« Deze man is niet geschikt om de EU te leiden ». Deze man is Silvio Berlusconi die op 1 juli als premier van Italië de EU gaat voorzitten. Dit ongenadig oordeel komt niet van links, maar van het zeer burgerlijke Britse weekblad The Economist, een opinie die de Franse kwaliteitskrant Le Monde deelt. The Economist schreef eerder, in 2001, al dat deze man niet geschikt is (unfit) om Italië te leiden. En gelijk hebben ze, want Berlusconi gedraagt zich in de verdediging van zijn louter persoonlijke belangen steeds autoritairder. Deze man, een kopstuk van de Europese Volkspartij van Wilfried Martens, is ronduit een gevaar voor de democratische instellingen.
De Italianen zijn veel gewoon, maar wat ze de jongste weken meemaken is verbijsterend. Sinds het hof van Cassatie eind januari zijn eis afwees om enkele processen tegen hem en zijn beste vrienden weg te halen uit Milaan, slaat de Italiaanse premier wild om zich heen. En misbruikt hij schaamtelozer dan ooit zijn parlementaire meerderheid om er wetten door te jagen waardoor hij niet kan worden veroordeeld. Dat wordt zelfs niet meer verbloemd, maar vlakaf zo gezegd
De magistraten die hem willen vonnissen, vormen een bende communistische samenzweerders, de oppositie mag zeker niet meer terug aan de macht komen, want dat zijn ook communisten. Hij gebruikt zowel zijn privé- als de overheidsmedia dagelijks om tegen zijn vijanden te keer te gaan en bedreigt elkeen die hem durft aan te vallen, met processen en schadeclaims.
Open oorlog
Enkele recente feiten op een rijtje:
Op 29 januari jl. wijst het Hof van Cassatie het verzoek van Cesare Previti en andere beklaagden in een corruptieproces af om het proces uit Milaan weg te trekken. Previti, uitgesproken radicaal rechts, is niet om het even wie, hij is de man die Berlusconi al zeer lang bijstaat in de expansie van zijn imperium en sinds 1993 ook in diens politieke carrière. En die daarbij weinig middelen schuwt. Hij was in de eerste regering Berlusconi, 1994, minister van Defensie, al had hij liever Justitie gehad. Eind vorig jaar had rechts een wet doorgedrukt waarbij beklaagden de overplaatsing van hun proces kunnen bekomen als ze het vermoeden kunnen aantonen dat de magistraten bevooroordeeld zijn.
Die wet was op maat gemaakt, maar het hoogste rechtscollege speelde niet mee. Tot grote woede van de premier. Die werd nog veel woedender toen Previti in april tot elf jaar gevangenisstraf werd veroordeeld in de affaire Mondadori. Hij stond in Milaan terecht met onder andere enkele Romeinse rechters, Vittorio Metta die 13 jaar kreeg en Renato Squillante 8,5 jaar. Previti werd schuldig bevonden aan het omkopen van die rechters bij de verkoop van de uitgeverij Mondadori (die een zeer groot deel van de tijdschriftenmarkt controleert); die rechters zorgden ervoor dat Berlusconi de controle over die groep kreeg.
Berlusconi was na die veroordeling in alle staten. In een brief aan het krantje Foglio van zijn goede vriend Giuliano Ferrara (tussen haakjes: ex-communist en vooral gewezen vriend van corruptiekampioen Bettino Craxi), beschuldigde hij de magistraten van Milaan ervan een staatsgreep te willen plegen. Alle oproepen om mijn toon te matigen, zijn hypocriet, aldus Berlusconi die zich alweer opwierp als slachtoffer van een (communistisch) complot. Intussen kwam echter aan het licht dat Previti, Berlusconi en vermoedelijk ook minister van Justitie Roberto Castelli (Lega Nord) hadden gepoogd de Milanese magistraten via inspecties uit te schakelen.
De scherpe aanval van de premier op de magistratuur lokte een scherpe reactie uit van de bond van magistraten. Maar ook van iemand "gematigd" als Sergio Romano, historicus en gewezen diplomaat, die Berlusconi verweet in twee jaar niets te hebben gedaan om tot een beter rechtssysteem te komen, maar er in het parlement een reeks "leggi ad hoc", wetten op maat, doorjoeg om zijn persoonlijke belangen veilig te stellen. En zo iemand, die van de rechtshervorming een persoonlijk gevecht heeft gemaakt, moet de volgende voorzitter van de Europese Unie worden, aldus Romano. Le Monde schreef diezelfde dag (1 mei) dat de veroordeling van Previti een schaduw wierp over het komende Italiaans voorzitterschap van de EU. (Previti zelf werd daarin beschreven als ‘l’homme de l’ombre’ van Berlusconi).
