De betoging van de vakbond CGIL op 23 maart is uitgegroeid tot een van de grootste manifestaties van de voorbije vijftig jaar. Na bijna een jaar van verslagenheid, blijkt de wil om te reageren tegen het autoritair beleid van Silvio Berlusconi, aanvoerder van een coalitie van rechts en extreem-rechts, veel groter dan de leiders van centrum-links hadden gedacht.
De leiders van de «Ulivo» zijn geschrokken van de massale deelname aan alle protestacties van de jongste weken tegen een regering waarin de ‘postfascisten’ van de Nationale Alliantie (AN) nog de meest gematigden zijn.
Berlusconi’s coalitie leek enkele weken geleden nog onaantastbaar. Ze had het aanvankelijk wat moeilijk gehad om bij de partners van de Europese Unie (EU) te worden aanvaard. Ze lag bij voorbeeld nogal dwars om tot een EU-uitleveringsakkoord te komen. Maar de Belgische premier Guy Verhofstadt was al erg tevreden dat hij met een "compromis", waarbij Rome alles op de lange baan schuift, het gezicht kon redden. Berlusconi deed ook zijn kandidaat Gianfranco Fini, chef van AN, in de leiding van de Europese Conventie aanvaarden. En half februari sloot de Britse premier Tony Blair een akkoord met hem om in de EU een personeelsbeleid te voeren dat nog meer afgestemd is op de belangen van het patronaat. Binnen de EU is er nu een machtige rechtse as Aznar-Berlusconi-Blair.
In eigen land had Berlusconi van de oppositie niet veel te vrezen. De Ulivo maakte vooral onderling ruzie om het leiderschap. De Ulivo bestaat uit een allegaartje van centrumpartijen gegroepeerd in de Margherita en geleid door Francesco Rutelli en uit de Linkse Democraten (DS) die onlangs nog wat meer naar rechts opschoven met de verkiezing van Piero Fassino tot partijleider. De groenen (Verdi) en de kleine communistische PcdI zijn machteloos toekijkende partners, terwijl Rifondazione Comunista van Fausto Bertinotti zich intussen tracht op te trekken aan de brede bewegingen tegen de kapitalistische mondialisering die vorig jaar in Genua hun mobilisatiekracht toonden.
Verdorde Ulivo
Berlusconi’s coalitie, de ‘Casa delle libertà’ (Huis van de v rijheden), kwam aan de macht na de parlementsverkiezingen van 13 mei vorig jaar. De overwinning was verwacht, de uittredende centrum-linkse regeringscoalitie was compleet uitgeblust naar de verkiezingen getrokken. Ze had vijf jaar geregeerd, met drie premiers – Romano Prodi, Massimo D’Alema en Giuliano Amato. Respectievelijk gewezen christen-democraat, gewezen communist en gewezen socialist. Hun grootste prestatie bestond erin dat Italië ook de euro mocht gebruiken, een bewijs van ‘normaliteit’.
Vijf jaar lang hadden ze Berlusconi gespaard. Vijf jaar volstond niet om een wet te maken die al te grote belangenvermenging moest voorkomen in geval een grote kapitalist weer premier zou worden. Vanaf 1994 is daar nochtans sprake van. D’Alema had als premier gehoopt dat hij een grote plaats in de geschiedenisboeken zou krijgen door met Berlusconi samen te werken aan een grondwetsherziening. Berlusconi hield hem lang aan het lijntje, waarvoor hij en zijn omgeving in ruil werden gespaard, maar vernederde D’Alema tenslotte door hem wandelen te sturen.
De leiders van de Ulivo trokken daar na de nederlaag van 13 mei geen conclusies uit. Luciano Violante, gewezen Kamervoorzitter en kopstuk van de DS, vond het onlangs nog nodig om in een "gebaar van goede wil" vergoelijkend te spreken over de ‘ragazzi van Saló’ – Saló zijnde het regime dat de aanhang van Mussolini er naar het einde van de Tweede Wereldoorlog onder bescherming van de Duitse troepen installeerde.
Het was filmregisseur Nanni Moretti die op 2 februari tijdens een meeting op de Romeinse Piazza Navona de kat de bel aanbond. Vanop het podium verweet hij de leiders van de Ulivo niet naar de basis te luisteren en zich alleen bezig te houden met belachelijke machtsspelletjes. Die leiders waren onthutst en verbolgen, maar de achterban reageerde enthousiast. Dat is wat zovelen dachten, het was ook de reden waarom veel kiezers op 13 mei waren thuisgebleven.
