In Italië, een belangrijke lidstaat van de EU, is een regering aan de macht waarin de Lega Nord, zusterpartij van Vlaams Belang, inzake migratie en “veiligheid” de toon aangeeft. De regering Berlusconi wakkert steeds feller de xenofobie aan, wat tot excessen leidt zoals in januari in Rosarno. Dat stadje ligt in een gebied waar clans van de ‘Ndrangheta, de Calabrese maffia, de plak zwaaien.
Rosarno is plotseling een symbool geworden van het groeiend racisme in Italië. Italië racistisch? Het heeft wel wat geduurd eer de buitenwereld daar lucht van kreeg, ook al volgden de voorbije jaren racistische aanslagen, raids en moorden elkaar op. Het feit dat een xenofobe partij, de Lega Nord, onder Silvio Berlusconi sleutelportefeuilles in handen kreeg, wekte in de rest van Europa nauwelijks belangstelling. Een zusterpartij van het Vlaams Belang dat de minister van Binnenlandse Zaken van een belangrijke EU-lidstaat levert, dat is nochtans niet niets. Rosarno is daar een bittere vrucht van.
Rosarno ligt in de Piana di Gioia Tauro, een streek waar de ‘Ndrangheta (verzamelnaam voor de Calabrese maffiaclans) zeer sterk staat. Al bijna 20 jaar rekruteren die clans arbeiders uit Afrika. Wie 12 tot 14 uur werkt, kan tot 20 € verdienen, waarvan 5 € ‘pizzo’ (het beruchte “beschermingsgeld” van de maffia) naar de rekruteerder gaat, de man die ’s ochtends het werkvolk voor de dag komt uitzoeken. Sommige van die seizoenarbeiders hebben papieren, de meeste hebben er geen. Maar ook de arbeiders met papieren werden na een bijna geslaagde lynchpartij uit Rosarno verjaagd. En papieren of geen papieren, allemaal zijn ze op de vlucht gedreven zonder betaling van dagen werk en met achterlating van schamele bezittingen als een oude fiets, een valiesje met wat kleren, een paar schoenen.
‘Ndrangheta
Ze komen uit alle streken van Afrika, na mensensmokkelaars te hebben betaald om in omstandigheden te werken die ze aan het thuisfront niet durven melden. In september plukken ze druiven in Sicilië, in november werken ze in Apulië (Bari) om er olijven te plukken, vandaar voeren de trafikanten hen naar Calabrië en in de lente trekken ze naar de serres en tuinen van Campanië (Napels). In Piana di Gioia Tauro zijn alle landerijen in handen van de ‘ndrine’, de maffiaclans; hier werken is automatisch voor een maffiagroep werken. Die ‘Ndrangheta is al jaren de gevaarlijkste maffia van Italië, veel meer dan de Siciliaanse Cosa Nostra.
Zat die maffia ook achter het geweld tegen de migranten en het protest van de migranten? De eerste schietpartij op migranten zou het werk zijn geweest van jongeren uit het maffiamilieu. Maar in die regio heeft bijna iedere man een schietwapen. Men is snel geneigd om in die regio’s overal de hand van de maffia te zien, maar welk belang zouden maffiachefs daar bij hebben? Om de migranten een lesje te leren nadat ze massaal op straat waren gekomen en meteen ook te protesteren tegen de uitbuiting? De maffiabazen zijn de uitbuiters die er belang bij hebben dat ze kunnen blijven uitbuiten, dat de migranten kunnen blijven. Of toch niet? Volgens maffiabestrijders ter plekke zouden maffiaclans meer winst zien in Europese subsidies voor mislukte oogsten, zodat ze die arbeiders niet meer nodig hebben. Vandaar dat maffiagroepen er toch belang bij zouden hebben die arbeiders te verjagen.
Het zijn allemaal gissingen. De problemen liggen hoe dan ook dieper, de explosie in Rosarno komt er na een periode van opgedreven racistische spanningen van noordelijk tot zuidelijk Italië.
Onverschilligheid
Al bijna twintig jaar zogenaamd in de clandestiniteit! Alle overheden weten het, maar treden niet op tegen deze extreme vormen van uitbuiting en schendingen van elementaire mensenrechten – zoals recht op een onderkomen, minimale hygiëne en gezondheidszorgen. De nagenoeg onmenselijke levensomstandigheden betekenen nog grotere winsten van de ondernemers – maffiosi of door de maffia beschermd. Bijna niemand die zich het lot van de uitgebuite arbeiders aantrok, op enkele syndicalisten en kerkelijk geïnspireerde organisaties na.
Maar de voorbije jaren is het racisme in Italië banaal geworden. Het werd vooral erger in het begin van de eeuw toen de Lega Nord in haar noordelijke bolwerken marsen hield tegen de bouw van moskeeën, tegen migranten uit de Balkan (Roemenen, Albanezen), tegen zigeuners. De Lega Nord was van bij haar opmars in de jaren 1980 al een racistisch geïnspireerde partij; in het begin was dat vooral gericht tegen de “terroni”, de “inwijkelingen” uit de Mezzogiorno, het zuiden van Italië. Ze riepen op geen werk te geven aan terroni en bij afdankingen in de eerste plaats terroni te ontslaan. In steden en gemeenten waar ze het voor het zeggen kregen, pasten ze dat zelf toe.
Opmars Lega
De Lega schoof van rechts naar uiterst-rechts op. Ze schakelde zogenaamde wetenschapslui in om te bewijzen dat de noorderlingen ander, Keltisch, genetisch materiaal hebben, erg verschillend van de rest van het land. Eerder was de Volksunie de Vlaamse partner van de Lega, in de jaren ’90 werd dat het Vlaams Blok.
