Handelsoorlog met electorale motieven
VS- president Joe Biden verhoogt drastisch de importtarieven op geselecteerde Chinese producten. Op batterijen verhogen ze tot 25 procent, op zonnepanelen verdubbelen ze tot 50 procent, evenals de tarieven op halfgeleiders (microchips). Als kers op de taart verviervoudigen de importtarieven op Chinese elektrische auto’s, tot 100 procent.
Biden ontkent dat deze tarieven iets te maken hebben met de nakende presidentsverkiezingen. Maar in de swing states in het industriële midwesten zullen ze goed ontvangen worden. Hetzelfde geldt voor de verdrievoudiging van de tarieven op staal en aluminium tot 25 procent.
Donald Trump
Biden handhaaft ook de tarieven die zijn voorganger Donald Trump al invoerde op de jaarlijkse import van voor 360 miljard dollar Chinese goederen. Deze tarieven bestrijken een veel breder gamma aan producten: speelgoed, elektronica, huishoudapparaten, meubels,…
Door deze tarieven brak Trump met de handelsrelatie met China zoals die gestalte kreeg na de intrede van China in 2001 in de Wereld Handels Organisatie: de goedkope Chinese arbeid bezorgde Amerikaanse producenten goedkope onderdelen en ondersteunde de koopkracht van de Amerikaanse consumenten zonder dat de lonen daar moesten stijgen. Een onbedoeld gevolg was dat dit China de ruimte gaf uit te groeien tot een geduchte rivaal. Trump wilde met zijn tarieven de Chinezen dwingen tot meer evenwicht in de handel, maar dat lukte niet.
De extra tarieven die Biden nu invoert bestrijken een beperkt aantal producten, jaarlijks goed voor 18 miljard dollar Chinese import. Maar ze passen naadloos bij de enorme subsidies van Biden voor de betrokken sectoren in de VS, en allerlei handelsrestricties om de potentiële ontwikkeling van China te fnuiken. Het gaat dan ook om sectoren die erg belangrijk worden in de interimperialistische concurrentie de komende jaren, zoals groene technologieën en kunstmatige intelligentie. Biden overweegt ook tarieven voor medische producten zoals mondmaskers en chirurgische handschoenen, om tijdens de volgende pandemie niet meer afhankelijk te zijn van Chinese import.
Europese Unie
De nieuwe tarieven zullen in de onmiddellijke toekomst voor de VS niet veel gevolgen hebben. China exporteert momenteel naar de VS bijvoorbeeld nauwelijks elektrische auto’s. Het gaat meer om te toekomst.
Maar een gevolg zou wel eens kunnen zijn dat de Chinese exportmachine meer gaat focussen op de Europese markt. Daar zit de Europese Commissie niet op te wachten. De kans neemt daarom toe dat ook de EU met nieuwe tarieven komt. Dit maakt weliswaar de rekening niet van Duitsland dat vreest in eigen voet te schieten wegens zijn grote belangen in China. Maar over handel beslist de Europese Commissie in principe soeverein, in dit geval aangemoedigd door Frankrijk.
De Franse president Emmanuel Macron heeft dit vast ter sprake gebracht tijdens het recente bezoek aan Parijs van de Chinese president Xi Jinping. Maar die gaf geen krimp. Integendeel, na Parijs trok Xi naar Servië en als afsluiter naar het Hongarije van Victor Orban. Daar bezegelde hij de samenwerking met Orban die hij als voorbeeld stelde voor de rest van de EU, en alvast blij maakte met een fabriek in Hongarije voor elektrische auto’s van de Chinese kampioen BYD. Zo maakte Xi duidelijk waar de EU staat in de wereldwijde pikorde. Niet voor niets maakt China een derde van de wereldwijde industriële productie, en is het nu al de grootste exporteur van auto’s. De EU moet dus niet te hoog van de toren blazen. Tegelijk blijft Xi omzichtig, want voor haar stabiliteit blijft het Chinese regime afhankelijk van de Amerikaanse en Europese markten.
Willens nillens moet de EU zich neerleggen bij het instorten van de vrije wereldhandel. Het wordt verplicht zich aan te s luiten bij de handelsoorlogen van de VS, ook al omdat het voor de verdediging van Oekraïne niet kan zonder de VS. Vooralsnog voelt Xi zich niet geroepen de EU enige soelaas te bieden door Rusland in Oekraïne wat in te tomen. Pas na de Europese en Amerikaanse verkiezingen wordt Oekraïne misschien uitgeruild voor nieuwe economische compromissen, als opstapje naar de volgende confrontatie. Die beslissing valt in Washington, niet in Brussel.