Sinds februari groeit nu het verzet tegen een regering met zeer sterke autoritaire trekken. In veel opzichten herinnert haar beleid aan dat van de eerste regering Berlusconi die in 1994 zeven maanden regeerde. De allereerste prioriteit van de premier was toen de controle verwerven over de overheidszender Rai met haar drie nationale netwerken – evenveel als zijn eigen Mediaset er heeft. Dat gebeurde toen met de aanwijzing van een nieuwe bestuursraad. Tweede prioriteit was toen amnestie voor alle politici, ambtenaren en zakenlui die in het kader van de operatie ‘Mani pulite’ (Schone handen) van corruptie waren beschuldigd. De verontwaardiging was groot, maar in één dag waren alle verdachten die in de cel zaten, op vrije voeten. Derde prioriteit was een pensioenhervorming, toen het werk van minister van de schatkist Lamberto Dini – die nu in de Margherita zit. Dat lukte niet, want miljoenen arbeiders kwamen toen op straat, vaak tegen de vakbondsleidingen in. Na zeven maanden gaf de regering Berlusconi I de geest toen de Lega Nord van Umberto Bossi de coalitie verliet.
Hysterie en verzet
Berlusconi regeert nu met dezelfde partners. De Rai is alweer onder controle gebracht, zodat de baas van Mediaset nu ook de overheidszender naar zijn hand kan zetten – en dat ook doet.
Er zijn nog allerlei aanklachten tegen hem in verband met corruptie en valsheid in geschrifte? Daarvoor is er een wet gekomen die het de onderzoekers zo goed als onmogelijk maakt om verder in het buitenland te neuzen, bij voorbeeld bij Zwitserse banken. Die wet maakt een lachertje van alle onderzoeken naar het witwassen van zwart en misdaadgeld op een ogenblik dat westerse leiders als Bush en Blair na 11 september de mond vol hebben over de strijd tegen die circuits. Dan is er ook nog een wet die vervalsing van bedrijfsbalansen niet langer strafbaar stelt, terwijl er een amnestie kwam voor al wie zijn zwart geld uit het buitenland terughaalde. De procureur-generaal van Genève, Bernard Bartossa,heeft het over "een catastrofe voor de internationale justitie".
Die wetten zijn op maat gesneden van een zakenman die fortuin maakte door enorme zwendel en corruptie en volgens vele speurders met maffiageld. Maar Berlusconi en zijn media (naast de tv-zenders ook nog het gros van de tijdschriftenmarkt) beschuldigen alle corruptiebestrijders als "communisten", als ‘toghe rosse’ (rode toga’s).
De hetze van Berlusconi tegen de magistraten neemt de jongste maanden dergelijk hysterische vormen aan dat het gros van de magistratuur in het verweer is gegaan. Francesco Saverio Borrelli, indertijd chef van het team Schone handen, krijgt een enorme respons voor zijn oproep tot verzet, ook buiten de magistratuur. Op 23 februari namen tot verrassing van de organisatoren (het tijdschrift Micromega) in Milaan meer dan 40.000 mensen deel aan een manifestatie van steun aan de corruptiebestrijders. "Waar zitten jullie, Rutelli, Fassino, D’Alema" riepen de deelnemers aan het adres van de Ulivo. Want die blonken uit door afwezigheid.
Arbeidersverzet
Maar het grootste verzet komt van de arbeiders. Op 29 januari betoogden reeds bijna een miljoen mensen in verscheidene steden tegen de plannen van minister van Arbeid Roberto Maroni (Lega Nord) om ontslag van personeel gemakkelijker te maken. De patronale organisatie Cofindustria is daar natuurlijk hard voor, maar in de bedrijven is onmiddellijk massaal gereageerd.
De vakbondsleiding van de linkse CGIL heeft dat verzet goed aangevoeld. CGIL-leider Sergio Cofferati had op het congres van de DS eind vorig jaar reeds sterk gewaarschuwd tegen de verdere verrechtsing van die partij en had ervoor gepleit om meer naar de arbeidersbasis te luisteren. De CGIL was de motor achter de grote betoging van 23 maart. Maar de CGIL is erin geslaagd de twee andere grote vakbonden, de christelijke CISL en de kleinere sociaal-democratische UIL, mee te krijgen voor een algemene staking deze maand.