Bij de verkiezingen van 2001 toonden de EU-partners zich bezorgd over de mogelijkheid dat Berlusconi die Lega na zijn verwachte zege in zijn regering zou opnemen. “Geen sprake van”, zei Berlusconi aan de schijnbaar bezorgde ambassadeurs van die EU-landen. Maar enkele weken later kreeg de Lega zelfs het ministerie van Justitie. Berlusconi vormde een as met Lega-leider Umberto Bossi, tot misnoegen van Gianfranco Fini, leider van de Nationale Alliantie, erfgenamen van de neofascistische MSI.
Sindsdien zien we een merkwaardige verschuiving binnen rechts. Met de Lega schoof ook de Forza Italia van Berlusconi steeds meer naar rechts op, zodat de erfgenamen van het fascisme de gematigden van rechts werden! Dat is in de derde regering Berlusconi – aan de macht sinds twee jaar – nog veel uitgesprokener. Het is Fini die binnen de rechtse coalitie de stem verheft tegen de ronduit racistische maatregelen van minister van Binnenlandse Zaken Roberto Maroni, de nummer 2 van de Lega Nord.
Deze derde regering Berlusconi (de vorige: 1994 en 2001-2006) draagt meer dan de vorige de stempel van de Lega Nord. “Het is alsof de Lega 40% van de stemmen haalde en de PDL slechts 15%, sneerde Fini. PDL staat voor ‘Popolo della Libertà”, de fusiepartij van Forza Italia en Nationale Alliantie. De PDL haalde 40%, de Lega 10, maar de politieke verhoudingen liggen volkomen anders.
Onder impuls van de Lega kwamen er wetten die door de EU en de Verenigde Naties bestempeld zijn als inbreuken op de mensenrechten. Dat geldt voor de wet waardoor illegale inwijking tot een misdrijf wordt waar gevangenisstraffen en boetes op staan. Een voorstel om de Italiaanse nationaliteit toe te kennen na vijf jaar legaal verblijf (nu tien jaar) beantwoordde de regering met een maatregel om het aantal “vreemde leerlingen” in de klassen tot 30% te beperken.
Angst
Die regeringspolitiek werkt alle mogelijke vormen van racisme verder in de hand. De regering schildert immigranten af als oorzaak van onveiligheid en staat ‘vigilantes’, patrouilles van “burgerwachten” toe. Elk misdrijf waarbij een migrant of zigeuner is betrokken, wordt buiten alle proporties opgeblazen om een klimaat van angst aan te wakkeren. Lokale politici van de Lega Nord stapelen de provocaties op waarbij migranten en misdaad op dezelfde lijn worden gesteld.
Als een minister (Maroni) vindt dat clandestiene migranten geen recht hebben op minimale medische zorgen en oppert om kanonnen aan de kusten te plaatsen om de boten met clandestiene migranten af te weren, voelen racistische groepen zich geroepen om zigeunerkampen aan te vallen, zoals vorig jaar enkele keren gebeurde. In rechtse kranten worden ronduit racistische termen gebruikt – zoals de “Bingo-Bongo” als men het over zwarte Afrikanen heeft. Het aantal racistische moorden neemt toe.
Het is beangstigend om te zien dat dit in grote onverschilligheid gebeurt. Dat militant racisme is eveneens banaal geworden. Vorige zomer publiceerde de krant La Repubblica foto’s van toeristen bij Napels die achteloos voorbij liepen aan de lijken van twee verdronken zigeunermeisjes. Platini, de (Franse) voorzitter van de Europese voetbalfederatie, pleit voor drastische maatregelen tegen het racisme in de voetbalstadia. Het gaat onder meer om de roepkoren tegen zwarte voetballers. “Als dat gebeurt, moet de match worden stilgelegd, vindt hij. Terwijl racisten gewoon uit de stadia moeten geweerd worden.
Het is ook erg verontrustend dat de Lega Nord met haar racistisch programma in haar bolwerken veel aanhang wint onder arbeiders en bedienden.
Verzet
Dat officiële racisme roept wel verzet op. Berlusconi en rechts waren voor de kerk betrouwbare partners rond ethische kwesties (samenlevingscontract, stamcelonderzoek, beperking op abortusrecht…), maar paus Ratzinger verhief na de tragedie van Rosarno zijn stem tegen het xenofobe beleid. “Migranten hebben recht op respect, op dezelfde rechten als anderen. Stop het geweld”, aldus de boodschap van Benedictus XVI. Terwijl hij dat zei, waren brandweerlui bij Rosarno de kampementen van de gevluchte arbeiders aan het opruimen. Er komt ook weerwerk van Fini, tot nader order lid van de rechtse regeringscoalitie. Maar Fini, dus de erfgenaam van het neofascisme, pleit voor stemrecht voor migranten van buiten de EU die al een tijd legaal in het land verblijven. Daarmee zet hij zich duidelijk af tegen de Lega Nord.
De oppositie van centrumlinks – dat is dan vooral de Democratische Partij (PD) bestaande uit o.a. de erfgenamen van de communistische PCI en de christendemocratie – protesteert, maar komt niet in actie. In feite komen de hardste veroordelingen uit niet-politieke katholieke milieus en persorganen.
Maar niemand kan er omheen dat de massale uitbuiting van migranten – legale en clandestiene – al twintig jaar (en meer in sommige gevallen) duurt en dat geen enkele overheid of organisatie daar iets tegen ondernam. De tragedie van Rosarno is het resultaat van jarenlange bewuste blindheid voor deze nochtans extreme vormen van uitbuiting. Uitbuiting door kapitalistische ondernemers die in dit geval dan ook nog maffiabazen zijn. Maffiabazen die zich al decennia verrijken met onder meer Europese subsidies en die rustig op die weg voortgaan.
(Uitpers nr. 117, 11de jg., februari 2010)