De voorspelde overwinning van Bernie Sanders wordt bevestigd door de uitslag in New Hampshire. Pete Buttigieg klampt aan. Verrassing is Amy Klobuchar die opnieuw derde wordt voor Elisabeth Warren en Joe Biden, die allebei onder de voorspelde verwachtingen blijven scoren. De mainstream media wijden al hun aandacht aan de tweede en de derde in de race. Sanders gaat onverminderd door.
De manier waarop de mainstream media in de VS de overwinning van Bernie Sanders in New Hampshire weergeven – of eerder, minimaliseren of negeren – ligt volledig in lijn met de berichtgeving in de weken ervoor en voorspelt niet veel beters voor de komende maanden. Een overzicht.
New Hampshire is een van de zes staten aan de noordoostelijke Atlantische kust naast Connecticut, Maine, Massachusetts, Rhode Island en Vermont (de thuisstaat van Bernie Sanders) die samen New England worden genoemd. Het zijn de eerste Britse kolonies (behalve Vermont, dat oorspronkelijk een Franse kolonie was, vermont = groene berg).
Binnen de VS hebben deze zes staten een wat aparte, specifieke culturele en politieke identiteit. Naar VS-normen zien dorpen en steden er zeer ‘Europees’ uit. Het is ook hier dat de meeste ‘oude’ gebouwen in de VS zich bevinden. Alle zes samen vertegenwoordigen ze echter slechts 14 miljoen staatsburgers.
New Hampshire omvat 24.000 km2 (België 30.000) met slechts 1,3 miljoen inwoners, waarvan 94 procent wit, 2 procent Asian en 1 procent African-American. De staat levert 23 delegates voor de Democratische Conventie van 13-16 juli 2020 in Milwaukee, Wisconsin.
Het is de staat die traditioneel altijd de eerste voorverkiezing (primary) houdt. De eerste, want in Iowa ging een caucus door (voor het verschil tussen een caucus en een primary, zie Pete Buttigieg doet een ‘Trump’: ‘winnen’ met minder stemmen dan Bernie Sanders). Bij deze primary ging de stemmentelling veel eenvoudiger en sneller dan bij de caucus in Iowa. Bernie Sanders behaalde 25,9 procent van de uitgebrachte stemmen, goed voor 9 delegates. Pete Buttigieg behaalt er eveneens 9 met 24,4 procent. De tot voor kort onbekende Amy Klobuchar doet het net als in Iowa verrassend goed met 19,8 procent van de stemmen en behaalt daarmee de 6 overige delegates voor de conventie. Voor Elizabeth Warren (9,2 procent) en Joe Biden (8,4 procent) werd het een afgang, ze behalen geen enkele delegate.
In het totaal van alle voorverkiezingen wegen beide staten dus bijzonder licht. California, de qua bevolking grootste deelstaat met 39,5 miljoen inwoners, levert 416 delegates, bij de voorverkiezing op 3 maart 2020. Op diezelfde Super Tuesday gaan er op één dag 14 voorverkiezingen door en is de strijd zo goed als gestreden, tenzij twee kandidaten nog steeds dicht bij elkaar liggen. Iowa en New Hampshire zijn alleen ‘belangrijk’ omdat ze de eersten zijn en de toon zetten. Een garantie voor de eindoverwinning zijn ze niet.
Reclame op tv werkt, toch volgens tv-commentatoren …
Het ziet er naar uit dat Bernie Sanders bij alle komende voorverkiezingen (en caucussen) goed gaat blijven scoren, maar of hij de meerderheid behaalt van alle delegates voor de conventie is twijfelachtig. Zijn kansen nemen wel toe naargelang minder succesvolle kandidaten afhaken, wat vrij snel kan gaan in de komende weken. In New Hampshire haken alvast Andrew Yang (2,8 procent) en Michael Bennet (0,33 procent) af.
Multimiljonair Michael Bloomberg deed nog niet mee in New Hampshire en Iowa. Hij zet een verpletterend bedrag van 200 miljoen dollar van zijn eigen fortuin in voor massale tv-advertenties, die hem volgens peilingen 15 procent van de stemmen van alle Amerikaanse kiezers zou opbrengen.
Hoewel hij nog geen enkel concreet resultaat heeft behaald, mag hij binnenkort wel deelnemen aan de tv-debatten van de overblijvende Democratische kandidaten, dankzij het recent gewijzigde interne reglement van de Democratische Partij dat donors aan de partij boven een bepaald bedrag toelaat, zelfs als ze verder nog niets bewezen hebben.