De aanslag op regeringsadviseur Marco Biagi van 19 maart heeft geen roet in het eten gegooid. Minister van Binnenlandse Zaken Scajola had magistraat Borrelli er al eerder van beschuldigd dat hij met zijn oproep tot verzet in feite aanspoorde tot geweld. Maar de vakbonden en de andersglobalisten waren de eersten om massaal tegen die moord op straat te komen. Zij herinneren zich maar al te goed dat de beruchte "strategie van de spanning" (vanaf de aanslag op een bank in Milaan eind 1969 tot de aan slagen van 1984) in de eerste plaats bedoeld was om in Italië een autoritair bewind te vestigen, precies wat de huidige premier ook wil.
Het is trouwens Scajola die vóór de G7 top van Genua (juli 2001) opriep tot geweld. Want hij had de politie toestemming gegeven om te schieten, wat één betoger het leven kostte. Bovendien had de regering de politiemannen bij voorbaat gehersenspoeld door hen te doen geloven dat ze slachtoffer van gewelddadige betogers zouden worden.
De aanvallen tegen de corruptiebestrijders. Een wetgeving speciaal om de persoonlijke belangen van een premier-zakenman te dienen. Het gewelddadig politieoptreden in Genua. Een herziening van de arbeidswet om de macht van de patroons te versterken. Het wijst allemaal in dezelfde autoritaire richting.
Het is niet alles. De wereld van de cultuur keert zich praktisch unaniem tegen een steeds strakker censuurbeleid, onder meer gevoerd door drastische inkrimping van middelen. De staatssecretaris voor cultuur, Vittorio Sgarbi, staat al jaren bekend als iemand die zichzelf als een groot genie beschouwt en graag wil afrekenen met al wie hem niet bewondert – zijnde de ganse culturele wereld die het maar niets vindt dat die man bij voorbeeld optreedt in tv-uitzendingen om zaken te verkopen. Ook in het onderwijs zijn er pogingen om handboeken te weren die "te links" worden bevonden.
En dan is er nog het beleid inzake immigratie dat de stempel draagt van de Lega Nord, een partij die nog uitsluitend leeft van de xenofobie. In de optochten van de Lega wordt de sluiting van alle moskeeën geëist en zijn het de communisten die de moskeeën hebben opengedaan. Zowel de uitlatingen als de toon van Umberto Bossi, de grote chef van de Lega, zijn hysterisch. De regeringspartners kregen zware verwijten n aar het hoofd geslingerd omdat de 928 opvarenden van de Monica half maart toch aan land mochten. Een week eerder had de marine toegekeken hoe enkele tientallen bootvluchtelingen in de buurt van het eilandje Lampedusa verdronken. Voor de Lega, daarin gesteund door talrijke kopstukken van Berlusconi’s Forza Italia, is die vloed aan vluchtelingen allemaal de schuld van de EU die wordt beheerst door communisten en de loge…
Berlusconi heeft de Lega niet nodig voor een parlementaire meerderheid. En toch heeft die extreem-rechtse partij drie sleutelposten (arbeid, justitie en institutionele hervormingen). De ministers van de Lega doen voor Berlusconi goed werk, zij helpen om het beleid zo autoritair mogelijk te maken.
"Democratie is iets dat Berlusconi volkomen vreemd is", zegt Nanni Moretti. "Democratie doet hem in zijn ogen tijd verliezen. Hij maakt wetten voor persoonlijk gebruik". Moretti spreekt terecht van een "partij-onderneming", want dat is de fundamentele opvatting van Berlusconi over politiek. Het onderscheid is moeilijk te maken tussen zijn zakenrijk Fininvest (FI) en zijn partij Forza Italia (FI). Die partij is trouwens een creatie van de reclamefirma van Fininvest (Publitalia) en wordt deels gecontroleerd door dezelfde mensen – van wie enkelen een zeer zwart verleden en heden hebben. Zwart in de politieke betekenis, uiterst-rechts, zwart in de juridische betekenis, betrokken bij zwendel en corruptie op zeer grote schaal. Hun parlementair statuut behoedt hen voor de gevangenis, maar dat is natuurlijk voor Berlusconi ook een complot van communistische magistraten.
Het succes van het verzet tegen de regering Berlusconi is van het allergrootste belang voor de rest van Europa. De CGIL heeft hopelijk niet alleen de Italiaanse linkerzijde wakker geschud, maar ook de Europese. Want die man en zijn omgeving zijn zeer gevaarlijk voor de democratische instellingen, rechten en vrijheden. Het is een blaam voor de Europese sociaal-democratie dat Blair met die man akkoorden sluit. Het wordt wel hoogtijd dat die sociaal-democratie haar banden Blair aan een zeer kritisch onderzoek onderwerpt.
(Uitpers, april 2002)