Onschendbaar
Intussen kwam Berlusconi zelf weer in het oog van de rechterlijke storm. Hij moest op 23 mei verschijnen op het proces Sme, ook al een zaak van omkoperij van rechters, maar stuurde zoals hij meestal deed zijn kat. Of liever, de boodschap dat hij een "dringende lunch" had met zijn collega’s in Luxemburg. Die bevestigden wel dat de Italiaanse premier die dag kwam eten, maar ze staken nauwelijks weg dat hij zichzelf haf uitgenodigd om niet op het proces te moeten verschijnen. De magistraten beslisten dan maar Berlusconi afzonderlijk te behandelen, los van de andere beklaagden (onder wie Previti) om het de premier zo gemakkelijker te maken – er werd een afspraak gemaakt voor 11 juni. Maar Berlusconi vond ook dat weer een bewijs van een samenzwering. De tactiek is duidelijk: streven naar verjaring, een truc die hij al in zoveel andere processen met succes toepaste.
Het zekere voor het onzekere nemende, lanceerde hij intussen bij hoogdringendheid het voorstel om de hoogste gezagsdragers van het land onschendbaarheid te verlenen voor de duur van hun ambt… Hij zou die liefst ruimer mogelijk hebben, ook voor de parlementsleden (onder wie Previti). Maar door het verzet van enkele bondgenoten in de rechtse coalitie die dat toch wel gortig vonden, nam hij voorlopig vrede met onmiddellijke onschendbaarheid voor hemzelf.
Intussen had hij al wel de escalatie opgedreven door in de zaak Sme in de tegenaanval te gaan. Het gaat hier om een vroeger semi-staatsbedrijf (voedingssector) waarvan zakenman Carlo De Benedetti het overheidsaandeel in 1985 wou kopen voor 500 miljard lire – het werd later verkocht voor vier keer meer. Berlusconi en Previti worden ervan verdacht dat ze rechters (onder wie Squillante, zie hoger) omkochten om die verkoop aan De Benedetti niet te laten doorgaan. Berlusconi beschuldigt er gewezen premier Romano Prodi, huidig voorzitter van de EU-commissie, dat hij zich in die zaak schuldig maakte aan corruptie. Gewezen premier Giuliano Amato zou volgens Berlusconi op de hoogte zijn geweest dat er smeergeld werd betaald aan een fractie van de christen-democratie (DC).
Prodi was indertijd de baas van de Iri, de enorme staatsholding waarvan Sme deel uitmaakte. Die functie was inderdaad een onderdeel van de lottizzazione, de politieke verkaveling, waardoor het gros van de Iri aan de christen-democratie toekwam die dan zelf nog haar stuk, inclusief de "commissies", onderling onder de fracties verdeelde. Volgens dat mechanisme kwam de kleine overheidsholding Efim, met het bij ons erg bekende Agusta, aan de socialisten van toenmalig premier Bettino Craxi – van wie Giuliano Amato, ondervoorzitter van de Europese Conventie, de nummer twee was. De vermoedens over commissies zijn dus wel groot, maar Prodi werd op een rechtszaak daarover vrijgesproken.
Die aanvallen op Prodi en de vroegere DC vallen wel ongemakkelijk bij veel van Berlusconi’s huidige medestanders. Het wemelt zowel bij zijn eigen partij, Forza Italia, als vooral bij de UDC, een bundeling van rechtse christen-democraten, van gewezen kopstukken van de DC. Maar ook de uitspraak van Berlusconi dat ex-communisten – hij heeft het dan over de Democraten van Links, DS – het land niet mogen besturen omdat ze communist zijn geweest, treft enkele van zijn medestanders – onder wie Ferrara van Il Foglio en Sandro Bondi, Berlusconi’s woordvoerder. "Links is bevriend met dictators als Castro en Saddam", aldus Berlusconi. Maar ook dat is riskant: Umberto Bossi, de baas van de Lega Nord, verdedigde Milosevic, Roberto Formigoni, gouverneur van Lombardije, nam het op voor Saddam Hoessein, Giulio Andreotti voert een vriendschappelijke correspondentie met Castro.
Muilband
Berlusconi’s woede treft ook de media, althans die media die wat kritiek durven spuien. Dat geldt natuurlijk niet voor zijn eigen drie nationale zenders of voor de zenders van de Rai die hij nu ook controleert. Rai 1 en Rai 2 boden hem een ruime tribune vanwaar hij al zijn aanvallen zonder tegenspraak kon doen. Rai 3 dat toch kritisch was voor de premier, kreeg prompt inspecteurs over de vloer.