Mainstream-commentatoren halen Bloomberg aan om te stellen dat reclame op de media (die hun eigen werkgevers zijn) zou werken, maar vergeten daarbij Tom Steyer te vermelden. Multimiljonair Steyer zette 157 miljoen dollar van zijn fortuin in, wat hem in Iowa een povere 0,3 procent opbracht. In New Hampshire deed hij zowaar tien keer beter met 3,6 procent. Bloomberg is een nationaal bekend figuur, onder meer als voormalig burgemeester van New York City (2002-2013) terwijl Steyer buiten de bankwereld een nobele onbekende is.
Géén traditionele donors voor Sanders
Zonder deze twee miljonairs zou Bernie Sanders de kandidaat zijn met de grootste steuncampagne. Hij heeft reeds 34,6 miljoen dollar weten te verzamelen. Hij onderscheidt zich echter volledig van alle andere kandidaten omdat zijn campagne enkel steunbedragen van gemiddeld 18 dollar van gewone Amerikanen verzamelt.
De andere kandidaten, Pete Buttigieg met 25,2 miljoen dollar op kop, aanvaarden daarentegen wel geld van de klassieke donoren uit de bedrijfssector, de farma-industrie, de verzekeringssector, de privé-bedrijven voor gezondheidszorg, energiebedrijven en banken.
Sanders laat niet na dat bij elk debat te benadrukken, waarmee hij telkens twee van de grote politieke taboes van de traditionele Amerikaanse politieke cultuur doorbreekt: het belang van de aard van de donors voor het politieke profiel van de kandidaten én het belang van politieke advertenties als bron van inkomsten voor de media.
Framing en negatieve commentaren
De negatieve berichtgeving over Bernie Sanders gaat ondertussen door. Het persagentschap Reuters begint met zijn eerste bericht over de resultaten in New Hampshire: “Pete Buttigieg eindigt tweede in New Hampshire primary, Amy Klobuchar derde.” Sanders? The Washington Post titelt: “Sanders leidt amper (‘barely‘) voor Buttigieg, terwijl Klobuchar vooruitgang boekt”. Het zijn slechts enkele voorbeelden. De teneur is overal dezelfde. Er is geen sprake van redactionele toevalligheden, want telkens is de negatieve kadering voor Sanders bestemd.
De openbare zender NPR (zwaar ondergefinancierd door de overheid en helemaal afhankelijk van commerciële inkomsten) heeft alleen aandacht voor Amy Klobuchar. Howard Dean, voormalig topman van het partijestablishment, zegt: “Amy Klobuchar heeft zonet het establishment geschokt” … over een kandidaat die zich ideologisch pal in het midden van dat establishment bevindt.
Deze negatieve teneur werd ook nu weer ongenuanceerd door de buitenlandse mainstream media overgenomen. Openbare zender VRT (radio) had het in de ochtendberichten voortdurend over een ‘nipte’ overwinning (1,4 procent) (1) voor Sanders. De veel niptere overwinning van Buttigieg in Iowa (0,1 procent) (2) werd nooit als dusdanig voorgesteld.
Miljardair Lloyd Blankfein is een graag geziene gast in panels over de voorverkiezingen. Hij werd multimiljardair in 2008 toen investeringsbank Goldman Sachs met hem als CEO failliet ging en werd gered met een infusie van 824 miljard dollar belastinggeld. De schatkist betaalde daarenboven in plaats van de bank 8,5 miljard dollar boetes voor de massale fraude van zijn bank met hypotheken.
Hij mag regelmatig commentaar geven in de media op de ‘verspillingen’ in de sociale zekerheid en de openbare ziekteverzekeringen Medicare (voor 65-plussers) en Medicaid (voor minderjarigen). Zijn tweet na de overwinning van Bernie Sanders zet de toon: “Als de Democraten doorgaan met Sanders te nomineren, zullen de Russen moeten heroverwegen met wie samen te werken om het best de VS te verknoeien. Sanders is even polariserend als Trump EN hij zal onze economie ruïneren en heeft niets over voor onze militairen. Als ik Rus was, zou ik deze keer voor Sanders gaan.” Zo denken deze heren van stand over een politicus met een gematigd centrumlinks programma, die zelfs op de Belgische openbare zender VRT als ‘extreem-links’ wordt weergegeven.
