Een kwarteeuw geleden, begin 1994, werd de voetbalkreet ‘Forza Italia’ een partij, opgericht door de rijke zakenman Silvio Berlusconi. Eerste oogmerk: uit handen van de justitie blijven. En dat lukte wonderwel, want Forza Italia won samen met de neofascisten en de Lega Nord de verkiezingen en zette de justitie buitenspel. Berlusconi zou met tussenpozen ca tien jaar premier van Italië worden.
Maar de kleine partner, de vroegere Lega Nord, klopte Forza bij de parlementsverkiezingen vorig jaar glansrijk. Lega 17 %, Forza 14 %. En het bleef daar niet bij: Euroverkiezingen in mei, Lega 34, Forza 8.8, de Lega vier keer groter. En nu belangrijkste regeringspartij. Met Berlusconi en wat rest van Forza die er wezenloos naar staren.
Weglopers
De rest van Forza, dat wordt steeds kleiner. We stoppen ermee, zegt Berlusconi, 81, we gaan centrum-rechts herbouwen in een ’Altra Italia, het andere Italië. Maar de ene na de andere vertrouweling verlaat het zinkende schip. Deze week zijn enkele kopstukken, onder wie Giovanni Toti gouverneur van Ligurië, opgestapt. Er is behalve Berlusconi zelf, geen partijleiding meer, alleen nog de chaos.
Matteo Salvini, de Lega-aanvoerder en vice-premier, kan de rest van de kiezers zó binnendoen. Peilingen geven zijn Lega nu al tot 38 %. Nog een heel klein duwtje en hij kan verkiezingen uitlokken om nadien alleen te regeren. Zonder die lastpakken van M5S, de Vijfsterrenbeweging, met wie het dagelijks tot een crisis komt. Salvini kan gewoon een verkiezingsdatum aanklikken.
Berlusconi doorbrak eind 1993 het cordon sanitaire toen hij opriep om voor de neofascist Gianfarnco Fini te kiezen als burgemeester van Rome. Hij haalde uiterst-rechts in de regering. Vandaag peuzelt uiterst-rechts zijn restjes op. Berlusconi zelf zit nog wel in het Europarlement, in de EVP-fractie waar wijlen Wilfried Martens hem binnenloodste.