Maar Berlusconi wil de persvrijheid ook treffen via de portemonnee. Persvrijheid betekent niet dat men mij mag belasteren, aldus de premier. Hij heeft al eerder twee schrijvers van een boek over hem (en over zijn geld) aangeklaagd en een enorme schadevergoeding geëist. "Ik zal iedereen vervolgen die mij beledigt", zei hij half mei, waarmee hij ook iedereen bedoelt die het aandurft hem tijdens een betoging te beledigen.
Dit is een zeer duidelijke autoritaire ontsporing van iemand die in 1993 in de politiek stapte om zijn persoonlijke belangen veilig te stellen, nadat hij zich jarenlang van de politiek had bediend (zijn beste vrienden waren Craxi en de kopstukken van de DC) om dat te doen. "De egocentristische climax van een Milanese parvenu die bereid is de instellingen van het land, de justitie en de sociale vrede op te offeren voor zijn persoonlijke belangen", schreef de bekende commentator Giorgio Bocca die het heeft over de obsessie van Il Cavaliere (Berlusconi). Obsessie lijkt een goed gekozen term als men ziet dat hij zelfs een aanval lanceert op het liedje ‘Bandiera rossa’ (Avanti popolo….) als een uiting van ‘communistisch extremisme’.
Het leidt tot spanningen in het ‘Huis van de vrijheden’, zoals Berlusconi’s rechtse alliantie zichzelf noemt. Na de lokale verkiezingen van 25 mei weten de postfascisten van de Nationale Alliantie (AN) hun nederlaag in de provincie Rome aan de Lega Nord en haar aanvallen op Rome. Maar onderduims uit AN ook kritiek op de houding van Berlusconi, onder meer dat hij met zijn steun aan de oorlog in Irak de kerk tegen de haren instreek, terwijl deze postfascisten ook zwaar tillen aan de nauwe banden tussen Berlusconi en Umberto Bossi, de duce van de Lega Nord met wie hij minstens één avond per week dineert op zijn villa. Uit analyse van de uitslagen blijkt ook dat de centrumvleugel van de UDC (christen-democraten) – die niet zo gelukkig is met de autoritaire aanpak van Berlusconi – fors vooruitgaat ten nadele van Forza Italia en AN.
Belangenvermenging
Het is stilaan voor iedereen duidelijk dat het hier gaat om een onvoorstelbare belangenvermenging, dat Berlusconi bijna tien jaar geleden in de politiek stapte om zijn zakenimperium en zichzelf te redden. Trouwens, toen hij in 1994 premier werd, beloofde hij een wettelijke regeling tegen die belangenvermenging.
Waar staat men negen jaar later? Bijna nergens. Er is een wet op komst, maar die voorziet zoveel achterpoortjes dat Berlusconi zich geen zorgen moet maken.
De centrum-linkse oppositie moet hier niet hoog van de toren blazen, want tijdens de vijf jaar dat ze aan het bewind was (1996-2001) heeft ze niets gedaan om een regeling uit te werken. Vooral de ex-communisten van de DS dachten dat ze zo tot andere afspraken konden komen met Berlusconi, maar ze kwamen van een koude kermis thuis.
Ook nu volgen de leiders van centrum-links, de zogenaamde Ulivo, het protest meer dan dat ze die organiseren. Die leidingen hebben blijkbaar weinig geleerd van de gebeurtenissen van vorig jaar met de massamobilisaties die vanuit de basis kwamen en die zij, sommigen erg schoorvoetend, achterna liepen.
EU en EVP
Misschien hopen zij dat de obsessie van de premier zal koelen zonder blazen tijdens het Italiaanse voorzitterschap van de EU waarbij Berlusconi op het podium zal moeten verschijnen aan de zijde van Prodi, die hij beschuldigt, en van Amato.
Louis Michel heeft vóór de Italiaanse verkiezingen van 2001 ernstig gewaarschuwd voor een regering met uiterst-rechts, in de eerste plaats de Lega Nord. Die Lega zit in de regering en heeft en de portefeuille van Justitie die ze volop ten dienste stelt van de persoonlijke belangen van Berlusconi. In ruime Europese kring heerst bezorgdheid over de evolutie van Italië onder Berlusconi.
Is het dan niet de hoogste tijd dat de EVP van Wilfried Martens een initiatief neemt? Kan het nog langer dat die EVP een man als Berlusconi respectabiliteit verleent? De CD&V had daar, toen nog als CVP, vijf jaar geleden grote bezwaren tegen, maar sindsdien heerst er aan die kant grote stilte.
(Zie ook Uitpers juni 2001 – Italië en Europa met Berlusconi; mei 2002 – Maffia tevreden met jaartje Berlusconi; juni 2002 – Italiaanse linkerzijden; december 2002 – Andreotti-Berlusconi één strijd; april 2003 – Oorlog knaagt aan Berlusconi).
(Uitpers, nr.43, 4de jg., juni 2003).