Jeni’ (Nieuw) Azerbeidzjan, de partij van president Ilham Alijev, kan blijven regeren zonder concurrentie. Naast haar 72 zetels zijn er nog wel andere lijsten die de 125 zetels van het parlement volmaken, maar dat zijn bevriende partijen. Opposanten die, zoals talrijke internationale waarnemers, vragen stellen bij het verloop van de verkiezingen en bij de tellingen, worden opgepakt. Sommige worden na enkele uren vrijgelaten, maar dan wel op 300 km van hun woning. Als “illiberale democraat” kan Alijev in het Westen op veel begrip rekenen – hij heeft dat “begrip” deels gekocht.
Familie
Sinds hij in 2003 zijn vader Geidar Alijev opvolgde, voert Ilham Alijev eenzelfde autoritair beleid. Media die repressie en corruptie aan de kaak stellen, wordt het zwijgen opgelegd. Onder de tientallen politieke gevangen zijn verscheidene journalisten, meestal veroordeeld voor drugsmisdrijven of iets dergelijk.
Een van hen is Chadija Ismajilova, een journaliste die in 2015 veroordeeld werd voor fraude en belastingontduiking nadat ze had blootgelegd hoe de familie Alijev via ingewikkelde constructies geld versluisde naar o.m. Panama en de Britse Maagdeneilanden. Ze werd na internationaal protest na enkele maanden voorwaardelijk vrijgelaten.
Sinds Azerbeidzjan door de implosie van de Sovjet-Unie in 1990 weer (er was ook al een onafhankelijke republiek van 1918 tot 1923) onafhankelijk werd, regeert de familie Alijev zonder competitie. Geidar Alijev was in de Sovjetperiode onder meer chef van de KGB (geheime politie) in Azerbeidzjan en lid van het Politburo van de Communistische Partij van de Sovjet-Unie. Een zeer hooggeplaatste bureaucraat dus.
Zoals zoveel van zijn collega’s profiteerde hij na de Sovjet-implosie volop van de nieuwe mogelijkheden. Tot 1990 hadden die bureaucraten privileges, nu werd ineens veel meer mogelijk. Zeker in Azerbeidzjan met zijn grote olie- en gasvelden in zijn deel van de Kaspische Zee.
Olie, gas
Moskou rekende op de trouw van deze oude vriend. De olie ging via een pijpleiding van de Kaspische Zee naar de Russische haven Novorossiisk. Tot Alijev in 1994 een contract sloot met een Westers consortium dat voorzag in een pijpleiding via Georgië naar de Turkse haven Ceyhan. De Russische president Boris Jeltsin schoot wakker. Die pijpleiding naar Novorossiisk liep door het opstandige Tsjetsjenië dat toen virtueel afgescheiden was, Jeltsin vond dat hij die volledig onder controle moest hebben en startte een zeer zwaar militair offensief met massale bombardementen en tienduizenden burgerdoden. Desondanks werd Jeltsins Rusland toen opgenomen in de Raad van Europa, een instantie die zegt te waken over mensenrechten.
Sinds dat akkoord van 1994 staat de familie Alijev op een goed blaadje in het Westen. Die familie, dat is o.a. Mehriban Alijeva, de echtgenote die nu ook vice-president van het land is. Dat zijn twee dochters en een zoon, dat is een zus. De familie zit verspreid over de hoge posten van staat, olie- en gasbedrijven.
Dat zijn geen peanuts, het gaat om zeer gegeerde rijke olie- en gasvelden. Op 30 november vorig jaar openden de Turkse president Erdogan en Alijev de TANAP, de Trans-Anatolische gaspijpleiding die vanuit Azerbeidzjan dwars door Turkije gas aanlevert voor Griekenland, Albanië en Italië – waar het later zal aansluiten op de Trans-Adriatische pijpleiding. Die aanleg gebeurde met kredieten van de Europese Investeringsbank, met als argument dat West-Europa zo minder afhankelijk wordt van gasleveringen uit Rusland. Met dat argument worden de klachten over repressie weggewuifd.
Turkse vriend
Niet alleen gas brengt Erdogan en Alijev samen. Er is ook het Pan-Turkse nationalisme, Erdogans Ottomaanse droom behelst ook de verwante Azeri’s, meer dan 90 % van de 9,5 miljoen Azerbeidzjani. Ze delen, dezelfde historische haat tegen de Armeniërs.
Enkele Azerbeidzjaanse oppositiepartijen zijn in hetzelfde bedje ziek. Musavat, de oudste partij van het land, is wel toegetreden tot de Europese Liberalen, maar dat leidde in die partij tot zware discussies en scheuringen van degenen die zegden dat ze als Turkse nationalisten niets te zien hebben met Europese liberalen.
Armenië en Azerbeidzjan zijn technisch nog altijd in oorlog met elkaar, nu al meer dan 25 jaar. Dat draait o.m. rond de regio Opper-Karabach dat in de Sovjettijd bij Azerbeidzjan was ingedeeld maar een overwegend Armeense bevolking heeft. Armenië veroverde dat gebied en ook nog Azerbeidzjaans gebied daar rond. Bemiddeling heeft niets uitgehaald, af en toe is het conflict zelfs even ontvlamd.
Corruptie
Maar dat voorlopig bevroren conflict laat de meeste Azerbeidzjani koud. De kritiek gaat vooral over nepotisme, censuur, repressie en vooral corruptie, tot ver over de grenzen. In de corruptieschandalen in Malta, die spectaculair in het nieuws kwamen met de moord in oktober 2017 op de journaliste Daphne Caruana Galizia – was er ook een Azerbeidzjaans luik.
Azerbeidzjaanse zakenlui bleken nauwe banden te hebben met Maltese witwassers. Een bedrijf van Yorgen Fenech, de hoofdverdachte van de moord, is jarenlang gebruikt om ontvreemde fondsen van het staatsbedrijf Socar naar Panama te versluizen. Ze maakten ook gebruik van Malta’s ‘openheid’ om tegen een goede prijs een Maltees paspoort te kopen en zo toegang te hebben tot de Schengenzone.
Kaviaar
Alijev en co gebruiken hun centen ook om goodwill te kopen. Het viel op hoe Azerbeidzjan er jarenlang in slaagde rapporten over schending van rechten en vrijheden in het Parlement van de Raad van Europa te doen verwerpen.
Dat lag aan de “kaviaardiplomatie”, een mooie naam voor het omkopen van invloedrijke figuren. Zoals de voorzitter van dat parlement, Luca Volonte, die rond 2 miljoen euro kreeg voor zijn goodwill. Er waren ook goede banden met Rachida Dati, vertrouwelinge van de Franse ex-president Sarkozy en nu kandidaat-burgemeester van rechts in Parijs.
Alijev is ook zeer gul voor politici en zakenlui uit de VS. En bovendien is zijn gas een alternatief voor Russisch gas, zo wat deert het dat er wat geknoeid werd met het tellen van stemmen. Dat ge beurt in de VS toch ook?
Olie en vooral gas en wat smeergeld, daarmee kan Alijev nog lang blijven rekenen op internationale goodwill.