‘Onbetaalbare’ voorstellen
Zijn tegenstanders blijven op de bekende nagels kloppen, te oud, socialist, onverkiesbaar, net als in 2016. Er komt nu nog een argument bij. Hij zou nu veel slechter scoren dan in 2016, toen hij in New Hampshire meer dan 50 procent behaalde. Daarbij vermelden deze commentatoren niet dat ze vier jaar geleden slechts met twee waren (naast Hillary Clinton) (3). Bovendien dingen nu ook kandidaten mee met een gelijkaardig progressief profiel.
Hoe accuraat de vergelijking met die ‘progressieve’ kandidaten is, vergt meer gedetailleerde analyse. In ieder geval mag je er van uitgaan dat het grootste deel van de kiezers voor Elizabeth Warren (met een opnieuw teleurstellende score van 9,3 procent in New Hampshire), Tulsi Gabbard (3,3 procent) en Andrew Yang (2,8 procent) Bernie Sanders als tweede keuze hebben. Hun uitslag zou Sanders op 41,3 procent brengen.
Hoe kiezers voor Joe Biden en de andere overblijvende kandidaten zouden stemmen voor een andere kandidaat is onzeker. Buttigieg en Klobuchar staan net als Biden voor een terugkeer naar de Obama-tijd voor Trump, toen alles blijkbaar OK was. Hoe hun kiezers die tweede keuze bepalen, is onvoorspelbaar, maar zelfs als slechts een klein deel van hen dat doet, lonkt Sanders naar de 50 procent, tegen eender welke traditionele Democraat.
Sanders versus de media en de partijtop
Sanders blijft goed scoren tegen deze Corbyneske media-bashing in, dankzij een uitstekend georganiseerd campagneteam (dat zijn lessen heeft geleerd uit 2016) dat zeer goed de eigen berichtgeving weet te verspreiden op de sociale media, maar vooral dankzij de tienduizenden vrijwilligers die van deur tot deur canvassen in heel het land.
Sanders scoort bovendien veel beter bij African-Americans, Latino’s en Native Americans dan vier jaar geleden (terwijl mediacommentatoren het tegendeel blijven beweren). Hij zal zonder de minste twijfel de meeste delegates behalen van alle overblijvende kandidaten. (Kandidaten die opgeven kunnen hun verworven delegates oproepen voor een andere kandidaat van hun keuze te kiezen op de conventie, maar die zijn daar niet toe verplicht.)
Alles zal er van afhangen hoe groot dat verschil is, maar zelfs in het meest gunstige geval voor Sanders, met één andere overblijvende kandidaat tegenover hem en meer dan de helft van de verworven delegates achter zijn naam, kan hij alsnog de nominatie verliezen. Op de partijconventie zijn immers niet alleen de tijdens de voorverkiezingen verworven delegates stemgerechtigd.
Een zelf verworven meerderheid volstaat niet
Tijdens de Democratische voorverkiezingen worden 4.051 ‘pledged’ delegates (toegezegde) verkozen, de helft plus één daarvan is 2026. Er nemen echter ook 714 ‘unpledged’ delegates deel aan de conventie mét stemrecht, de zogenaamde ‘superdelegates‘: de verkozen leden van het federale Huis van Afgevaardigden en de federale Senaat, voormalige presidenten, gouverneurs en leden van het nationaal partijbestuur (Democratic National Committee – DNC) en van de partijbesturen in de deelstaten. Het totaal aantal stemgerechtigde delegates op de partijconventie is dus 4.765, de helft plus één daarvan is 2.383.
De leden van het nationale partijbestuur worden benoemd door partijvoorzitter Tom Perez. Die heeft de voorbije twee jaar het DNC volledig gevuld met aanhangers van Clinton (Bill en Hillary) en Obama. Er zit geen enkel lid bij die van ver enige sympathie koestert voor Sanders en zijn politieke programma.
Haalt Sanders nipt 2.026 pledged delegates tijdens de voorverkiezingen, dan moet hij nog 357 van de 714 superdelegates achter zich krijgen, een onmogelijke opdracht. Om direct na de voorverkiezingen zeker te zijn van de nominatie moet hij met andere woorden die 2.376 vereiste delegates behalen uitsluitend met de pledged delegates van de voorverkiezingen, wat neerkomt op 58,65 procent van de tijdens de Democratische voorverkiezingen uitgebrachte stemmen.
