadrukkelijk niét getoond. Geruchten doen de ronde, onder meer over een richtlijn die de IDF hanteert, en ook die 7-de oktober zou toegepast zijn.
De Hannibal richtlijn.
In grote lijnen komt het er op neer dat, als een Israëlische militair bij een treffen gevangen wordt door Hamas of door wie dan ook, alles moet gedaan worden om te beletten dat hij levend meegenomen wordt. De IDF moet dan blijven schieten op vijand, ontvoerders enzovoort, ook als het gevaar bestaat dat hun gevangen collega daardoor gewond of gedood zou worden in plaats van bevrijd. De logica is dat gijzelaars tegen Israël kunnen gebruikt worden (zoals nu dus gebeurt), terwijl Israël voorheen al een zeer hoge prijs heeft moeten betalen (veel belangrijke Palestijnse gevangenen) als losgeld voor één soldaat.
De richtlijn is al jaren oud, en wordt half geheim gehouden wat wil zeggen dat de IDF er niet mee te koop loopt, maar dat wie dat wil, er wel van weet. Sommige bronnen beweren dat ze al jaren in onbruik geraakt is, of dat ze onlangs herroepen werd. Getuigenissen sinds 7 oktober wijzen op het tegendeel.
– Het geval van Ron Sherman, een IDF soldaat die door Hamas op 7 oktober meegenomen werd in een tunnel onder Gaza. Zijn moeder, Mayan Sherman, beschuldigt Israël, de regering en het militair bevel, ervan gifgas in de tunnel te hebben gespoten om de Hamas eruit te jagen of te doden — en zo willens en wetens haar zoon vermoord te hebben.
– Het geval van de kibboets Be’eri , waar een veertigtal Hamas leden de kibboets innamen en gijzelaars namen. Yasmin Porat en Hadas Dagan waren daarbij, vertelden als enige overlevenden
dat de IDF het huis waar 14 Israëli’s vastgehouden werden door Hamas leden, liet beschieten met twee granaten door een inderhaast opgeroepen tank. Brigadegeneraal Barak Hiram zou later inderdaad toegeven dat hij een tank liet vuren op het huis in kwestie, wat 13 Israëli’s samen met de Hamas-leden het leven kostte.
– Het geval van het Nova Rave Festival dat door Hamas aangevallen werd waarbij heel veel slachtoffers vielen. Haaretz vermeldde dat daar als eerste een legerhelikopter verscheen die met raketten het vuur opende en zo veel Israëli’s trof samen met, misschien, Hamas-leden. Zijn er meer helikopters geweest? De IDF, die lange tijd geen pottenkijkers toeliet op het terrein, liet foto’s verspreiden met grote stapels uitgebrande autowrakken erop, die aan Hamas toegeschreven worden. Maar het is duidelijk dat dit niet het werk was van de kalashnikovs van Hamas, maar van iets anders, iets veel krachtiger.
In het dagblad Yedioth Ahronoth schreven Ronen Bergman and Yoav Zitun, twee Israëlische journalisten met connecties in het Militaire en inlichtingen-establishment, dat het militaire opperbevel op 7 oktober ’s middags alle eenheden het bevel gaf “ten allen prijze” te beletten dat Israëlische burgers gevangen werden, zelfs door er op te schieten.
Bergman en Zitun schreven ook dat “een zeventigtal voertuigen” van Palestijnse strijders die terug naar Gaza reden opgeblazen werden door Israëli helikopters, drones of tanks. Veel van die voertuigen bevatten ook Israëlische gevangenen. “Zeker in sommige gevallen werden alle inzittenden gedood.”
– Het geval van de Erez-crossing, de grensovergang. Erez is de officiële en voor velen de enige doorgang van Israël naar Gaza en omgekeerd. De “Erez-crossing” is een bolwerk van draad, beton en elektronica, met de militaire hoofdkwartieren, inlichtingencentra en wat men zich maar indenken kan, die van hieruit de Gaza Strook permanent onder controle houden. De ochtend van die 7de oktober werd dit alles door de uitbrekende Hamas-strijders onder de voet gelopen. De bevelvoerende officier in de bunker, brigadegeneraal Avi Rosenfeld, had even tijd nodig om in te zien dat dit een overmacht was waartegen hij met de middelen die hij had niet opgewassen was. Maar als de Hamas zijn vesting in zou nemen, zou dat strategische gevolgen kunnen hebben, een catastrofe voor de hele IDF. Daarom telefoneerde hij de Kirya in Tel Aviv, het centrale militaire commando, met het verzoek dat de luchtmacht zijn positie in Erez crossing kwam bombarderen. En dus ook hemzelf en zijn collega’s in de bunker. Zo geschiedde.