Geen vroege superdelegates zoals in 2016
In 2016 doorbrak de Democratische Partij de traditie om de superdelegates pas op de partijconventie te laten beslissen voor wie ze zouden stemmen. Superdelegates werden ditmaal bij elke voorverkiezing telkens onmiddellijk bij het resultaat van Hillary Clinton opgeteld, waarbij ze meermaals een ‘overwinning’ kon claimen met minder stemmen en minder pledged delegates dan Sanders. Dat perceptiebedrog werd door de media steeds ongenuanceerd weergegeven.
In 2020 is hier geen sprake van. De superdelegates van Iowa en New Hampshire weten nog niet wie de traditionele winnaar van hun keuze gaat worden, in ieder geval niet Sanders. De vraag voor hen is, wie dan wel? Biden lijkt reeds een hopeloze zaak. Buttigieg? Warren? Klobuchar?
Liever verliezen van Trump dan winnen met Sanders
Het is hier al eerder gezegd, de top van de Democratische partij en de meeste federale verkozenen zullen er alles aan doen om het niet zover te laten komen. Daarvoor kunnen ze rekenen op de steun van de mainstream media en commentatoren. Vaste prik is steeds weer dat Sanders met zijn plannen voor openbare gezondheidszorg de belastingen voor de gewone Amerikaan in de hoogte zou drijven.
De privé-gezondheidszorg in de VS is de duurste ter wereld, maar dat komt niet aan bod. Debatten en panels worden tevens onderbroken door advertenties van de privé-ziekteverzekeraars die de meest grove leugens en verdraaiingen verkondigen over Sanders’ plannen.
Het kan als buitenstaander bizar lijken dat een partij de best geplaatste kandidaat om Trump te verslaan in een tweestrijd saboteert en ondermijnt. Men mag echter niet uit het oog verliezen dat vier jaar meer Trump voor de meeste Democratische partijbonzen persoonlijk niet zo erg is.
Ze behoren allen tot de hogere klassen qua inkomensniveau. Bovendien komen hun machtsposities als gouverneurs en senatoren in hun eigen deelstaat niet in gevaar met Trump in het Witte Huis (de macht van de federale president van de VS in het politieke reilen en zeilen van de deelstaten is zeer beperkt, een aspect van het politieke systeem van de VS dat in het buitenland zwaar wordt onderschat).
Bovendien hebben de meeste parlementsleden in de VS persoonlijk veel te verliezen bij het voorbeeld van een Sanders-overwinning. Alexandria Ocasio-Cortez (AOC), Ilhan Omar, Rachida Tlaib zijn allen verkozen vanuit een underdogpositie tegen een zetelend Democraat, zij wonnen niet tegen Republikeinen. Meerdere anderen hebben het in 2018 soms zeer nipt niet gehaald tegen het partij-establishment.
Tijdens de vierjaarlijkse presidentsverkiezingen worden ook alle leden van het Huis van Afgevaardigden (om de twee jaar) herverkozen en één derde van alle senatoren (die zes jaar zetelen en waarvan om de twee jaar één derde opnieuw verkozen wordt).
Een tweestrijd Sanders-Trump gaat nog veel meer AOC’s inspireren om tegen het zetelende parlementslid van het partij-establishment in te gaan. Bovendien, met Sanders in het Witte Huis gaan twee jaar later bij de verkiezingen van het Huis tientallen kandidaten zich gemotiveerd voelen om eveneens tegen de traditionele partijbonzen in te gaan met een progressieve kandidatuur.
Bernie Sanders weet als geen ander dat hij niet op de media of de partijtop moet rekenen voor een faire verkiezingsstrijd. Hij houdt echter vol met één sterke troef, een volksbeweging waar hij vier jaar aan heeft gewerkt en die ook na de verkiezingen onverminderd zal doorgaan. Het kan wel degelijk lukken.
Notes:
(1) Sanders behaalde 3855 stemmen meer dan Buttigieg
(2) Dit is het verschil in ‘delegate equivalenten’, niet in stemmenaantal, Bernie Sanders behaalde 2400 stemmen meer dan Buttigieg in Iowa. Zie Pete Buttigieg doet een ‘Trump’:,’winnen’ met minder stemmen dan Sanders.
(3) Martin O’Malley, gouverneur van Maryland, deed ook nog mee maar haalde niet eens één procent en gaf vrij snel na New Hampshire op.