Aan hoeveel Israëli’s heeft de Hannibal richtlijn die 7de oktober het leven gekost? Het zijn variabele getallen dus, maar desgevraagd zei de doorgaans zeer betrouwbare commentator Richard Silverstein: “Dat weet je niet. Misschien vierhonderd. Misschien meer.”
De Verenigde Naties: Het gerechtshof en de UNWRA.
Dat het Internationaal Gerechtshof in zijn uitspraak over de door Zuid-Afrika ingebrachte genocide aanklacht Israël niet tot een onmiddellijk staakt-het-vuren kon bevelen, is wellicht van minder belang (Israël zou het vuren toch niet gestaakt hebben) dan de aanbeveling aan betrokken landen om het onderzoek in deze genocide kwestie voort te zetten, en het vriendelijke verzoek aan Israël om alles te stoppen en te bestraffen wat in de richting van genocide zou kunnen gaan. Hoe men het in Tel Aviv ook draait of er de spot mee drijft, het is een ernstig precedent.
Neen, het zal de oorlog niet stoppen.
De VN zijn al decennia de pispaal voor Israëlische regeringen en hun propagandamolen. Om de haverklap moet Israël zijn vrienden in Washington ter hulp roepen om het te beschermen tegen onheuse resoluties van de VN-Veiligheidsraad, om van de Algemene Vergadering niet te spreken, die Palestina al als waarnemer opgenomen heeft. En nu dus dat strafhof weer.
Bovendien hebben de VN een afzonderlijk agentschap voor de Palestijnen, het
United Nations Relief and Works Agency for Palestine Refugees in the Near East (UNRWA). Dat is een hulporganisatie voor de Palestijnse vluchtelingen van de Nakba, opgericht in 1949. Die UNWRA is Israël al vele decennia een doorn in het oog, ten dele omdat er voor Israël eigenlijk geen Palestijnse vluchtelingen zouden mogen zijn, ten dele omdat de UNWRA een voor Israël vervelend probleem in leven helpt houden door voor Palestijnen te zorgen die Israël liever zou kwijt zijn.
De UNWRA werkt zo al in Gaza sinds het begin, en is dat sinds het beleg van Gaza begon steeds vollediger gaan doen. Zij zorgen voor scholen, voor de verdeling van voedsel, voor medische hulp en wat dies meer zij. In een bevolking van meer dan twee miljoen opgesloten in een openlucht gevangenis altijd op de rand van de hongersnood, met een ingestorte economie en een algemene werkloosheid, vooral onder jongeren die van kleins af opgegroeid zijn in een concentratiekamp, is dit een heldhaftige onderneming. Israël wil de UNWRA al sinds tientallen jaren afgeschaft dan wel verboden zien.
De UNWRA werkt met een smal kader van internationaal VN-personeel, en rekruteert ter plekke zijn andere medewerkers. Dit zijn bekwame en gescreende mensen, die echter dikwijls zoals de anderen opgegroeid zijn in een concentratiekamp. Wij weten niet wat twaalf onder hen volgens Israël op 7 oktober misdreven hebben — daarvoor heeft Israël de feiten of de bewijzen ervoor niet willen voorleggen — maar men kan zich voorstellen dat er op een bepaald punt rancune en solidariteit kan ontstaan tegen de kampbewakers. Nu eist Israël met luider stemme de ontmanteling van de UNWRA en het ontslag van zijn directeur en nog veel meer. Daarmee moeten de Verenigde Naties — de wereld dus eigenlijk — bestraft worden voor de onbeschaamdheid van hun Internationaal Gerechtshof. Maar in feite zijn het de Palestijnen in Gaza die gestraft worden, want daar vallen de scholen, de voedselbedeling en de gezondheidszorg in duigen.
Nu valt één ding wel op. Terwijl de Westerse vrienden van Israël, de VS en sommige Europese landen, het gerechtshof-verdict zonder veel reactie lieten passeren, ging er geen zucht voorbij na de beschuldigingen van Tel Aviv tegen UNWRA, eer die lieten weten dat ze hun financiële bijdrage aan UNWRA stopzetten of — zoals sommige Europeanen — tijdelijk bevriezen. België niet.
Als nu het met Israël bevriende Westen de oorlog in de Gaza strook en de etnische zuivering daarvan blijft niet alleen toelaten maar ook aanmoedigen, terwijl in Israël zelf hordes Joodse kolonisten reeds plannen maken om de lege Gaza Strook onder elkaar te verdelen, en dit ten aanschouwe van de ganse wereld, wat zal dit dan bijdragen aan de wijze waarop die wereld naar het Westen kijkt? Geopolitiek is in de mode en terecht. De tijd dat Westerlingen zich dat niet hoefden aan te trekken is voorbij. Misschien heeft België daar een wijze beslissing genomen. Une fois n’est pas coutume.